153
EEN SPREKEND VOORBEELD
Herman ten Cate (53) is bouwkundig tekenaar en
al 15 jaar zzp'er. Hij verdient goed, maar heeft ook
hoge kosten en privé-uitgaven. De laatste jaren
loopt zijn omzet terug, maar hij blijft veel
uitgeven. De schulden stapelen zich geleidelijk
op: ruim een ton bij acht schuldeisers. Een vriend
haalt hem over om hulp te vragen bij het
Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) in
Rotterdam. Het RBZ brengt hem in contact met
Florijn Schuldhulpverlening en de Rotterdamse
Zaak. Hij krijgt hulp bij het op orde brengen van
zijn boekhouding. De gemeente stelt
bedrijfskapitaal ter beschikking, waarmee hij ruim
33 procent kan aflossen. In plaats van acht
schuldeisers, heeft hij er nu één: de gemeente.
Ten Cate kan zijn bedrijf voortzetten en hij hoeft
geen beroep te doen op een bijstandsuitkering.
Zijn levensstijl moet hij wel aanpassen: zijn luxe
SUV ruilt hij in voor een bescheiden autootje en
de eerstkomende jaren gaat hij op vakantie in
eigen land.
Crisis als selectiemechanisme
Een boterham, liefst met beleg
Ook veel detaillisten hebben het moeilijk in deze tijd. Consumenten
besteden minder en de online concurrentie neemt toe. Haas: ‘Je
ziet dat het kaf van het koren wordt gescheiden. Zwakkere
ondernemers die het in een hoogconjunctuur wel redden, gaan
onderuit als het moeilijker wordt.’
Geuskens: ‘Het primaire doel is een doorstart, zodat een cliënt ook
op langere termijn een boterham kan verdienen, liefst met wat
beleg erop. Lukt dat niet, dan streven we ernaar dat hij kan stoppen
en er een oplossing gevonden wordt voor de schulden.’
Bij de hulpverlening staan zelfredzaamheid en duurzame maatschappelijke participatie centraal. Haas: ‘Na het afsluitende
gesprek zeg ik ter aanmoediging wel eens: “Ik hoop u nooit meer
terug te zien.”’
Eigen boontjes doppen
Voor ondernemers blijkt het melden van hun schuldproblemen
vaak moeilijk. Geuskens: ‘Daarom doen we een oproep aan
intermediairs zoals accountants, banken en boekhouders om
ondernemers die kopje onder dreigen te gaan ervan te overtuigen
dat hulp vragen zeker geen schande is.’ Benard: ‘Ze zijn trots en
gewend om hun eigen boontjes te doppen. Dus zelf nemen ze die
stap niet zo snel. Van vijf voor twaalf tikt de klok dan door naar
kwart over twaalf. De kans op overleven is dan kleiner.’
TEKST: RICHARD GROOT KORMELINK
FOTOGRAFIE: VINCENT VAN DORDRECHT