TOP IN TOWN
KUNST
HET TEAM VAN DE PATISSERIE IN DE JAREN NEGENTIG KOPIEERT EEN
ANSICHTKAART VAN VAN HOUTEN. V.L.N.R.: WILMAR BOUTESTEIN, JOS ROUW,
DENNIS WEECKERS EN ARJAN VAN POLL, DIE NU DE BANKETBAKKERIJ BEHEERT.
OOK DENNIS WEECKERS WERKT NOG IN DE ZAAK
JOS ROUW IN ZIJN MUSEUM MET DUIZEND-EN-ÉÉN OBJECTEN
UIT DE HISTORIE VAN DE BANKETBAKKERSKUNST
langzaam zijn museum. ‘Het werd in 1995 geopend door juffrouw
Cor die 45 jaar bij ons in de winkel heeft gewerkt’, vertelde hij,
terwijl hij de puddingvormen streelde waarmee opa Benjamin
Joseph nog had gewerkt. ‘Hij was een van de grote patissiers van
zijn tijd, cultureel betrokken en kunstzinnig. Hij was ook een gedurfd
ondernemer. Kralingen, dat in 1895 door Rotterdam was geannexeerd, was in 1900 dun bevolkt. De Avenue was nog maar aan één
kant bebouwd. Hij voorzag dat hier een sjieke woonwijk zou
ontstaan. Daarop baseerde hij de strategie voor zijn productie en de
winkel.’
Later op die dag in 2001 toonde Jos mij in de bakkerij een soort
schrijn met daarin een foto en een kaarsje. ‘Dit is opa. Toen ik in
1967 de zaak overnam, heb ik hem daar neergezet. Omdat ik zijn
kwaliteit in ere wilde houden. Hij heeft al die jaren mijn lief en leed
gezien en mij als het ware op de vingers gekeken.’ Op dat moment
flitste het door mijn hoofd: hier zit een boek in. Pas vorig jaar, in
2013, heb ik dat plan daadwerkelijk ter hand genomen: "Hofleveranciers van het Goede Leven, over de geheimzinnige relatie tussen
een grootvader en zijn kleinzoon".
HET AALBESSENTAARTJE, “EEN MEESTERWERK VAN HOGERE ORDE”
HET BEGIN
Benjamin Joseph werd in 1872 in Gouda geboren als twaalfde kind
in het streng katholieke gezin van Hendricus Mattheus Carlier. Dat
katholieke aspect is opmerkelijk. Oorspronkelijk waren de Carliers
afkomstig uit Frankrijk. In 1584 vluchtte Arnoult Carlier uit Lille
naar het noorden voor de rooms-katholieke terreur. Twee jaar later
schreef hij zich in bij de (protestantse) Waalse kerk in Leiden. Hij
werd echter niet alleen de stamvader van een calvinistisch nageslacht. Zijn nakomeling Dirk, de grootvader van onze B.J., werd
verliefd op een katholiek meisje en liet haar hun kinderen in de
geest van haar geloof opvoeden.
B.J. (Ben) was zeer ambitieus. Al snel na de opening bleken de winkel
en vooral de bakkerij op Avenue Concordia 97 te klein. Daarom
kocht hij in 1902 een groter pand op nummer 57 voor 14.780
gulden. Dat kon hij doen dank zij de financiële steun van zijn
welgestelde vader, die al zijn kinderen een handje hielp. Dat was ook
het geval met Bens broer Dirk die een zaak met teken- en schildersmaterialen en kantoorbehoeften startte. Ook die heeft meer dan
een eeuw bestaan. De laatste vestiging op de Meent werd vorig jaar
gesloten. Benjamin Joseph trok als patissier de aandacht met grote
etalagestukken van 75 centimeter hoog. Op tentoonstellingen en
vakbeurzen werden zijn inzendingen regelmatig bekroond, zoals de
eerste prijs die hij in 1931 kreeg op een expositie in Den Bosch voor
een olifant, een kegelaar en een eiermeisje, gehakt uit één stuk
chocolade. ‘Hij was landelijk befaamd als chocolatier’, zegt kleinzoon
Jos. ‘Dat blijkt ook uit de zilveren medaille die C.J. van Houten
Koninklijke Cacaofabriek hem in 1923 toekende. Uit die tijd dateert
ook een foldertje, waarin hij zichzelf afficheert als ’t eerste en ’t
oudste Ooster Chocoladehuis. Doordat hij in de bakkerij beschikte
over een flinke staf aan personeel, had hij tijd om noviteiten te
ontwikkelen.’
‘Toen ik de zaak overnam, wilde ik ook in die discipline in zijn
voetsporen treden. Ik heb mooie chocoladebloemen gemaakt. Echt
115