FIB NR128 2020 | Page 68

64 DVS), Piet de Groot (Sparta) en een paar Duit- sers. Pittsburgh Phantoms lonkt. Laseroms vlucht omdat hij zijn huwelijk wil redden. Een boek apart. Maar het huwelijk strandt alsnog. En dan komt bij terugkeer de aap uit de mouw. Kort voor zijn vertrek heeft hij zich in Club ’66 in de armen gedanst van Ineke van Gool, de doch- ter van een Rotterdamse bakker. In de States heeft hij zijn verlangen naar haar niet kunnen onderdrukken. Terug plukt hij opnieuw veld- boeketten, gaat vorm geven aan de verdedi- gingsarchitectuur van Feyenoord en start samen met bokspromotor Aad Veerman een slijterij in de Gouwstraat in Oud-Charlois. De kleinste van Nederland. ‘De flessen konden er niet eens rechtop staan’, lacht Rob Jacobs in herinnering. Maar het is whiskyoorlog in Rotterdam, de dukaten rollen, dus kort daarop beginnen ze een grotere. En er komt een derde. In het Breda van NAC aan de Haagdijk. In twee jaar tijd levert Laseroms mate- riaal voor twee boeken. Witte jenever in Brabant. Een durfproject met schreeuwende stuntprijzen. De traditionele jonge jenever kost bij wet tien gulden en vijftig cent, hun witte nog net geen acht. Het scheelde letterlijk en figuurlijk een slok op een borrel. Veni, vidi, vici. De mensen staan in de rij aan de Haagdijk. Op de foto’s in de lokale West-Brabantse kranten ziet men Theo Laseroms op een winkel- ladder, die Veerman daadkrachtig vasthoudt. Drankenservice Brabant staat op de kaart. De witte jenever is omstreden, merkloos, maar wel bonafide. Het nieuwe granenproduct komt van de eigen distilleerderij van de Rotterdam- mers Flip van Tiggele en Jan Duimel en de Consumentenbond heeft geen verschil geproefd. De vrije route is geplaveid. Van Tiggele blijkt als enige een studie te hebben gemaakt van de versoepeling in de oude drank- wet. Overal in de Randstad tilt hij FT-slijterijen uit de grond en gunt Laseroms en Veerman de bottelhandel onder de grote rivieren en op de schepen. ‘Nee, geen trucs’, roept Laseroms in Het Vrije Volk, ‘niks clandestiens. Accijns, statiegeld, alles wordt meteen betaald. We hebben een enorme voorraad, want je kan het niet maken om op de eerste dag al een leeggekochte winkel te heb- ben.’ Er is geen discussie over hun target: ze gaan heel Brabant en Limburg veroveren. In Den Haag zit staatssecretaris J.L.M. van Son van Economische Zaken ondertussen met zijn handen in zijn haar, want de ouwe slijtersbran- che is op weg naar het Malieveld. Ook op de witte jenever eisen zij een wettelijke minimum- prijs. ‘Kansloos’, zegt Laseroms. Zijn grootste afnemers heeft Theo Laseroms in De Kuip. In zijn kontzak zit het beroemd gewor- den bestellingenboekje. Hij levert de witte jene- ver inclusief wedstrijdkaartjes. ‘Theo wist op de minuut nauwkeurig wanneer de drukkerij de rollen met kaartjes voor de komende wedstrijd bij administrateur Jan Jansen afleverde. Soms was de doos nog dicht en stond hij al in het kantoortje’, zei Feyenoord-linksback Cor Veld- hoen altijd. ‘Als ik dan een uur later kwam zei Jansen: Theo is al geweest. Ik heb alleen nog vak C.’ Vak A is voor de caféhumoristen. Nooit B, want er wordt bedrijvig drank verkocht in de haven en Laseroms houdt zijn parlevinkers, boten- bazen en tallymannen enthousiast en scherp. Zij leveren aan de douane. Het is één groot relatie- circuit, ‘waarin Theo zich bij de verdeling van kaarten geen fout kon veroorloven’, vertelt Rob Jacobs. ‘De witte jenever vloog het land uit en de hefboom aan de kade moest open. Ook de portiers moesten in de watten worden gelegd en geen cadeau zo geliefd als een vrijkaartje voor Feyenoord.’ Flip van Tiggele, directeur en eigenaar van FT- Drankenservice, is in 1968 een 33-jarige char- mante zakenman, rijdt in een Cadillac en woont aan het water van de Binnenmaas in de Hoekse- waard. Naast het zelf distilleren en verkopen van witte jenever - allemaal in een tijd van de opmars van de witte benzine, de witte melk en de witte kruideniers (Cash & Carry) - importeert hij bovendien Hongaarse wijnen. Zodra er inte- ressante internationale handel is, spelen ze elkaar allemaal de kaarten toe. ‘Wel op het scherpst van de snede’, vertelt Rob Jacobs, ‘want er was in de detailhandel toen hevige concurrentie. Vrijmoed in Schiedam was al witte jenever gaan stoken en later volgde ook Lucas Bols. Bovendien waren ook Hans Eijken- broek en Ger Ter Horst in de Taanderstraat een slijterij begonnen. Beertje Kreijermaat op Zuid en zelf was ik FT-bedrijfsleider in een van de filialen aan de Karel Doormanstraat. Dat was trouwens naast kapper Botermans, waar Ger Ter Horst van Sparta zijn pruik liet framen. We za- ten als sprinkhanen op de handel.’ Bondscoach Georg Kessler doceert. Geheel rechts Theo Laseroms naast Frans Bouwmeester 'De slijterij van Theo liep als een tierelier' V.l.n.r.: Eddie Treijtel, Theo Laseroms, Rinus Israël, Henk Wery, Ruud Geels, Frans Hasil en Wim Jansen.