FIB NR131 2021 | Page 34

32

‘ Die discipline , die had ik van m ’ n vader ’

‘ Ik ben eigenlijk een hele strenge man ’, zou Joop Doderer vertellen vijf jaar na zijn afscheid als Swiebertje . ‘ Dat heb ik van mijn vader . Mijn ouwe heer presteerde het , toen ik net aan het toneel was , om naar Cor van der Lugt Melsert te stappen met de vraag of hij ervoor kon zorgen dat ik met de lunch thuis was : wij eten traditioneel met de familie om twaalf uur en niet om vijf over twaalf . Dat zei hij tegen de directeur van de Amsterdamse Stadsschouwburg . Ik was er volontair en als een kind zo blij dat ik bij het toneel zat . Er werd in die tijd van elf tot drie uur gerepeteerd , maar Joop moest om twaalf uur thuis komen eten . Ik heb me dood geschaamd .’ ‘ Mijn vader was een man die voor het slapen gaan , kwam controleren of je kamer opgeruimd was , de boeken op de plank . Ik heb er vroeger natuurlijk eindeloos de schurft over in gehad , maar het heeft me wel een stuk discipline bij gebracht . Als de boeken niet netjes op de plank lagen , stond een minuut later mijn kop verkeerd . Het vervelende is alleen , dat ik het van andere mensen nu óók verwacht . Ik ben reuze gedisciplineerd . Het potlood moet tot aan het puntje geslepen zijn . Altijd overal op tijd . Niet altijd in m ’ n hum , maar wie wel ? Slaan doe ik niet , maar ik betrap me er wel op dat ik met zachte drang in relatie tot mijn zoon van zes op dezelfde toer ga als mijn vader vroeger met mij . Jij hebt rommel gemaakt , en dan niet je moeder ervoor laten opdraaien . En dan kijkt ie me aan met een gezicht alsof ie wil zeggen : wat heb ik nou aan mijn fiets hangen . Zes jaar .’
Joop Doderer woont dan met z ’ n jonge gezin op het Kaageiland , het pontje over . ‘ Hier is geen school , dus wordt mijn zoon met de auto naar school gebracht en met de auto gehaald . Hij weet niet beter . Iets anders komt niet in z ' n hoofd op . En als het dan mooi weer is , en ik ga een keer op de fiets , dan is het eerste wat ie zegt : is de auto stuk ? Nee , zeg ik dan . Waarom ga je dan op de fiets ? Omdat het lekker weer is . Nou , ik vind het maar koud . En moet ik
achterop ? Ja , zeg ik dan , niet op m ’ n schouders . Hij laat dus goed merken dat ie niet op de fiets wil . Zes jaar .’ ‘ Ik heb drie kinderen . De oudste woont weliswaar niet hier , maar als ik weg ben voor opnames voor HET DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND mis ik ze alle drie al na een halve dag . Dat had ik vroeger nooit kunnen voorstellen . Toen leefde ik voor de lol . Drinken , droog staan . Tweemaal trouwen . Dat waren uitersten . Nu zou ik er niet meer aan moeten denken om nog zo ’ n leven te kunnen leiden .’’

‘ Filmen met Otto Preminger . Dat kon ik niet laten schieten ’

Eind jaren zeventig filmt Doderer in Hongkong , Engeland en Nairobi . ‘ De tijd dat ik dan van huis ben is een aanslag op mijn leven . Maar het is een film van Otto Preminger en dat is zoals je weet niet de kleinste regisseur : Cleopatra , Anne Frank . Dit kon ik eenvoudigweg niet laten schieten . Eindelijk eens totaal iets anders . Geen Piet Ekel , maar een man in een suite , op de zeventiende verdieping van het Sheraton-hotel in Londen , die me streng aankijkt . Een vreselijk grote kerel , een grote kale kop en een hele zware stem . Mister Doderer ? Yes . Sit down . Did you read the script ? No . Why not ? En dan ga ik als een boer uit Holland uitleggen dat ik pas eergisteren gebeld ben en dat ik midden in de opnamen zit van GOED VOLK van Eli Asser , wat die man natuurlijk geen moer interesseert . Maria , zegt Preminger tegen z ' n vrouw , give mister Doderer the script . Go to your hotel , and read it .