voor wandeltoilet wil bezigen, de een of andere winterstof nemen en
het jaquetje in de rondte en om den buitenrand met veterband, kra-
lengalon, kant of iets dergelijks garneeren. Om het te vervaardigen
moet men eerst naar elk der fig. 27, 28, 31, 32 en 34 twee gelijke
gedeelten afzonderlijk, naar elk der fig. 29 en 30 een gedeelte aaneen
langs de dunne gladde lijn op het knippatr. Snijden, naar fig. 33 de
beide mouwen en bij het onderste gedeelte op de afwijkende lijn voor
het uitsnijden onder den arm letten. Nu worden de gedeelten boven-
stof en voering op elkaar geregen, tegen den voorkant van elk der
voorstukken legt men een reep den bovenstof, ongeveer 5 d. breed,
naait er de borstvouwen in, en voorziet ze met de voorgeteekende
knoopsgaten en de daarbij behoorende knoopen. De borstplooien wor-
den er elk punt aan punt tot ster ingenaaid, waarbij de eene afgeknipte rand een weinig moet worden ingehaald. Nu verbindt men den rug, de zijpanden en voorstukken volgens de gelijkluidende letters op de knippatr., en zet er mede volgens de overeenstemmende teekens het kleine omhoogstaande kraagje op. Verder worden van punt aan
punt tot ster de plooien in de gedeelten van den schoot
fig. 31 genaaid, en ook twee diepere plooien in de gedeel-
ten van den schoot, fig. 32, die eerst met een ingeregen
koordje er tusschen aan elkaar zijn gezet, door elk der
kruisen op het punt dat zich bij den naad bevindt te hech-
ten. Nu naait men dit laatste gedeelte van G tot H tegen de
voering van fig. 31 en zet de gedeelten van den schoot volgens
de gelijkluidende letters aan die van de taille. De gedeelten van
den schoot fig. 32 zijn echter, als men het jaquetje zonder revers
wil dragen niet noodig, in dit geval wordt de schoot fig. 31 van ach-
teren in het midden aan elkaar genaaid. Men boort den buitenrand
van het jaquetje en ook dien van de revers met een ingeregen koordje,
de revers worden om ze te kunnen vasthechten, aan de hoeken de
een met een zijden lus, de tweede met een knoop voorzien. Als
nu de gedeelten van de mouwen volgens de overeenstem-
mende letters met elkaar zijn verbonden, dan zet
men van onderen tegen den rand van de mouw
een reep der bovenstof 4 d. breed, en den
revers mede volgens de overeenstem-
mende letters er op; deze wordt
eerst van O tot P toegenaaid en
zooals wij dit hebben voorgetee-
kend met een reep taf en met knoo-pen gegarneerd. Eer de mouw in het armsgat wordt gezet, moet men in den bovenrand van het on-derste gedeelte, volgens aanwijzing op het knippatroon, twee plooien leggen en de mouw met dezelfde letters op die van het voorstuk
vallen.
Tapisserie-patroon voor
een voetzak.
Afbeelding No. 3.
Als men gedurende den winter
met den spoortrein reist, in
een rijtuig of in eene slede
gezeten is, dan kan
Prijs per 3 m. met album ƒ 2,175. (4e JAARGANG).
Inhoud: Afbeelding No. 1 en 2. Jaquette “ Frédérie le Grand” (met knippatr.) ― 3. Tapisserie patroon voor een voetzak. ― 4―7. Witte onderrok (met patronen voor garnituren) ― 8. Gehaakt tusschenzetsel. ―
9 en 10. Gehaakte kanten. ― 11 en 12. Stander voor bijouteriën. ― 13 en 14. Horloge-stander (met knippatroon). ― 15 en 10. Balkleedjes (met knippatr.). ― 17 en 18. Waaier met lint bekleed. ― 19 en 20. Ge-
breide Kaper. ― 21. Haaksteek voor kapers, ondermouwen enz. ― 22 en 23. Kaper “Clarisse” (met knippatroon). ― 24. Jaquette voor jonge meisjes (met knippatroon). ― 25―29 Twee coiffuren (met knippatr.). ―
30. Garnituur voor kleedjes enz. ― 31. Patroon in application voor een tafelkleed enz. ― 32. Dobbelsteen als speldenkussen. ― 33. Haaksteek voor voetkleedjes en reisdekens. ― 34―41. Verschillende patronen
voor tapisseriewerk. ― 42. Lampenhoedje (met knippatroon). ― 43. Lampekleedje. ― 44 en 45. Lampsluier. ― 46 en 46. Twee tapisseriesteken voor pantoffels enz. ― 43. Onderlijfje, dessus de corset (met knippa-
troon). ― 49. Blouse “à revers” (met knippatroon). ― 50. Blouse “bouillonée” (met knippatroon). 51 en 52 Mof en kraag voor kleine meisjes. Haakwerk. ― 53 en 54. Laag uitgesneden blouse met een breed ceintuur
(met knippatroon). ― 55―57. Winterhoeden. ― 58―63. Snippermand met een garnituur van wollen bloemen. ― 64. Pennewisscher (met knippatroon). ― 65. Talma “Russe” (met knippatroon). ― 66. Talma “Blanchette”
(met knippatroon). ― 67. Haaksteek “à rayured blais.” ― 68. Haaksteek “à mouches.” ― 69. Flacondrager. Knoopwerk (met knippatroon). ― 70―73. Voetkussen (Knoopwerk en application). ― 74. Laken Heeren-
laars met bont gegarneerd (met knippatroon). ― 75. Gehaakt onderrokje voor kinderen van 2―4 jaar. ― Beschrijving van de borduurplaat. Fig. 1. Lampekap, om van papier uittesnijden. 2 en 3. Hoeken voor zak-
doeken, application en fransch borduursel. 4 en 5. Randen voor rokken, 6 en 7. Entredeux voor blouses, point oriental. 8 en 10. Kragen. 9 en 11. Manchetten. 12 Toiletkussen op rood laken, in het midden een rond van zwart
fluweel met eene wit laken ster, voorts gouden of stalen loovertjes, goud en zwart soutache. 13―15. Chemisette. 16-19. Hoeken voor zakdoeken. Naamcijfers. Alphabeth la point russe.
Jaquette “Frédéric le Grand.”
Afb. No. 1 en 2. Knippatr., keerz. v. h. Suppl. No. IX, Fig. 27―34.
Als wij ons de revers van dit jaquetje, in den vorm van een paletot,
voorstellen met goud geborduurd, ons verbeelden tusschen de koorden op
de linkerborst, schitterende ridderorden te zien prijken, en er een hoed
tricorne met gouden franje opgemaakt bijvoegen, dan hebben wij het
costuum van een ridder uit den rococotijd voor oogen. Vele onzer abon-
nees zouden echter misschien het hiernevensgaande model wat eenvoudiger
wenschen, en ook aan dit verlangen zullen wij voldoen. Het knippatr. is
zoo ingericht, dat de omgeslagen panden van den schoot (de revers) die het
meest eigenaardige van dit costuum uitmaakt, ook neergeslagen kunnen
worden, waardoor het zich dan als een jaquetje met een gewonen lan-gen schoot vertoont. Ons model bestaat uit staalblauw poult de sore, is met zilvergrijze taf ge-voerd, en de buitenrand met een ingeregen koordje geboord, de voer-ing is natuurlijk aan de revers
bovenop zichtbaar, terwijl zij ins-gelijks voor de ceintuur, voor het kraagje en voor het belegsel op de mouw wordt gebruikt. De linker-zijde van de borst en de mouw aan dien kant, zijn met enkele en ge-vlochten zwart zijden koorden (passementwerk), die in kwasten eindigen versierd, zooals men dit of de afb. ziet voorgesteld. Van voren wordt de jaquette met groote ronde knoopen met zijde overtrok-ken dicht gemaakt, op de revers
van den schoot en op de mou-
wen komen dezelfde knoopen
voor. Als men dit model
wenscht te vereenvoudi-
gen, dan kan men zoo-als wij hierboven aan-
stipten de revers weg-
laten, al naar dat men het in huis of
een voetzak als onontbeerlijk beschouwd worden, en daarom zal het onzen
abonnées zeker aangenaam zijn dat wij er haar een patroon voor aanbie-
den. Dit laatste wordt met den gewonen kruissteek uitgevoerd, is zeer
gracieus en gemakkelijk te bewerken. Wij hebben er de verklaring der tee-
kens bijgevoegd en achten het dus overbodig er eene meer uitvoerige be-
schrijving van te geven, alleen aanmerkende dat voor ons model gaas No.
2 is gebruikt. Als het borduurwerk voltooid is, dan wordt de voetzak
verder door den bontwerker opgemaakt.
Witte onderrok.
Afb. No. 4. Patr. v. h. garnituur: voorz. v. h. Suppl. No. VI, Fig. 20.
Ons model is vervaardigd van fijne witte shirting, met geeren geknipt en
van onderen in bogen uitgesneden. Het garnituur
dat er met boogvormige lijnen die elkaar krui-
sen op is gelegd, bestaat ui dicht geplooide
strooken 3 ½ d. br., en geborduurde entre-deux 1 ½ d. br. De strook wordt met het en-
tre-deux en dit laatste met den rok verbon-den door schuine reepen ½ d. breed die er op
zijn getikt. Onder het entre-deux wordt
de stof van den rok weggeknipt. De lengte van
den laatste hangt van de grootte van de persoon
af, maar is van achteren 10 d. langer als van voren. Ons model is 430 d. wijd. De grootte en de schikking der schelpen, waarvan er 13 op
regelmatige afstanden aan den rand van den
rok voorkomen, is op het Supplement onder
No. VI, fig. 20 aangegeven. De rok kan naar
den nauwtoeloopenden rok op bladz. 165
in den vorigen jaargang van de Gracieuse
geknipt worden.
13 December 1865.
(SUPPL. No. 1). Prijs per 3 maanden ƒ 1,275.
Voorzijde.
No. 1 en 2. Jaquette “Frédérie le Grand.”
Knippatr., keerz. van het Supplement No. IX, Fig. 27―34.
Achterzijde.