Bijvoegsel van de Gracieuse.
De twee voorste gedeelten van den band zijn op ons model rekbaar en zoo
geweven dat de dubbele stof slechts tot op de helft gom elastiek bevat, terwijl
de rok met de andere helft van de breedte kan geboord worden. Indien men zich
deze elastieke reepen niet kan aanschaffen, dan knipt men naar Fig. 4 twee
deelen van de stof dubbel genomen, naait elk van E tot F aan het achterste
gedeelte vast en zet ze van F tot H op den rok die daar een weinig
wordt ingerimpeld. Aan den voorkant voorziet men den band met
haken en oogen.
Hemd voor knaapjes van 3—5 jaar.
Afb. No. 39. Knippatroon, keerzijde van het Supplement
No. VIII, Fig. 32—34.
Dit hemdje is zoo lief opgemaakt, dat het als een chemiset
onder een laag uitgesneden kieltje of een open jaquetje kan ge-
dragen worden, het wordt vervaardigd uit fijn linnen, uit ba-
tist of shirting en gegarneerd met een geborduurde strook ong-
eveer 2½ d. breed, die om het uitsnijdsel van den hals en om
de mouwen heenloopt en van voren er zoodanig is opgezet, dat
zij een chemiset nabootst. Zoowel de voor- als ach-
terromp wordt naar Fig. 32 aaneen geknipt, waar-
bij men het patroon met de lijn die het midden aan-
geeft langs den draad op de dubbel toegevouwen stof
legt. Hierbij moet men op de lijn die voor het uitsnijden
van den hals in den voorromp op Fig. 32 wordt aange-
geven letter. Nadat in het midden van den voor-
romp eene insnijding in de lengte is gemaakt,
van boven van den rand tot E en eene kortere in
de dwarste van E tot F, slaat men de zijranden van het lange insnijdsel naar
buiten toe om, voor een zoom naauw-
lijks een d. breed waarbij elk kruis van Fig. 32 op het naastbijliggende punt wordt vast-
gehecht. Daarna worden volgens de aanwijzing op het knippatroon de geborduurde strookje met den
effen kant langs de schuinloopende, ge-stipte lijnen op Fig. 32
vastgenaaid. De onderste zij-
de van de dwarse
insnijding wordt van E tot F in-
gerimpeld zoo dat E op E van den bovensten rand sluit, op het insnijdsel zet
men daarna een smal geborduurd reepje even als een boordje, dit borduursel kan men aar het patroon dat wij voor den schou-derreep geven, uitvoe-ren. Aan den verkeer-
de kant zet men tegen het insnijdsel een
linnen bandje. Nu worden de gedeelten van den
romp aan de zijden van A tot
B op den schouder
evenzoo volgens
de gelijkluidende letters en met een geborduurd tusschenzet-
sel er tusschen verbonden waarvoor men op Fig. 33 den vorm en het patroon vindt; van onderen aan den rand krijgt het hemdje een zoom 1 duim breed. Den achterromp rimpelt men van boven in het mid-den van ster af in en zet rondom het uitsnijdsel
van den hals een glad geborduurd boordje 47 duim wijd. Aan de binnenzijde wordt er tot meerdere stevigheid een linnen bandje tegen gezet en aan de einden een knoop en knoopsgat om het hemdje te kunnen sluiten. Zoo als de afbeelding dit doet zien is het borduurwerk aan het boordje in overeenstem-ming met het overige garnituur. De korte mouw welke men knipt naar Fig. 34 wordt van G tot H
aaneengenaaid, en daarna van boven aan den rand van punt tot ster in-gerimpeld, vervolgens zet men er een geborduurd boordje op. Aan de bin-nenzijde bedekt men de inslagen van
de naden met een smal lin-nen bandje. Nu zet men het aldus voltooide mouwtje in
het armsgat, waarbij de
naad van het eerste op
den naad van den zij-
romp vallen moet.
Schortje voor kinderen van 1—3 jaar.
Afbeelding No. 40. Knippatroon, voorzijde van het Supplement No. IV.
Fig. 14—18.
Dit lieve schortje van fijn nansoek, het fatsoen van eene blouse, waarvan de vorm
van het lijfje door het gladde voorstuk wordt aangegeven, dat uit geborduurde
tusschenzetsels en een geplooiden reep bestaat, en op het ruime schortje
is gezet. Eerst moet men naar Fig. 14 een gedeelte en wel langs de
lijn die het midden aangeeft aaneen knippen, en naar Fig. 15 en 16
naar elk twee deelen, uit geplooide reepen en geborduurde tusschen-
zetsels, vervaardigen. Dan verbindt men den schouder Fig. 16 met het
voorste en achterste gedeelte van het stuk volgens de overeenstem-
mende letters en wel zoo dat de schouderreep onder de gedeelten van
het stuk komt, en de boogvormige zijkant het uitsnijdesel van den
hals uitmaakt. De romp die aan ons model 40 duim lang en 120
duim wijd is wordt aaneen geknipt waarbij men op drie smalle
zoomen en ook op den 4 duim breeden zoom van onderen
moet rekenen. Van boven wordt het schortje met een rolzoompje
ingerimpeld, gelijkmatig verdeeld en aan het voorste en ach-
terste gedeelte van het stuk gezet. Dit laatste krijgt volgens
de aanwijzing op het patroon aan de eene zijde twee knoopen,
en aan de andere gefestonneerde lusjes om het schortje digt te
maken. het mouwtje dat men naar Fig. 17 aaneen moet
knippen wordt aan den rand van onderen met een rol-
zoompje ingerimpeld, met L aan L en met M aan M aan
een boordje gezet dat uit een geborduurd tusschenzetsel
bestaat naar Fig. 18 aaneen geknipt, en vervolgens van
N tot O aan een wordt genaaid. Van boven aan den rand
wordt de mouw ingerimpeld en dan met een ingenaaid
koordje er tusschen in het armsgat gezet, waarbij N van
de mouw op N van het voorste en van het achterste ge-
deelte van het stuk Fig. 14 en 15 sluiten moet. De
zakjes uit nansoek en uit geborduurde strookje vervaar-
digd worden langs de zijranden op het schortje gezet en wel
12 duim van boven van den rand en 8 duim van voren
van het mid-
den af.
Beschrijving
van het mode-
plaatje.
Afbeelding No. 41.
Fig. 1. Kleedje van
donkerblaauw
poult de soie, met
een naauw toeloopen-de rok waarom van
onderen aan den rand
een dik blaauw zijden
koord heenloopt. Het garnituur bestaat uit zwarte fluweelen pat-
tes die met witte gekrulde franje be-
zet en drie aan drie met eene lus van
het zelfde
fluweel ver-
bonden zijn.
Een soortge-lijk pattes-
garnituur vormt op het lijf een
kleinen schoot
en op elke mouw eene epaulette.
Fig. 2. Kleedje van grijs wollen reps. De rand van
den spits toeloopenden rok is met smalle ruches van violet-
kleurig taffen lint bezet. De afzonderlijke figuren van palmen
waarmede de rok versierd is, zijn uit zwart fluweel en violet-
kleurige taffen ruches vervaardigd. Eene soortgelijk figuur van
eene palm, maar naar evenredigheid kleiner, vormt op den
schouder eene epaulette.
Op een der laatste nijverheids-tentoonstellin-gen te Bayonne, werd voor een kleedje van Alen-çonsche kant de gouden medaille toegewezen. De prijs van dezen japon was vijenzeventig duizend francs. Vijenzeventig duizend francs welk eene ontzettende som! Wanneer men ech-ter bedenkt dat er jaren van onafgebroken arbeid noodig waren om dit werk te voltooijen dan
kan het niet als te duur betaald wor-den beschouwd. Onze lezeressen zijn in staat om hierover zelve te oordeelen. Wie weet echter of de
eigenares van het kostbare kanten
kleedje er wel zoo élégant heeft
uitgezien als de twee
lieve figuurtjes die op de hiernevensgaande afbeelding voorko-
men.
No. 39. Hemd voor knaapjes van 3-5 jaar. Knippatr.
keerz. v. h. Suppl. No. VIII. Fig. 32-34.
No. 37. Rok (crinoline). Knippatr. voorz.
v. h. Supplem. No. I. Fig. 1—5.
No. 38. Vorm van de crinoline aan den rand van onderen.
No. 40. Schortje voor kinderen van 1—3 jaar. Knippatr.
voorz. v. h. Supplem. No. IV. Fig. 14—18.
No. 41. Modeplaat.
Achter
Voor