voetstuk van gebrand riet 41 d. hoog en 23 d. breed, waar-
aan een zak van lederkleurig papierstramien à la jardi-
nière hangt. Het borduurwerk hiervan is aan de beide bui-
tenzijden van den zak met zwarte wol en groene zijde uit-
gevoerd en bestaat uit een rand uit kleine figuren te zamen-
gesteld, die het opschrift: Porte journaux om-geeft. De letters en de figuren worden met den eenvou-
digen kruissteek met zwarte wol gewerkt, elke kruis-
steek wordt rondom met groene zijde in loodrechte en dwarse steken omgeven, zooals afb. No. 27 aan-
toont. Mocht het stramien van ons model niet overal
te verkrijgen zijn, dan kan men het borduurwerk
even goed op java- of gewoon gaas op genoemde wijze ver-
vaardigen, het laatste moet
evenwel met den kruis of smyr-
naschen steek
worden ingevuld.
Voorts is ook een
borduurwerk op
Gehaakt tusschenzetsel met
mignardise.
Afbeelding No. 24. Wit mignardise, haak-
garen tusschenbeide van grofte.
Dit guipure tusschenzetsel kan, wanneer het met zeer fijn mignardise wordt uitge-
voerd, ter garneering van kragen, man-
chetten enz. gebezigd worden, van grover garen gewerkt kan het ter versiering van onderkleederen, beddelinnen enz. dienen.
Men haakt het tusschenzetsel als volgt.
1ste toer. * 4 v. st. elk door 3 kett. gescheiden, in de 4 eerste oogjes van het
mignardise, 7 kett., het volgende oogje overslaande, 7 v. st. in de
daaropvolgende 7 oogjes, 3 kett., 1 h. v.
st. in den vierden van de hiervoor gewerkte 7 kett., men steekt hierbij evenwel van achteren naar voren door genoemden steek; 3 kett., 1 oogje overslaande. Van *
af voortgaande, tot dat de toer de genoeg-
zame lengte voor het tusschenzetsel ver-
kregen heeft.
2de toer. * 1 v. st. in de middelste
van de drie na elkander volgende ket-
tingsteek openingen (die in den 1sten toer
elk door 3 kett. en 1 v. st. gevormd zijn),
7 kett., 1 kruisstokje, dat is: men slaat
den draad tweemaal om de naald evenals
bij een dubb. st. en haalt bij het beginnen van dit dubb. st. eene lus door den tweeden volgenden v. st. van den vorigen toer, dan insgelijks eene lus door den zoo even ge-
vormden steek en den eersten van de beide op de naald omgeslagen draden, 1 gewoon st. in den volgenden v. st. van den vori-
gen toer, men werkt daarna met nog twee-
maal doorhalen het onvoltooide dubb. st.
af, haakt 2 kett., dan 1 st. in den mid-
delsten steek van de stokjesfiguur, zoodat hierdoor een kruis wordt gevormd, 7 kett.
Van * af herhalen.
3de toer. Afwisselend 1 st., 1 kett., met den laatsten tel-
kens 1 steek van den vorigen toer overslaan.
De eene helft van het tusschenzetsel is nu voltooid, de
andere helft wordt op dezelfde wijze aan de andere zijde van het mignardise gewerkt, men heeft slechts hierop te letten,
dat zooals de afbeelding aantoont, in den 1sten toer van de tweede helft van de 7 op elkander voglende v. st. telkens in de
insnijding van den door het mignardise gevormden boog (dus
boven de v. st. die door 3 kett. zijn gescheiden) komen.
Gedeelte van een rond kleed.
Wit borduurwerk. Afb. No. 25.
Afbeelding No. 25 geeft een 6de gedeelte van een rond kleed,
dat als antimacasser, voor kleine ronde tafeltjes gebezigd kan wor-
den, met application van neteldoek uitgevoerd; alle omtrekken wor-
den, nadat ze met borduurkatoen tusschen beide van grofte zijn omgeregen, met fijn borduurkatoen met den rechten steelsteek (cordonneersteek) geborduurd. De buitenste lijnen van de bogen worden gefestonneerd. Na voltooiing van het werk wordt de stof
langs de omtrekken uitgeknipt.
Tasch voor dagbladen.
Afbeelding No. 26 en 27. Een voetstuk van gebrand riet,
een stuk lederkleurig papierstramien à la jardinière 52 d. lang en 30 d. breed, zwarte zephirwol, groene filo-
zelle, 2 Ned. el groen taffen lint 3½ d. breed, carton,
lederkleurig geglansd papier.
Een zak, zooals afbeelding No. 26
voorstelt, is tot bewaring van cou-
ranten beter geschikt, als de tot
nu toe in gebruik zijnde portefeuil-les. Ons model bestaat uit een
[3 September 1866. 4e Jaargang.] DE GRACIEUSE. 161
leder met den platten- of stiksteek, een application op reps of laken
een patroon naar verkiezing (kleine figuren of een medaillon met rand)
zeer geschikt. Na voltooiing van het borduurwerk plakt men het op
een stuk carton van overeenkomende grootte en voert het met leder-
kleurig geglansd papier, dat even als een omboordsel rondom ½ duim breed over de geborduurde zijde moet komen. Het aldus vervaardigde geborduurde gedeelte, buigt men in de lengte in het midden zooals de afbeelding het aantoont tot een tasch te zamen, bevestigt de hoeken hiervan aan het voetstuk en versiert dit met vier strikken, die de tasch schijnbaar bevestigen. Voor elken strik wordt volgens ons model 50 d.
groen taffen lint vereischt.
Patroon voor een chemisette.
Wit borduurwerk. Afbeelding No. 28.
Het patroon is voor zoodanige chemisetten bestemd, die bij hoe-
kig uitgesneden lijven gedragen worden. Onze afbeelding geeft de helft van het patroon, waarvan het midden door eene witte lijn is afgetee-
kend. Om het patroon uit te voeren vermelden wij, dat de wit voor-
komende partijen hiervan in fransch borduurwerk gewerkt, de veterga-
ten binnen de kleine bloemen dun gecordonneerd worden. De vetergaten aan den onderrand van het patroon die voor het doorhalen van een gekleurd taffen of fluweelen lint moeten dienen, worden gefestonneerd, als ook de bogen aan de bovenzijde, voorts de hieraan sluitende veter-
gaten, die uit aan elkander gewerkte bogen bestaat. Zooals zichtbaar
is, is ook door deze vetergaten, die evenwel door frivolité vervangen kunnen worden, een lint geregen. Men voorziet de zoomen van achte-
ren aan de chemisette met knoopen en knoopsgaten.
Sigarenkistje met borduurwerk.
Afbeelding No. 29.
De grondvorm van ons model wordt, uit gedraaide rieten stokjes
zeer eenvoudig te zamen gevoegd, gevormd. Het eigenlijke kistje, een lankwerpig vierkant, waarvan de grootte naar welgevallen kan geno-
men worden, als ook het dakvormige deksel bestaan volgens ons model uit bruin zijden reps tusschensoort kleur, dat (uitgenomen den bodem) met application en borduurwerk versierd, op carton bevestigd en met
taf gevoerd is. Op het echt oorspronkelijke patroon van ons model
zijn de beeldjes met vleeschkleurige zijden lapjes geappliqueerd, de dra-
peering met fijne zijde met den steelsteek afgeteekend, de vogels, de kapellen en bloemen zijn met den platten steek gewerkt, voor de wol-
ken wordt er grijze krip een weinig geplooid opgelegd. Men kan na-
tuurlijk in plaats van dit tamelijk moeilijke werk elk ander fijn bor-
duurwerk, b. v. op papierstramien met zijde en kralen of op stof met
den ketting- of stiksteek, ter versiering van het sigarenkistje bezigen.
De bevestiging van het kistje aan de 4 buitenste stokjes, die de eigen-
lijke stander vormen, geschiedt even als op de afbeelding door kleine
stiftjes. Het deksel wordt er los opgelegd, de afbeelding stelt het
om de duidelijkheid een weinig opgeheven voor.
No. 28. Patroon voor een chemisette. Wit borduurwerk.
No. 26. Tasch voor dagbladen.
No. 27. Gedeelte van
het borduurwerk op papier-
stramien à la jardinière.
Oorspr. grootte.
Bij afb. No. 26.
No. 29. Sigarenkistje met borduurwerk.