116 DE GRACIEUSE. [11 Juni 1867. 5e Jaargang.]
Beschrijving van de parijsche modeplaat.
Wandeltoilet buiten de stad. Hoed van rijststroo, de bodem
is van achteren ovaal. Een krans van klaprozen, door smalle blonde ingesloten, loopt om den hoed heen. Een tweede slinger van klaprozen en bladeren, is in den vorm van strikbanden onder de coiffure vast-
gemaakt.
Costuum breton van wit en van rood cachemir, gegarneerd met zwart galon, met wit geborduurd, verder met eene “créte” van rood cachemir. De geborduurde figuren zijn met witte zijde op een zwart
fond uitgevoerd. op de corsage en op de mouwen zilveren knoopen.
De corsage is van voren open van achteren rond uitgesneden en met
rood cachemir afgezet. Gemslederen laarsjes.
Wandeltoilet in de stad. Tullen hoed met witte gitten gebor-
duurd; eene ingerimpelde kant onder een rij paarlen is rondom den
hoed gelegd. Strikbanden “à l’esclave,” versierd met paarlen.
Taffen kleedje (Bismark) met biais van donkerder taf. Gladde cor-
sage, gegarneerd met biais. Korte ronde taille. De korte rok is versierd met biais in den vorm van open ruiten; deze figuren zijn van afne-
mende grootte en sluiten op regelmatige afstanden in elkaar.
De tweede rok heeft een eenvoudiger garnituur namelijk vier biais een weinig smaller als de vorige die in de rondte om den rok heen-
loopen.
Rechte korte pardessus. De rand van onderen is op dezelfde wijze
als die van den tweeden rok gegarneerd, aan de bovenzijde van de
mouw komt, in den vorm van eene epaulette een soortgelijk figuur als
op den rok van het kleedje voor.
Meisjes van zeven a acht jaar. Kleedje van alpacca gegarneerd met taffen biais. Twee van deze biais loopen om den ondersten rok heen, en zijn er op den bovensten, in punten uitgesneden, met afzonderlijke reepen opgelegd. Hooge corsage, hartvormig uitgesneden, het garni-
tuur bootst een vest na. De guimpe, even als de mouwen van wit neteldoek, komt er een weinig onder uit. Taffen ceintuur, van
dezelfde kleur als het garneersel.
uit en bevestigt de punt van de geer aan de binnenzijde met een kruisnaad. Tegen de voorranden van het corset zet men een linnen band 2 d. tegen de zijranden een band ½ d. breed, dat er met stiksteken op de rechterzijde uitge-voerd aan wordt bevestigd, voorziet het corset naar aanwijzing op fig. 27 met baleinen en vetergaten en boort het aan den boven- en onderrand met
linnen band ½ d. breed.
De Redactie van de Gracieuse heeft ontvangen de navol-gende voorwerpen, bestemd ter mededinging naar de prijsvraag door
haar uitgeschreven:
No. 1. Antimacasser. ― 2. Tullen chemisette. ― 3. Ovale spiegel met flu-weelen lijst, versierd met bloemen van kralen vervaardigd. ― 4. Canapé-kussen. ― 5. Vuurscherm. ― 6. Wiegedekentje. ― 7. Sprei. ― 8. Kleedje onder een theeblad. ― 9. Antimacasser. ― 10. Werkzakje. ― 11. Collier à mûres. ― 12. Wiegedeken. ― 13. Vloerkleedje. ― 14. Souvenir of brief-drager. ― 15. Muts. ― 16. Gehaakte mand met wollen bloemen. ― 17. Ge-haakte bloemenstander. ― 18. Vaantje als vuurscherm. ― 19. Geknoopte antimacasser. ― 20. Geknoopte négligé muts. ― 21. Lampsluier. ― 22. Gebreid broekje. ― 23. Zitkussen voor een klein kind. ― 24. Voetbankje. ― 25. Gehaakte doek. ― 26. Kousen. ― 27. Borstrok. ― 28. Boezelaartje. ― 29. Twee gebreide kraagjes. ― 30. Gehaakt kraagje. ― 31. Lambre-
quin. ― 32. Werkzakje. ― 33. Werkzakje. ― 34. Gebreide borstrok. ―
35. Schilderij. ― 36. Canapékussen. ― 37. Rijtuigkleedje. ― 38. Voile. ― Zakdoek. ― Halsdoekje. ― 39. Toiletdoos. ― 40. Werktaschje. ― 41. Kan-
ten kraagje. ― 42 en 43. Twee schelbanden. ― 44. Gebreid borstrokje. ― 45. Vlag als inktlap. ― 46. Kluwenzakje. ― 47. Kralen fantasiemandje. ― 48. Lampekleedje. ― 49. Sprei. ― 50. Zakdoek. ― 51. Kinderschortje. ― 52. Vuurscherm. ― 53. Doosje. ― 54. Tafelkleedje. ― 55. Gehaakt tafel-
kleedje. ― 56. Voetkussen met dahlia’s. ― 57. Vuurscherm en theedoeken-
rekje. ― 58. Mandje voor visitekaartjes. ― 59. Antimacasser. ― 60. Mand
met bloemen. ― 61. Canapé- of haardkleedje. ― 62. Model van een kleed Jaquette. ― 63. Schelband en necessaire. ― 64. Canapékus-
sen. ― 65. Lichtscherm.
Bij deze Aflevering is een Supplement, bevattende knippatronen.
UITGAVE VAN A. W. SIJTHOFF, TE LEIDEN.
No. 61. Pelerine met een capuchon.
Knippatr. voorz. van het Suppl. No. I, fig. 1 en 2.
No. 60. Wijde jaquette voor dames. Achterzijde.
No. 59. Wijde jaquette voor dames. Voorzijde. Knippatr. voorz.
v. h. Supplem. No. II, fig. 3―6.
No. 62. Corset om in een kleedje te naaien.
Knippatr. voorz. van het Supplem. No. VIII, fig. 27―29.
No. 63. Jaquette “Breton.” Voorzijde.
Knippatr. voorz. v. h. Suppl. No. VI, fig. 22 en 23.
No. 64. Jaquette “Breton.” Achterzijde.
Jaquette “Breton.”
Afb. No. 63 en 64. Knippatr. voorz. v. h. Supplem. No. VI,
fig. 22 en 23.
Dit jaquetje zonder mouwen is vervaardigd van zwart ratiné (een ruwe wollen stof), in de rondte met gegolfde lijnen met 6 rijen
kettingsteken van roode, blauwe en gele zijde versierd en langs den buitenrand in puntjes uitgeknipt die weder onder de puntjes van een
reep rood laken, aan de binnenzijde er tegen gezet uitkomen. Deze reep is 4 duim breed, aan de eene lange zijde ongeveer 1 d. van den buitenrand van de jaquette af met stikst. er tegen gezet aan de an-
dere lange zijde met voorsteekjes er tegengenaaid. In plaats van den afgeknipten rand om te vouwen wordt hij eveneens uitgetand. Fig. 22 en 23 ge-
ven het fatsoen van het jaquetje. De twee voorstuk-
ken naar fig. 22 geknipt worden volgens de over-
eenstemmende cijfers met een achtersteeknaad aan den rug, van achteren aan-een geknipt gezet, de af-
geknipte randen aan beide zijden van den naad plat
op de stof gezoomd.