FIB NR1 2017 | Page 27

25

‘ Zo’ n etentje in Parkheuvel? Ik ga liever naar Excelsior!’

In Nederland is een Quooker bijna standaard in een nieuwe keuken. Dat hebben we wél voor elkaar. Na 25 jaar. En in alle segmenten hè, niet alleen in de duurdere keukens. Dat is mooi, als je in een nieuwbouwwijk loopt en je ziet achter elk keukenraam een Quooker. Maar er zit wel heel veel bloed, zweet, tranen en geld in. Daar staan we trouwens niet alleen in hoor. De magnetron heeft er ook vijftien jaar over gedaan. En vaatwassers wilde in het begin ook niemand hebben … Maar dat is wel het doel: de vaatwasser en de magnetron worden.
Nee, er zijn geen grenzen. Ik heb wel heel lang gezegd dat ik pas naar een volgend land wilde als het laatste winstgevend was. Maar dat is nu best lastig. Eigenlijk verdienen we alleen nog echt geld in Nederland, Engeland en Denemarken. In Ierland, Schotland, Noorwegen, Zweden, Duitsland, België, Zwitserland en Verenigde Arabische Emiraten is het nog steeds duwen en trekken. De volgende grote stap is naar het Verre Oosten. Toch een nieuw centrum in de wereld; er wordt veel gebouwd en er wordt veel thee en warm water gedronken.
We houden complete focus op dat ene product, maar wij leven van innovatie. Er zitten hier elke dag twintig productontwikkelaars. Mijn broer doet niets liever dan dat! En voor het bedrijf is het heel belangrijk; anders gaat het misschien toch een keer opdrogen … We zijn begonnen met een Quooker-kraan naast de gewone kraan, die heb ik vijftien jaar alleen maar verkocht. Daarna gingen we mooiere kranen maken: de gewone kraan en de Quooker in hetzelfde design, maar nog wel steeds twee kranen.
Daarna blééf de vraag maar komen of het niet in één kraan kon. Om eerlijk te zijn, zagen we dat in het begin niet zitten. Maar we hebben die stap toch gezet. Nu hebben we ook een kraan waar je een slang uit kan trekken. De Flex. Dat succes is niet normaal. We hebben‘ m ontwikkeld voor Duitsland en Zwitserland, maar het lijkt wel of iedereen in Nederland‘ m wil hebben. Sinds we hem vorig jaar lanceerden, zijn we in Nederland met 40 procent gegroeid!
Voorlopig zijn we dus nog wel bezig. De hele wereld kookt water en we zijn alleen in dit hele kleine landje écht succesvol. Er wordt me ook wel eens gevraagd naar onze opvolging. Dan denk ik: Opvolging? Hoezo opvolging? Ik ben net begonnen!’
INTERVIEW: JAN DIRK STOUTEN / FRANK VIJG FOTOGRAFIE: VINCENT VAN DORDRECHT
WALTER PETERI BIJ DE KANO WAARMEE ZIJN VADER IN 1941
ALS ENGELANDVAARDER DE NOORDZEE OVERSTAK.