History, Wonder Tales, Fairy Tales, Myths and Legends Geschiedenis van de Familie Adriaens | Page 368

Tenslotte hebben we nagegaan, in functie van het vindjaar, hoeveel procent van de vondelingen overleden voor ze 1 maand, 1 jaar of 14 jaar oud werden. Uit de literatuur blijkt dat in de 18e en 19e eeuw de kindersterfte 20 % tot 40 % bedroeg (afhankelijk van de inkomensgroep en van periodes van epidemieën). Bij het inventariseren was ons reeds opgevallen dat er soms hele reeksen van bladzijden met slechts korte levenslopen voorkwamen. Nu zien we dat in bepaalde jaren de vondelingsterfte tot 80 % kon bedragen! Op het totaal van 7568 vondelingen waren er 3796 of iets meer dan de helft die een herkenningsteken of een biljet mee kregen. De tekens waren een kruisje, een medaillon, een halve speelkaart of een heiligenbeeldje, maar ook dikwijls een lapje goed of een stukje behangpapier. De waardevolle voorwerpen werden in een doos in het vondelingenmagazijn bijgehouden. We hebben geen idee waar dit terecht is gekomen. De biljetten waren meestal korte mededelingen met de naam van het kind en de vermelding of het al of niet gedoopt was. Uitzonderlijk vinden we ook langere epistels waarin de moeder het Bestuur smeekt goed voor haar kind te zorgen en de hoop uitspreekt het terug te kunnen komen ophalen. Soms staat er expliciet de naam van de moeder bij. Enkele keren is duidelijk dat het briefje geschreven is door de vroedvrouw. Zo staat er dan in enkele van die briefjes “met consent van de moeder”. Ee