De Gracieuse 2 October 1866

Prijs per 3 m. met album ƒ 2,175. (4e JAARGANG).

Inhoud: Afb. No. 1. Het maatnemen. ― 2 en 3. Hooge taille voor dames. ― 4. Modeplaat. ― 5―7. Fanchon “Marion.” Brei-, haak- en knoopwerk. ― 8. Tapisseriepatroon (doorloopend) voor pantoffels, kussens enz. ― 9. Naal-

denboekje. Applicationwerk. ― 10. Kleedje met een gebreide taille voor kinderen ben. het jaar. ― 11 en 12. Kussentje met amaril om naainaalden glad te maken (met knippatr.). ― 13. Gebreid rond koord. ―

14. Patroon om schuin knoopwerk door te stoppen. ― 15. Ruim schortje voor kinderen van 3―5 jaar (met knippatr.). ― 16. En 17. Jaquette “Figaro.” ― 18. Wandelcostuum. ― 19―48. Verschillende naden

om linnengoed en andere stoffen, een knoopsgat enz. uit te voeren. ― 49 en 50. Reukkussen in den vorm van eene roos. ― 51 en 52. Twee doorloopende tapisserie-patronen voor pantoffels, voetzakken,

necessaires enz. ― Antimacasser van mignardise, knoop- en haakwerk. ― 54. Gehaakt corset voor dames. ― 55. Corset voor zwaarlijvige dames (met knippatr.). ― 56. Corset voor tengere dames (met knippatr.). ― 57.

Corset voor meisjes van 5―7 jaar (met knippatr.). ― 58. Corset voor meisjes van 12―14 jaar (met knippatr.). ― 59. Corset voor meisjes van 2―4 jaar (met knippatr.). ― 60. Rand van knoopwerk. ― 61 en 62. Twee

gehaakte tusschenzetsels met den stopsteek gewerkt. ― 63. Nauwtoeloopend kleedje “à semé.” ― 64 en 65. Kraag en manchette “Marguerite” (met knippatr.). ― 66. Manchette “Fleurette” (met knippatr.). ―

67 en 68. Twee gehaakte bloementakken. ― 69. Doopkleedje (met knippatr.). ― 70. Doopmutsje (met knippatr.). ― 71. Tusschenzetsel in guipure knoop- en wit borduurwerk voor doopkleedjes, lingeriën enz. 72―76.

Tusschenzetsel in geknoopte guipure.

Inhoud van het Supplement: De knippatronen bij de afbeeldingen No. 11, 15, 55, 56, 57, 58, 59, 65, 66, 69, 70.

.

Hooge taille voor dames.

Afb. No. 2 en 3.

Deze taille zal om het smaakvolle garnituur, voorzeker dikwijls nage-

maakt worden. Aan ons model, is zoowel de taille als de rok van grijs wol-

len grenadine vervaardigd. Voor de taille kan men het knippatroon ge-bruiken, dat bij afb. No. 1 behoort; de taille wordt gegarneerd met zwart guipure entre-deux ongeveer 1 d. breed en smal zwart fluweelen lint; het sluit het entre-deux in, en wordt er volgens de afbeelding opge-

legd. Het garnituur wordt voltooid met kleine zwarte gitten sterretjes, het costuum met een ceintuur van de stof van het kleedje, op dezelfde wijze ge-

garneerd.

Beschrijving van de modeplaat.

Afb. No. 4.

Fig. 1. Kleedje van grijs mohair, op den onderrand van den rok is volgens de afbeelding, zwart en wit geweven taffen lint 2 d. breed gelegd.

De wijde paletot aan den onderrand in punten uitgesneden, en met knoopen dichtgemaakt, is met hetzelfde garnituur versierd. Ronde stroohoed met

een kransje lilas windekelken.

Fig. 2. Kleedje van lilas taffetas d’Irlande met een garnituur

van lilas taffen ruches, aan beide zijden met smalle zwarte kant versierd.

De paletot wordt dichtgemaakt met lilas taffen knoopjes met kristallen kralen overtrokken, waarmede tevens de schoot gegarneerd is. Baret van

wit rijststroo met lilas krippen echarpes.

Fig. 3. Nauwtoeloopend kleedje met schoot peplos van bruin en zwart

gestreept poult de soie. De onderrand van den schoot als ook de mou-

wen zijn volgens de afbeelding met zwarte grelotfranje, de eerste bovendien aan de hoeken met zware zwarte koordkwasten ge-garneerd. Hoed van grijs krip, met kleine asters opgemaakt; groen taffen parasol,

met bruin foulard gevoerd.

Fanchon “Marion.”

Brei-, haak en knoopwerk. Afb. No. 5―7. 1 lood fijne witte wol (zwane wol), ½ lood witte zephirwol, platte paarse zijde, dikke stalen breinaalden, een knoophoutje bijna 2

d. in omvang, een haaknaald.

De fond en de bavolet van deze sierlijke,

2 October 1866.

(SUPPL. No. 20). Prijs per 3 maanden ƒ 1,275.

Tapisseriepatroon voor pantoffels, kussens enz.

Afbeelding No. 8.

Dit patroon ofschoon eenvoudig, maakt een uiterst fraai effect. Het is

bijzonder geschikt ter vervaardiging van taschjes, pantoffels, kussens enz.

Aan ons model is de fond met paarse zephirwol met den gewonen kruis-

steek gewerkt, de driehoekige figuren die met gele koordzijde zijn omge-

ven worden met zwarte wol met den smyrnaschen steek uitgevoerd. Wij

laten het aan den persoonlijken smaak der dames over andere kleuren

hiervoor te kiezen.

Naaldenboekje. Applicationwerk.

Afbeelding No. 9. Wit, zwart en rood laken, wit flanel, rood satijn, rood

taffen lint, fijn gouddraad, gele zijde, gekleurd zijden koord

tusschenbeide van grofte.

De beide dekbladen van het boekje, die elk eene kaart: ruiten zeven en

schoppen zes nabootsen, zijn van wit laken met application van bovenge-

noemde kleuren vervaardigd en met rood satijn met een stuk carton er tus-

schen gevoerd. Taffen lint 2 d. breed, tot een strik te zamen gevoegd, dient

om de flanellen lapjes van binnen in het boekje, die tot berging van de naal-

den bestemd zijn vast te houden. Ter vervaardiging van ons model knipt

men voor de dekbladen van wit laken en rood satijn van elk 2 gedeelten,

elk 9½ d. lang en 6 d. breed. De oogen (punten) van bovengenoemde kaar-

ten, waarvoor men den vorm en de grootte van een gewone speelkaart neemt, worden van rood en zwart laken gesneden en met vloeipapier er

onder, op de bestemde plaats door middel van opgeloste arabische gom op

het laken geplakt. De buitenrand van elk oog wordt met goud koord om-

geven, en er met zwarte zijde op bevestigd. Bij het verbinden van elk gedeelte

boven- en voeringstof over

het cartonnen gedeelte, be-

vestigt men tevens het ge-

kleurd zijden koord dat de dekbladen van het boekje omgeeft. Beide dekbladen worden daarna aan eene dwarszijde te zamen ge-

hecht, van binnen met fla-

nellen lapjes van overeen-komende grootte en met rood taffen linten voor het

vaststrikken voorzien.

bijzonder gekleed fanchon worden met fijne witte wol in point de diamant gebreid, het garnituur bestaat uit geknoopte ruches van witte wol en paarse zijde. Men werkt den fond en de barbes (banden van de fanchon) in verband met elkander en begint van achteren aan den rand van den fond met een opzetsel van 166 steken, daar op

breit men heen en teruggaande de volgende toeren:

1ste toer. Geheel recht. ― 2de toer. Averechts. ― 3de toer (pa-

troontoer, rechte zijde van het werk). Afwisselend omslaan, 2 recht

te zamen breien.

4de toer. Geheel recht; van elken omgeslagen draad 1 steek breien.

Deze 4 toeren vorm een patroon van den point de diamant, die door afbeelding No. 7 wordt voorgesteld. Nadat deze 4 toeren vijfmaal herhaald zijn, werkt men nog 1 toer recht, 1 toer averecht,

dan kant men aan elke zijde 60 steken af (hiermede zijn de barbes voltooid), zoodat men nog 46 steken op de naald behoudt. In eene

gedurige herhaling van de 4 voorgeschrevene toeren voortwerkende, mindert men gedurig aan het einde van elken toer 1 steek, tot dat het midden van voren met 2 steken is afgesloten, die afgekant worden. Voor de bavolet zet men 50 steken op en breit hierop vijfmaal het beschrevene patroon, mindert evenwel na voltooiing van elk patroon, dus na elken 4den toer, aan elke zijde 2 steken. Na het eindigen van

den 20sten toer kant men af en haakt in de opzetsteken (van onderen

aan den rand) van de bavolet het volgende kantje: 1ste toer van het kantje. Met witte wol, * 1 v. st. in den 1sten opzetsteek, 3 kett., 1 steek overslaan. Van * af herhalen. ― 2de toer. * 3 st. in de eerste kettingsteek opening, 1 kett., 1 v. st. in de volgende kett. opening, 1 kett. Van * af herhalen. ― 3de toer. Met paarse zijde. Aan beide zijden van de v. st. van den vorigen toer, 1 v. st., 1 kett. er tusschen,

dan 3 kett. De voltooide bavolet wordt met den bovenrand, voorts aan de afgeschuinde dwarsranden aan den achterrand van den fond genaaid. Om het geknoopte garnituur te ver-vaardigen, dat den fond an de barbes rondom omgeeft, zet men met witte zephirwol over het genoemde knoop-

houtje 214 steken op en werkt 4 toeren met dezelfde wol, in den laatsten en eersten (opzet) toer ook in elk 1 toer met paarse zijde. Dit garnituur wordt volgens afbeelding No. 6, die de fanchon in zijn geheel te zien geeft, zoodanig er op-genaaid, dat het als rozet plooien geschikt, den fond boven de bavolet, voorts van voren het midden tot aan de barbes omgeeft, terwijl zij deze glad insluiten. Van boven in het midden van den fond worden vlak achter het geplooide gar-nituur, nog twee ruches op gelijke wijze uitgevoerd aange-bracht; voor de eerste, langste ruche zet men 68, voor de

tweede, kortere ruche 43 steken op.

No. 1. Het maatnemen.

Men vindt de beschrijving op de voorzijde van het Supplement.

Figuur 1.

Figuur 2.

Lengte van den rug

Breedte van den rug

Breedte van de borst

Lengte van de taille

Lengte van de taille

Wijdte van de taille van boven

Wijdte van de taille van boven

Wijdte van de taille van onderen

Wijdte van de taille

van onderen