De Gracieuse 19 September 1866

Prijs per 3 m. met album ƒ 2,175. (4e JAARGANG).

Inhoud: Afb. No. 1. Modeplaat. Paletot (met knippatr.). ― 2. Hoed met eene echarpe “Voile.”. ― 3. Tapisserie-patroon voor borduurwerk op java gaas. ― 4. Flacon met een gehaakt overtrek. ― 5. Rug-

wrijver haakwerk. ― 6. Gehaakt mandje voor vruchten- aardappelenschalen enz. ― 7. Breipatroon. ― 8 en 9. Kluwen-drager. ― 10 en 11. Tabouret met borduurwerk. ― 12. Tapisseriesteek voor kleine ta-

pijtjes, kussens enz. ― 13. Breipatroon voor een kraag, een rand voor spreien enz. ― 14. Breipatroon voor kinderjaquetten, kousebanden enz. ― 15―18. Moderne coiffuren van Croisat te Parijs. ― 19―26. Haarkap-

sels van Croisat te Parijs. ― 27 en 28. Jaquette “Edmée” (met knippatr.). ― 29 en 30. Jaquette “Bolero” (met knippatr.). ― 31 en 32. Wijde jaquette van neteldoek en guipure tusschenzetsel (met knippatr.).

33. Negligé-jas voor jonge meisjes (met knippatr.). ― 34. Borduurpatroon ter versiering van blousen, lingeriën, kinderkleederen enz. ― 35 en 36. Twee gehaakte kanten. ― 37. Costuum voor knapen van 4―6 jaar

(met knippatr.). ― 38. Patroon voor een lambrequin. ― 39. Gebreide gordel voor heeren (met knippatr.). ― 40. Gebreid lijfje voor kinderen beneden het jaar. ― 41. Gehaakt dames speelbeursje. ―

42―44. Muziek-taschje. ― 45. Reiscostuum voor dames. ― 46. Schortje “Chatelaine” (met knippatr.). ― 47. Schortje “Abigaïl” (met knippatr.). ― 48. Schortje “Marraine.” ― 49 en 50. Mandje van boheem-

sche kralen.

Inhoud van het Supplement: De knippatronen bij de afbeeldingen No. 1, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 37, 39, 46, 47.

.

Bericht.

Wij leggen er ons steeds op toe, aan onze abonnées het vervaardigen

van hare kleedjes enz. naar de modellen die wij geven, zoo gemakkelijk mogelijk te maken, en daarom zullen wij in het eerstvolgende nummer van de Gracieuse, door afbeeldingen en beschrijving ophelderen, op welke wijze men de knippatronen moet vergrooten en verkleinen, ten einde ze voor elk figuur te kunnen gebruiken. Verder zullen wij in dezelfde aflev.

aantoonen hoe de verschillende naden in linnengoed en andere stoffen wor-

den uitgevoerd.

19 September 1866.

(SUPPL. No. 19). Prijs per 3 maanden ƒ 1,275.

de afwijkende lijn voor het uitsnijden van het onderste gedeelte moet let-ten. Als men al de gedeelten van den paletot volgens de gelijkluidende cijfers aan elkaar heeft gezet, en natuurlijk de voering medegevat, dan wordt langs den buitenrand van den paletot de voering tegen de bovenstof

genaaid, waarna men er in de rondte en ook langs de split op zijde de kant, en daarboven een rand van het breede passement opnaait. Het smalle passement wordt er volgens de afbeelding en zooals wij dit gedeel-

telijk op de knippatronen hebben voorgeteekend, straalsgewijze met af-

zonderlijke reepen opgelegd, welke op den rug en op de mouwen ieder in

een kwast eindigen. De mouw met garnituur voorzien, wordt van 7 tot 8

aan elkaar genaaid en dan in het armsgat, met een ingeregen koordje er

tusschen, gevoegd; 7 van de mouw moet op 7 van het voorstuk vallen.

Deze naad wordt bovenop, volgens de afbeelding in den vorm van eene

epaulette, met breed passement en kant gegarneerd. Ten einde den pa-

letot te kunnen dichtmaken, zet men aan de hoeken van het uitsnijdsel van

den hals haken en oogen.

Fig. 3. Kleedje van grijze taf, paletot van grijs cachemir.

Er zijn in een doorloopend patroon zwarte kralen opgenaaid, en rondom

den onderrand kralen grelots gezet.

Fig. 4. Het korte kleedje van wit alpacca is aan den on-

Beschrijving van de modeplaat.

Afb. No. 1. Knippatr. van den paletot voor Fig. 2: keerz. van het

Supplem. No. V, Fig. 22―25.

Fig. 1. Costuum voor een meisje van 8 jaar. Kort

kleedje van wit alpacca, aan den rand van onderen in grieksche figu-ren uitgesneden, en aldaar gegarneerd met een strookje en af-

zonderlijke rozetten van rood taffen lint. Tweede rok van wit alpacca

met hetzelfde linten strookje afgesloten. Onder de laag uitgesneden taille, op dezelfde wijze versierd, wordt eene hooge blouse van ge-

plooid neteldoek gedragen.

Fig. 2. Nauwtoeloopend kleedje van wit en paars

gestreept foulard. Paletot met “open” (grieksche) mouwen

van zwart cachemir, garnituur van zwarte guipure kant, breede en

smalle randen passement en kwasten. Wij geven het knippatroon van

dezen paletot op het Supplement bij dit nummer Fig. 22 tot 25. Bij het vervaardigen knipt men van cachemir en dunne stof voor voering, naar elk der Fig. 22 en 23 twee gedeelten, naar Fig. 24 een gedeelte langs de dunne lijn in het midden aaneen, verder naar Fig. 25 voor elke mouw een gedeelte aaneen, hoewel men hierbij op

No. 1. Modeplaat. Knippatr. van den paletot voor Fig. 2: Keerz. v. h. Supplem. No. V, Fig. 2225.

De redactie van de Gracieuse.

Fig. 1. Fig. 2. Fig. 3. Fig. 4.