De Gracieuse 17 August 1866 | Page 2

148 DE GRACIEUSE. [17 Augustus 1866. 4e Jaargang.]

witte lijnen als ruiten doorsneden, zijn van licht geel piqué geappliqueerd, de zwarte lijnen geven den loop van het zwarte soutache, de hieraan sluitende dichte lijnen een rood wollen veterband aan. Men kan ook naar welgevallen de grondstof voor het kleed van nanking, engelsch leder, wol-

len of wit java gaas nemen, als ook van laken of reps in

eene donkere kleur en de figuren van wit, gekleurd gedrukt piqué, laken of fluweel appliqueeren; bij de keus voor het soutache en veterband, dat ook door agrement, turksch ga-

lon of iets dergelijks kan vervangen worden, moet men na-

tuurlijk de kleur van de grondstof in aanmerking nemen.

Het kleed wordt door een dik wollen koord, door gefeston-

neerde bogen of eene franje afgesloten.

Geknoopte rand ter garneering van

kleedjes, enz.

Afbeelding No. 5―7.

De grondstof voor deze randen wordt overeenkomstig de bestemming die men er aan geeft genomen. Voor boven-

genoemd doel neemt men fijn zijden guimpe (met zijde over-

sponnen katoen) wit of de kleur naar verkiezing. Van

koord of touw vervaardigd, zouden deze randen voor gor-

dijnbanden stevig genoeg zijn, en ook ter versiering van kamer en tuinsieraden gebezigd kunnen worden. Wij bevelen deze drie verschillende randen aan onze lezeressen zeer aan, omdat de bewerking er van sierlijk en tevens zeer aange-

naam is.

Afbeelding No. 5 toont een van wit zijden guimpe ge-

knoopten rand met chenille en eene kralen versiering aan. Men rijgt hiervoor op dubbel genomen guimpe witte sa-

tijn paarlen, waartoe men voor het eerste de lengte van

den rand moet afmeten, neemt dan beide einden van het overige guimpe, het eene in de rechter, het andere

in de linker hand en werkt door telkens tweemaal door-

halen van het guimpe tusschen elke twee kralen een knoop, zooals de afbeelding door de losse ligging van het guimpe aantoont. Het guimpe moet om de kralen aan beide zijden gedurig een afstekenden boog vormen. In deze bogen haalt men volgens de afbeelding en naar aanwijzing van het oor-

spronkelijke een eind zwart of gekleurd chenille op ijzer-

draad door.

Afbeelding No. 6. Deze rand bestaat uit twee tegenover

elkander liggende ineen gewerkte dubbele rijen lussen, zoo-

als bij de twee laatste toeren van den volgenden rand be-

schreven wordt. Men werkt eerst met een zeer lang eind

guimpe in twee gelijke lengten gelegd de middelste, groot-

ste rijen lussen, met elk einde

een rij en beide met elkander in-

een gewerkt, zooals de afbeel-

ding aantoont, dan verbindt men elke rij lussen aan de buitenzijde door eene rij kleine oogjes. Onder dezen rand kan in het midden in

de lengte een gekleurd lint wor-

den gelegd.

No. 4. Patroon voor een tafelkleed.