De Gracieuse 1862 | Page 38

30 DE BANKNOOT.

naam dier vrouw zweefde dan ook dikwijls op de lippen van de weduwe SIMON en hare dochter, en indien de eerste al eens te kennen gaf dat de werkelijke wereld niet beantwoordde aan de denkbeelden die zich JULIËTTE vormde van menschen en huisgezinnen, dan kende de laatste geen beter tegenwigt tegen de teleurstelling deswegens, dan de overtuiging dat er althans ééne bestond, evenzeer uitmuntende door gaven van geest en hart, als door schoonheid en bevalligheid.

JULIËTTE had nog altijd het voorregt eener vaste gezondheid genoten, doch op zekeren dag werd zij te midden van hare lessen door eene hevige hoofdpijn overvallen. Toch ging zij voort met haar werk en kwam eerst op het gewone uur te huis. In plaats van te eten ging zij te bed, terwijl hare moe- der haar wel verzorgde gelijk zij meende dat het behoorde, maar zonder er iets meer in te zien dan eene ongesteldheid, die weldra wijken zou bij rust. Maar de nacht was zeer onrus- tig, en toen de moeder dan volgenden morgen dan naasten arts uit de buurt ontbood, bleek het dat eene zenuw-zinking-ziekte de arme JULIËTTE had aangestast.

Gemakkelijk kan men zich eene voorstelling vormen van de ongerustheid der moeder bij het gevaar van haar kind; maar wat men zich onmogelijk kan begrijpen is haar zielsangst als zij de geliefde kranke moest verlaten. O, met wat drift en wat verlangen naar huis doorliep zij de straten, alle moeite doende om hare bedaardheid te behouden, ten einde geschikt te blijven voor de taak die haar was opgelegd. Zij moest niet alleen hare eigene lessen bijhouden, maar ook hare dochter vervangen. Dat zij hiertoe gemagtigd was, werd door haar aangemerkt als eene gunst; want op die wijze kwam zij voor dat men eenen anderen leermeester koos, hetwelk haar zou beroofd hebben van het grootste gedeelte harer inkomsten tot levensonderhoud, en dat juist op een oogenblik, toen de groote onkosten eener lang- durige ziekte veroorzaakten, dat zij minder dan ooit iets mis- sen kon.

Als de weduwe des avonds na eenen overwerkzamen dag thuis kwam, nuttigde zij in haast een weinig voedsel; vervol- gens ontsloeg zij de vrouw die zij ter oppassing gedurende hare