History, Wonder Tales, Fairy Tales, Myths and Legends Geschiedenis van de Familie Adriaens | Page 22

Er bestaat een dorpje Strijpen, deelgemeente van Zottegem. In Nederland, omgeving van Eindhoven zijn er twee dorpjes die “Strijp” noemen. De betekenis van de naam zelf vormt geen probleem : “een streep grond” is nog steeds de manier waarop in de volksmond af en toe een klein lapje grond aangeduid wordt. Van Petjen Gust wist vader te vertellen dat hij op den Borrekent woonde en er wat groenten en vruchten verbouwde. Regelmatig trok hij met de handkar naar Aalst om er op de markt groenten en fruit te verkopen. Hij overleefde zijn vrouw en trok op latere leeftijd in bij zijn zoon Charles, die een voedingswinkel uitbaatte en café hield op het Dorp in Denderhoutem. Nonkel Miel vertelde dan weer dat Petjen Gust niet de eerste de beste was : in het gemeentearchief had hij een overzicht gevonden van het aantal stemmen per inwoner. Inderdaad was het algemeen meervoudig stemrecht in België ingevoerd in 1893. Het gaf elke man van ten minste 25 jaar een stem, accijnsbetalers en mannen in het bezit van bekwaamheidsattesten bekwamen nog 1 of 2 bijkomende stemmen. (Dit stelsel stond aan het begin van de uitbouw van een democratie die naam waardig : het zorgde ervoor dat het aantal kiezers van 46.000 in 1830 steeg tot 1.370.000 in 1893. Petjen Gust zou vier (?!) stemmen gehad hebben.) Uit de stamboom blijkt dat het gezin niet van tegenslagen gespaard bleef : Adriaens, Maria-Celesta, 24 August 1889 - 10 November 1899 - 10 jr Adriaens, Petrus-Josephus, 9 October 1894 - 2 December 1899 - 5 jr Op drie weken tijd sterven twee kinderen, één 5 jaar, één 10 jaar, oud. Als ik d it lees, spookt een oud verhaal door mijn hoofd : over een kindje dat in het water viel en een broertje of zusje dat probeerde het te redden en uiteindelijk ook de dood vond. Maar zekerheid is er niet. Dus noteer ik dit voorlopig voor mezelf, in de hoop dat ik ooit nog bevestiging krijg. De overige kinderen groeien op in goede gezondheid : Tante ‘Del zal 96 jaar worden, Gustaaf 89, Kamiel 93, Delphine 70, Jan-Baptist 82, Charles 90. Van Amand weet ik het niet. Conclusie : alle wereldoorlogen ten spijt leven onze Adriaensjes langer dan ooit tevoren. Hier raken we trouwens een belangrijk punt : vanaf nu sterven de mensen minder en minder thuis. Vooral na 1945 begint de bouw van Rust- en Verzorgingshuizen. Maar vooral : zieke mensen worden voortaan naar de kliniek gevoerd. De mensen worden ook mobieler. Ze leren hun lief aan de hogeschool of unief kennen of vinden werk in een ander deel van het land, of zelfs in het buitenland. In de parochieregisters valt op dat meer en meer de datum van overlijden ontbreekt. Naar het einde van de twintigste eeuw doet ook een ander element zijn intrede : niet iedereen wordt nog met een kerkelijke dienst begraven. Maar voor naarstige speurders niet getreurd : sinds Napoleon bestaan er ook burgerlijke registers die bij vertrek vermelden waarheen iemand verhuist, of waar hij overlijdt … Zo ver reikt mijn ijver evenwel niet. Aloïs Er ontbreekt er eentje in de rij : onze grootvader. Voor ons de eerste Adriaens die ook echt een gezicht krijgt. Op foto’s zien we een knappe man. In levende lijve hebben wij hem nooit mogen kennen, want hij kent een noodlottig einde lang voor onze generatie geboren wordt. Aanvankelijk blijven Aloïs, Charles, Jan-Baptist, Amand, Gustaaf en Kamiel dicht bij elkaar in den Borrekent wonen. 22