De Gracieuse 13 June 1865 | Page 11

Linnen kraag en mouwen met kantsteken versierd.

Afb. No. 58 en 59. Knippatr. keerz. v. h. Suppl. No. X.

Fig. 43 en 44.

Wij geven onzen lezeressen door de afb. No. 58 en 59 een

zeer stevig garnituur uit fijn linnen bestaande te zien, dat

inzonderheid door de kantsteken waarmede de opengewerkte

arabesken zijn gevuld, een zeer fraai effect maakt. De kraag

wordt naar Fig. 43 uit dubbele stof geknipt, en wel aaneen

door de dunne lijn die het midden aangeeft op de dubbel

toegevouwen stof te leggen. Nu naait men de twee gedeelten

van de stof langs de bui-tenranden op elkaar en keert het werk dan naar buiten om, zoodat de in-

slagen tusschen de dubbele stof in liggen, en legt op de bovenzijde langs de gladde lijn op het patroon

voorgeteekend eene rij stik-

steken. Dan brengt men het patr. Fig. 43 op den kraag over, legt er daar waar zich de arabeskenfiguren

moeten bevinden lapjes tul-

le onder, en werkt om al

de omtrekken, waarbij men in de drie dubbele stof

steekt, een randje steelste-ken. De ruimte tusschen

deze omtrekken wordt zoo

als wij dit op Fig. 43 en No. 58 te zien geven met moes-

jes en vetergaatjes gevuld. In de vakjes die tulle moeten

bevatten, en op Fig. 43 met een kruis geteekend zijn,

knipt men het linnen voorzigtig langs de omtrekken weg

en vult de tulle met verschillende kantsteken. In het vol-

gende nummer zullen wij door afbeeldingen ophelderen en voorts be-schrijven hoe men die moet vervaardigen. De aldus voltooide kraag wordt aan een boordje en daarna aan de chemisette genaaid. Voor zulk eene onderchemiset hebben wij op het Suppl. in het nummer van 15 mei,

No. VI, Fig. 49 en 50 de knippatr. gege-

ven. De manchette wordt op dezelfde wijze als de kraag vervaardigd, aan de dwarszijden met knoopen en knoopsgaten voorzien en aan

een mouw van batist of nansoek gezet.

Bad-costuum. Blouse met

capuchon.

Afb. No. 60. Knippatr. voorz. v. h. Suppl.

No. I. Fig. 1―6.

Naar het zeestrand! Hoe snel klopt het

hart bij dezen uitroep! Het zilte nat belooft

nieuwe krachten, een nieuw leven. Naar het

zeebad dan gij vermoeden en lijdenden. Maar

om dezen trotschen koninklijken arts ― de zee ― op eene zijner waar-

dige wijze te gemoet te gaan, moeten wij ons ook in een behoorlijk, sierlijk gewaad, zoo als bijv. op het

hiernevensgaande plaats, vertoonen. Dit badcostuum

bestaat uit eene losse blouse met een capuchon, die even praktisch in het gebruik als bevallig voor het

oog kan genoemd worden. Voor dit gewaad kunnen wij als zeer doelmatig wit flanel, met ruches van

hoogrood wollen hand gegarneerd, aanbevelen. Men

heeft van genoemde stof 800 d. 80 d. breed noodig.

In de knippatronen Fig. 1 en 2 hebben wij weder

omslagen moeten leggen; als men die afzonder-

lijk overgenomen en aan het geheel heeft ge-

hecht, dan knipt men naar elk twee gelijke

gedeelten voor den romp van de blouse;

hierbij volgt men de rigting van de lijn

met een pijl geteekend tot dat men

de vereischte lengte heeft, die na-

tuurlijk afhangt van de persone

waarvoor het costuum bestemd is; het moet tot aan den enkel

reiken; aan den rand van on-

deren rekent men op een zoom ongeveer 3 d. breed. Verder wordt naar Fig. 3 en 4 de pas

gesneden; het laatste figuur als

ook de mouw naar Fig. 5 aan-een; de dunne lijn die men op de dubbel toegevouwen stof legt, geeft het midden aan.

Fig. 6 geeft de helft van

den capuchon; deze

wordt mede op de-

zelfde wijze aaneen

gesneden, waar-

bij men op een

omslag in

tot kruis aaneen, en rimpelt haar aan beide zijden in. De rand van on-

deren wordt tusschen een dubbel boordje 1½ d. breed gezet, waarvan de

wijdte van den omtrek van den arm afhangt; dit boordje wordt met

een ruche van wollen band bedekt en de mouw daarna met H op H aan

Fig. 1 op het voorstuk in het armsgat gezet. De buitenste

rond geknipte omtrek van den capuchon wordt naar binnen zoo ver omgeslagen, dat de stof tot aan de lijn voor de

schuif aangegeven , dubbel ligt; daarna bedekt men den af-

geknipten rand aan de binnenzijde met een eind band dat

er glad wordt opgenaaid en te gelijk dient om er een eind

band doorheen te steken.

Nu moet men den capu-

chon aan den rand van bo-

ven van punt af inrimpelen

en volgens de gelijkluiden-

de letters aan de blouse zet-

ten. De afgeknipte randen

van dezen naad worden met een eind rood zijden lint

geboord, en de pas zoowel

als de capuchon volgens de

afbeelding met ruches ge-

garneerd.

Drie verschillend

vervaardigde bad-

of zwemcostumen.

Afb. No. 61. Knippatr. keerz. v. het Suppl. No.

V. Fig. 21―32.

Sommige dames zullen, als zij van het zeebad gebruik

willen maken misschien de voorkeur geven aan een zwem-

costuum dat wij op drie verschillende wijzen vervaardigd te zien geven, en zich daarvan liever bedienen, als van de

blouse zoo even beschreven, omdat zij met het eerste gewaad

vrijer in hare bewegingen kunnen zijn. De pantalon blijft zoo als de afb.

dit voorstelt van onderen los hangen, of wordt met een boordje vast-

gemaakt; de blouse met lange elleboogs- of korte mouwen voorzien

en om de taille met een effen lederen gordel of met eene écharpe van

dezelfde stof gesloten. De kraag en de om-

slag van de kaper als ook het belegsel kan men met behulp van de afb. naar eigen

goedvinden op de een of andere wijze ver-

vaardigen. Voor een dergelijk costuum wordt gewoonlijk tamelijk dik flanel genomen

waarvan men 470 d. 80 d. breed noodig heeft.

Het figuurtje aan de linkerhand op de af-beelding heeft een costuum van hoogrood flanel met zwart taffen lint gegarneerd; de

figuur in het midden een soortgelijke blouse

van eene licht grijze stof met lichtblaauw

wollen band en met wollen balletjes ver-

sierd, terwijl het jonge meisje aan de reg-

terzijde eindelijk een badcostuum van blaauw

flanel met breed wit wollen band afgezet, te zien geeft. Van voren in

het midden wordt de blouse met hoornen of parel-

moeren knoopen gesloten. De knippatronen op het

Supplement, die wij hierboven hebben aangegeven zijn

bestemd voor het costuum van het middelste figuur-

tje op de afbeelding. Voor den pantalon moet men

eerst twee gelijke gedeelten knippen naar Fig. 21,

waarin wij weder een omslag hebben moeten leggen,

dien men eerst afzonderlijk overneemt en aan het ge-

heel vast hecht; men legt daarna het knippatroon

met de dunne lijn die het midden aangeeft, op de

dubbel toegevouwen stof en moet hierbij letten op

de afwijkende lijnen voor den vorm van het

voorste gedeelte van den pantalon. Fig. 22,

23 en 24 geven de helft voor het boord

van de taille van voren en dat van ach-

teren, alsmede voor het boordje van

onderen aan den rand van den pan-

talon, deze worden uit de dubbele

stof en aaneen geknipt: de dunne lijn geeft het midden

aan. Nu worden de twee ge-deelten van den pantalon van

A tot B aan elkaar genaaid,

en legt men in de split die

van B tot G open blijft aan

de binnenzijde een smal zoompje als ook langs de

afgeknipte randen van de in-

snijding voor de split aan den

bovenkant; aan het ach-

terste gedeelte van den

pantalon zet men

tegen den zoom

langs de split

van E tot

ster een

No. 59. Mouw behoorende bij

den kraag No. 58.

Knippat. Keerz. v. h. Suppl. No. X, Fig. 44.

[13 Junij 1865. 3e Jaargang.] DE GRACIEUSE. 115

den vorm van een zoom aan den buitenrand rekent. Nu naait

men de twee gedeelten van den rug van achteren in het mid-

den aan elkaar, als ook de voorstukken van ster tot aan den

rand van onderen, legt dan in de rondte van de blouse een

zoom, naar buiten omgeslagen, behalve aan den bovenkant en bedekt den rand door een rood wollen band, dat er glad

wordt opgenaaid. In den rand van boven worden naar aan-

wijzing op de knippatronen, breede plooijen gelegd door tel-

kens twee kruisen op het daartusschen inliggende punt te hechten, zoo dat de gepunte lijnen de buitenste vouw van

de plooijen uitmaken. Verder wordt de afgeknipte rand

van het geplooide gedeelte met een linnen band geboord,

en de stukken van den romp volgens de overeenstemmende

letters aan de gedeelten van de

pas gezet nadat de laatsten eerst met een ingenaaid koordje en van voren met knoopen en knoopsgaten zijn voorzien. Eerst nu worden de gedeelten

van den romp van A tot van

onderen aan den rand, en

de gedeelten van de pas

van F tot G met el-

kaar verbonden.

De mouw naait

men van H

No. 56. Gehaakte rozet voor het

garnituur v. d. kraag.

No. 54. Kraag met slippen. Knippatr.

keerz. v. h. Suppl. No. XI. Fig. 45.

No. 58. Kraag met kantsteken versierd.

Knippatroon keerz. v. h. Supplement No. X. Fig. 43.

No. 55. Mouw behoorende bij

den kraag met slippen.

Knippatr. Keerz. v. h. Suppl. No. XI, Fig. 46.

No. 57. Gehaakte rozet voor het

garnituur van den kraag.

Beduïne “Donato.”

Knippatroon tot op een 32ste verkleind. Keerzijde van het Supplem. No. XIV, Fig. 50.

No. 53. Achterzijde.

No. 52. Voorzijde.