History, Wonder Tales, Fairy Tales, Myths and Legends Geschiedenis van de Familie Adriaens | Page 56
De hygiënische omstandigheden waren tijdens de 19de eeuw ronduit dramatisch. Het mest en de afval slingerden rond
de huizen en dreven bij regenval in de richting van de steenputten. daar drong het door tot de bovenlaag van de bodem
waaruit precies het water werd geput. Vanaf 1890 drong de provincie bij de gemeenteraad aan om aan deze
gevaarlijke toestand in de Fonteinstraat iets te doen. Gebrek aan geld bracht met zich mee dat het gemeentebes tuur pas
in 1900 werken begon uit te voeren om aan de bron op het einde van de Fonteinstraat een artesische put met pomp aan
te leggen die veel veiliger moest zijn. Eenmaal de werken klaar, plaatsten de buurtbewoners een kuip onder de buis.
Het gemeentebestuur vond het allesbehalve hygiënisch dat iedereen zomaar uit die kuip kwam scheppen en besloot
over de buis een vergaarbak met een kraan te plaatsen.
Toen in 1907 ten gevolge van een besmette privé-waterput opnieuw de tyfuskoorts uitbrak, gingen stemmen op om
Okegem op het waterleidingsnet aan te sluiten, maar hiervan kwam voorlopig niets terecht. Wel werden in de
herstelwoede van na de Eerste Wereldoorlog de eerste rioleringen aangebracht. Dit gebeurde vanaf 1919 op het
dorpsplein, terwijl de Neerbeek gedeeltelijk werd overwelfd. Met dit laatste wou men besmettelijke ziekten vermijden
die regelmatig in het lager gelegen gehucht 'Beek' uitbraken.
In 1948 werd er een kleinere pomp op de waterput in de Fonteinstraat geplaatst. Alhoewel er reeds vanaf 1949
contacten bestonden met de Nationale Maatschappij voor Waterleidingen, werd Okegem pas in 1958 op het
waterleidingsnet aangesloten. Bij de wegenwerken aan deze straat tijdns het midden van de jaren zeventig werd het
"Pompken" dat lange tijd deel had uitgemaakt van het Okegemse leven, opgeruimd.
Voordien was Okegem reeds op andere nutsvoorzieningen aangesloten. In 1904 werd de eerste telegraaflijn aangelegd
zodat Okegem met de buitenwereld kon communiceren. In 1924 sloot het gemeentebestuur een contract met de N.V.
Compagnie d'Electricité de La Dendre. Het jaar daarop werd Okegem aangesloten op het elektriciteitsnet. De
elektriciteit werd verdeeld via een cabine die tot voor enkele jaren net voor de brug stond. Kort na 1925 kreeg
Okegem ook de eerste telefoonlijn.
De eerste huisvuilophaling gebeurde in 1951. Het gemeentebestuur gaf aan Ernest Staels de opdracht om met kar en
paard het huisvuil op te halen. Het huisvuil werd tot 1963 langs de Broekstraat naar het bos gevoerd. Sindsdien werd
een terrein aan de "Pennemaker" de officiële stortplaats. Cesar De Smedt en zijn zonen waren in deze periode
verantwoordelijk voor het ophalen van het huisvuil.
Praet Patrick (uit Okegem 1796 - 1996 )
56