FIB NR1 2017 | Page 37

35
Wat is de arbeidsmarkt eigenlijk ? Ja , het wás allemaal lekker overzichtelijk . Op de arbeidsmarkt die vanaf de negentiende eeuw is opgebouwd , had je twee partijen : de werkgevers en de werknemers en die waren allebei in collectieve arrangementen vertegenwoordigd . Dus we gingen altijd uit van de gemiddelde werknemer en de gemiddelde werkgever . Dat beeld is helemaal aan het vergruizen . In de toekomst gaan we naar persoonlijke arrangementen , mede mogelijk gemaakt door de digitale revolutie . Niet meer uitgaan van de gemiddelde werknemer of werkgever , maar van de unieke mens .
Alles verandert ... De termen kloppen niet eens meer . Degene die zijn werk gééft , noemen we nog werknémer , terwijl degene die dat werk néémt de werkgéver heet . Bovendien ben je lang niet meer altijd óf werknemer óf werkgever , steeds vaker ben je allebei . Ik ben zelf hoogleraar aan de Erasmus Universiteit , maar ook drie dagen per week ondernemer . En in mijn onderneming ben ik werkgever , terwijl ik bij de universiteit werknemer ben . Dat is iets waar we nog niet zo goed mee uit de voeten kunnen .
Omdat we te veel in oude patronen denken ? Ik las het verhaal van Dennis Wiersma . Een jonge vakbondsman , 30 jaar , die nu voor de VVD de Tweede Kamer in gaat . “ Hoe kan dat nou , een vakbondsman naar de VVD ?”, luidden de eerste reacties in de media . Toen zei hij : “ Dat hokjesdenken is echt iets voor jullie generatie , de vijftigers en zestigers . Ik denk niet meer in die hokjes .”
En dringt dat ook door in vakbondskringen ? Ik hield vijftien jaar geleden mijn eerste verhaal voor FNV Bondgenoten . Zelden zó veel mensen zó boos gezien . Ik zei : “ Jullie moeten jezelf opnieuw uitvinden , want mijn kinderen zullen nooit meer lid worden van een vakbond , van een collectief dat dingen van bovenaf voor ze regelt .” Vijf jaar geleden werd ik weer gevraagd , zei ik weer hetzelfde . Toen waren ze al minder boos . En vier maanden geleden wéér hetzelfde verhaal , toen kreeg ik een klaterend applaus . Nog net geen staande ovatie . Dus ik vraag : “ Wat ? Zijn jullie niet boos ?” Maar inmiddels herkennen ze het verhaal , zeiden ze , alleen ze gingen het nog niet naar buiten brengen …
Wat betekent dat dan ? De vakbonden verliezen elk jaar veel leden . Vorig jaar zo ’ n 65.000 . Dus als het zo doorgaat , zijn ze er straks gewoon niet meer . Tenzij ze zichzelf opnieuw uitvinden . Hetzelfde geldt trouwens voor VNO­NCW . Dat verliest ook veel leden doordat die bedrijven zich niet meer vertegenwoordigd voelen . Die oude instituties brokkelen gewoon af . Er is steeds minder behoefte aan collectieve afspraken . Mensen regelen het liever zelf . Of met elkaar …. In gemeenschappen of coöperaties .
Wat zijn de drie meest pregnante ontwikkelingen ? Al die collectieve afspraken vergruizen . Alles wordt gepersonaliseerd , we moeten het op maat gaan maken . Dat geldt ook voor arbeidscontracten . Het onderscheid tussen vast en flex gaat ook verdwijnen . En de derde cruciale factor in de transitie is de opkomst van de ZZP ’ ers . Daar hebben we er nu al één miljoen van .
Dat laatste wordt vaak betiteld als een probleem ... Het systeem vindt het lastig , want die ZZP ’ ers passen niet in de regels . Dus die worden gezien als een probleem in plaats van een oplossing . En wat doen we dan ? Gaan we een wet maken die het aantal ZZP ’ ers moet terugdringen . En vanuit het werkgeverswerknemers­systeem gaan we dan toch weer collectieve dingen bedenken . Daarmee zijn we bij de kern van deze hele transitie : de ZZP ’ ers moeten zich niet aanpassen aan de arbeidsmarkt , maar de arbeidsmarkt moet zich zodanig ontwikkelen dat die ZZP ’ ers zich daar thuis voelen en kunnen floreren . Dát is de echte opgave .
Maar die ZZPérs hebben geen enkele sociale zekerheid meer ... Natuurlijk is verzekering tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid belangrijk . Net als het opbouwen van pensioen . Maar wel in regelingen waar je gebruik van kán maken . Niet dat móeten , niet dat collectieve topdown , dat is van de negentiende eeuw . Al die stelsels worden gepersonaliseerd . Dat is wat anders dan individualistisch , hè . Het wordt op maat gemaakt . Kijk , 30 totaal verschillende leerlingen in een klas allemaal hetzelfde onderwijs geven , om maar een heel ander voorbeeld te noemen , dat is echt niet vol te houden . Dus je krijgt de komende jaren onderwijs op maat . Net als financiële dienstverlening op maat , zorg op maat , energie op maat , arbeidsvoorziening op maat , pensioen op maat …
En het belang van de sámenleving dan ? Nou , je ziet ook weer nieuwe collectieven ontstaan , coöperaties , waarin mensen zichzelf gaan verzekeren . Er zijn al 200 broodfondsen in Nederland . Groepjes van maximaal 50 ZZP ’ ers die zich onderling verzekeren . Als er één arbeidsongeschikt raakt , lappen de anderen onder elkaar een vervangend inkomen . Het kernbegrip is vertrouwen . Mensen doen het vanuit vertrouwen . In elkaar !