1STE KWARTAAL | 2013
Hier zien we een discrepantie tussen het aantal geboekte forfaits en de uitgaven die ze genereren
want zoals eerder gezegd is het honoraria voor
een FB bijna het dubbel van dat van een FA
4. Aantal patiënten met forfaits zwaar onafhankelijkheid
Om het aantal patiënten met een forfait zwaar zorgafhankelijkheid te kennen, kunnen we enerzijds gebruik
maken van de gegevens van het RIZIV-NCAG en anderzijds van de gegevens uit statistische stroom verpleegkunde , die elke maand door de verzekeringsinstellingen naar het RIZIV wordt gestuurd.
Als we de gegevens van het RIZIV-NCAG bekijken,
zien we over de loop van 5 jaar (2008-2012) een toename van meer dan 10.000 patiënten per dag.
Als we gegevens uit de permanante steekproef gezondheidszorg bekijken (2007-2010) zien we eveneens dat het aantal gerechtigden dat een forfait zwaar
onafhankelijkheid ontvangt, toeneemt. Deze toename zien we vooral bij de FA, FB, PN en PP. Het aantal
palliatieve forfaits schommelt hier volgens deze bron.
Het forfait palliatieve zorg is een tegemoetkoming in
de kosten die vereist zijn voor de thuiszorg van de
palliateve patiënt. In 2011 bedraagt dit forfait 603,12
euro. Het forfait wordt toegekend voor 1 maand en
indien de patiënt na afloop verder aan de voorwaarden voldoet, kan het nog een tweede maal worden
uitbetaald.
Sinds 2008 wordt de premie jaarlijks door meer dan
14.000 patiënten aangevraagd, we zien het aantal
jaarlijks stijgen. Ongeveer 30% van deze mensen
doet een tweede aanvraag.
Uit overlijdenspercentages van de mensen die een
palliatief forfait aanvroegen, kunnen we opmaken dat
er steeds vroeger met palliatieve zorg wordt gestart.
5. Analyse verpleegkundige activiteit forfaits
Voor elk aangerekend forfait aan een zwaar zorgafhankelijk patiënt is de verpleegkundige verplicht om
de verstrekkingen die ze uitvoert mee te delen via
bijlage 4 van het geneeskundige attest.
De zorg wordt meegedeeld via pseudocodes die we
grotendeels kunnen indelen in 5 groepen (basisverstrekking, toilet, wondzorg, verpleegkundige zorg en
verstrekkingen KB 18/06/1990)
Wanneer het om een palliatief forfait gaat, dient de
verpleegkundige nog bijkomende pseudocodes mee
te delen.
Maandelijks wordt de statischtische stroom aan het
RIZIV bezorgd.
Aangezien bij het forfait een vast honorarium hoort,
kunnen we er niet van uitgaan dat de pseudocodes
RIZIV-NIEUWS
die verleend worden , volledig worden doorgegeven.
Het aantal pseudocodes is immers niet gerelateerd
aan het toegekende forfait.
We moeten dus voorzichtig zijn met het interpreteren
van de gegevens van de statistische stroom.
Analyse van de basisverstrekkingen
Een verpleegkundige mag een basisverstrekking aanrekenen wanneer er voor de patiënt een verpleegkundig dossier wordt bijgehouden en er minstens 1
techische verstrekking wordt uitgevoerd.
Het aantal geregistreerde basisverstrekking stijgt
naarmate de zorgbehoevendheid van de patiënt.
Uit onderzoek lezen we dat men bij elke geregistreerde FA, FB, PFA En PFB steeds minstens 1 basisvertrekking aanrekent en vele gevallen ook een tweede
basisverstrekking.
Het is echter niet zo dat er