IN KLEEDING, OPSCHIK, BLOEMEN, ENZ. 19
en de bruinen het woord CONTRAST tot motto nemen. Hemels-blaauw bij blond haar, en geel en rood of oranje bij bruin haar. De laatste kleur vooral geeft dat blaauwachtige zwart aan het haar, dat zoo teregt op de vleugels van de raaf wordt be-wonderd. Bleek groen, niet al te blaauw, kan met voordeel bij een bleek gelaat gedragen worden; maar wee de jonge dame met frissche roode wangen en eene warme huidtint die de zelfde kleur zou verkiezen, omdat zij haar zuster, de blonde, zoo wel staat. Haar rood zal ondoorschijnend en steenrood worden – geen bruine in het licht groen. Maar donker groen? Ja dat kan, want het vormt een contrast. Doch alle lichte kleuren passen daarom eene blonde niet, want als men gele linten houdt naast eene teedere huid wordt de laatste witachtig, en veroorzaakt die doffe levenlooze tint die, liever dan geel, de kleur der jaloersheid moest heeten. In verband met licht blaauw – niet donker blaauw of violet of purperrood – wordt een bleek gelaat bevallig. Geel staat het best bij eene donkere huid, het verhoogt de rozen op de wangen en doet de gele tint der huid minder worden.
Al die kleuren evenwel oefenen slechts invloed uit op dat gedeelte van het gelaat waarmede zij in aanraking komen. Zoo, bij voorbeeld, werken bloemen in den hoed voornamelijk op het voorhoofd en de slapen; borst en hals kunnen gemakkelijk be-schermd worden, zoo als wij boven hebben gezegd, maar de bloote arm is tegen ongepaste kleuren volkomen zonder be-scherming. Violet is eene kleur die in het algemeen vermeden moet worden, omdat zij de huid geler maakt, en dat is ver van aangenaam; maar als het violet niet onmiddellijk in aan-raking met de huid komt, als het bij voorbeeld door het haar of door gele of grijze tusschenstoffen er van gescheiden wordt, doet ook violet geen nadeel.
Zeer donker haar en eene zeer donkere tint eischen contras-terende kleuren: boven wezen wij reeds op de vrouwen van donkerkleurige volken die zich tot geel, rood, oranje en wit bepalen, hetzij voor kleeding, hetzij voor versierselen. Het witte kleed moet van mousseline of van eene andere doffe stof zijn, niet van satijn dat te veel wit licht weerkaatst. Een donker