92 [1 Mei 1867. 5e Jaargang.]
zilverkoord omgeven. Van binnen heeft het album met witte taf be-
kleed, een tweede deksel, dat volgens afb. No. 43 met taffen lint van
1 d. breedte kruisgewijze overspannen en rondom met zijden koord is bezet. Dit gedeelte is met het bovenste deksel van het album verbon-
den en wel, volgens afbeelding No. 43, aan de eene lange zijde door
twee taffen linten elk 14 d. lang, aan de andere zijde door eenige ste-
ken. Tusschen deze beide deksels worden de handschoenen gelegd, terwijl de ruimte van onderen in de doos voor zakdoeken bestemd is. Een reukkussentje van witte taf, dat men met ruiten doorstikt, dient tot het parfu-
meeren van de handschoenen en zakdoe-
ken. Door een band van zilver veterband en twee metalen knoopen wordt het album
gesloten.
Verschillende soorten van
knoopen als garnituur op pa-
letots,
jaquet-
ten enz.
Afb. No. 53―63.
In den laatsten tijd worden ere veel nieuwe soorten van knoopen gebruikt, en wel knoopen met een gehaakt of met een geborduurd overtrek. Het ge-haakte overtrek wordt met zwarte
koordzijde en vaste steken van de linker- naar de rechterzijde gehaakt, juist
zooals wij op bladz. 75 van dezen jaargang afb. No. 41―47 en de daarbij behoo-
rende beschrijving hebben aangewezen. De vorm van het overtrek moet steeds met den vorm van den knoop overeenkomen. Als men den knoop met kralen wenscht te versieren dan worden zij er ingehaakt of opgenaaid. De geborduurde over-
trekken voor knoopen worden met zwarte of gekleurde koord- of dikke naaizijde met de meest verschillende soorten van steken zooals den platten, schuinen-steel-
moesjessteek of met den point russe op zwarte of gekleurde stof uitgevoerd.
Menigmaal versiert men de grondstof be-halve met borduur-
werk ook met kralen.
De knoopen afb.
No. 53 en 54 geven
een gehaakt over-
trek te zien. De knoo-pen afb. No. 55 en
56 met taf overtrok-
ken zijn met kralen en met soutache ver-
sierd. de samenstel-
ling en de soort van kralen is op de af-
beelding duidelijk
zichtbaar. Afb. No. 57 stelt een
knoop voor met taf bekleed, op de bo-
vengenoemde wijze met den platten steek en met eenige kralen versierd. Daar het laatstgenoemde soort
van knoopen te-
genwoordig zeer
is gezocht,
voegen wij er onder afb. No.
58―63 nog
verschillende
patronen voor
geborduurde
knoopen bij, en laten het verder aan den goeden smaak der dames over de kleuren zoo te kiezen: na-
melijk de kleur der zijde waar-
mede men werkt
met die der
grondstof, en deze laatste al-weder met de kleur van het
kleedingstuk waarvoor men de knoopen bestemt, dat alles een fraai gehaal vormt. Wij geven
slechts eene handleiding, in de borduurpatronen zelve kan nog veel variatie worden aange-
bracht; kleine afzonderlijke bloempjes of bladeren of wel fraaie insecten, vlinders enz. zijn er bijzonder voor geschikt, en kunnen gemakkelijk van de vele patronen die wij herhaaldelijk voor borduurwerk op taf enz. geven, overgenomen worden. In betrekkelijk korten tijd kan men zich op deze wijze met weinig moete en zeer weinig onkosten een zeer fraai garnituur ver-
schaffen, dat ― en dit is bij vele dames hoofdzaak ― zeer modern is
en zeker nog niet algemeen gedragen zal worden.
Vlecht van fluweel voor kapsels en een collier
van kralen.
Afbeelding No. 39 en 40.
Deze fraaie coiffure bootst lange afhangende haarvlechten na. Zij is van drie schuine reepen zwart fluweel vervaardigd elk 155 d. lang, in het midden
5 d. br., de einden daarentegen die met strikken van fluweelen lint 3 d. breed versierd zijn, heb-
ben slechts eene breedte van 2 d. In het mid-
den, waar de vlecht op den schedel rust, is
zij volgens de afbeelding met eene groote
en 4 kleinere rozetten van kralen versierd
en met een band 28 d. lang, 1 d. breed
van taf en ijzerdraad voorzien, waar de vlecht
met de verkeerde zijde wordt opgehecht.
De ketting, die door afbeelding No. 39
is voorgesteld en waarvan door afbeelding
No. 40 een gedeelte in oorspronkelijke grootte gegeven is, bestaat uit groote en kleinere
geslepen ro-
bijn-roode glaskralen, hij kan even-
wel ook van gitten, nagemaakt barn-
steen, was- of glaskralen vervaardigd worden. Om dezen collier te vervaar-
digen rijgt men eerst op een zeer dik-
ken zijden draad van overeenkomende kleur eene rij kralen aan, die den omvang van den hals moet hebben,
hecht deze rij kralen op carton en rijgt voor den tweeden toer: * 8 kleine, 4
grootere kralen aan, steekt dan de naald van de linker naar de rechterzijde door
de 1. van de 4 grootste kralen, rijgt nogmaals 8 kleine kralen aan, steekt de
naald door de 13. kraal van den 1. toer (slaat dus 12 kralen over) en herhaalt
gedurig van * af tot aan het einde van den toer. De 3. toer wordt op dezelfde
wijze uitgevoerd, doch na voltooiing van elken kralenboog steekt men de naald
gedurig door de onderste van de 4 groote kralen van den 2. toer. Na voltooiing
van den 3. Toer tarnt men den collier van het carton en zet er einden fluweelen of
moirélint van overeenkomende kleur aan, om haar te kunnen vast maken.
Borduurpatroon
ter versiering
van notitieboek-
jes, taschjes voor
visitekaartjes,
enz.
Afb. No. 41.
Dit patroon is
met fijne koordzijde op taf, leder of
iets dergelijks, met den platten- steel-
of knoopjessteek uit-
gevoerd. De
zijde wordt
overeenkomstig de kleur van de grondstof of in de natuurlijke kleur van de bloemen en bladeren ge-
nomen.
Patroon om schuin
knoopwerk door
te stoppen.
Afb. No. 16.
Naarmate men den
geknoopten grond van grover of fijner garen vervaardigt kan deze rand ter versiering van gor-dijnen, groote of kleine tafelkleeden en iets dergelijks
gebezigd wor-
den. Men kan er
met weinig
moeite een hoek aan vormen. Het doorstoppen van den grond ge-
schiedt met ka-
toen of glansga-
ren met den ge-
wonen stopsteek.
Doos voor handschoenen of zakdoeken in den vorm
van een album.
Afbeelding No. 42 en 43. Bordpapier, witte taf, paars grosgrain, wit taffen
lint 1 d. breed, wit zijden koord, zwart fluweel, dik en dun zilver koord,
zilver veterband, kleine witte metalen knoopen.
De buitenste bekleeding van deze doos, 25 d. lang, 17 d. breed, 4½ d. hoog
en van bordpapier vervaardigd, is van paars grosgrain gevormd, met application borduurwerk versierd. de ap-
plicationfiguren zijn van zwart fluweel en met dun en dik
Bij deze Aflevering is een Supplement, bevattende knippatronen.
UITGAVE VAN A. W. SIJTHOFF, TE LEIDEN.
No. 45. Rozet van soutzche en kralen.
No. 47. Rozet van
taf en kralen.
No. 54. Knoop
met een ge-
haakt over-
trek.
No. 48.
Agraffe van koord en kralen.
No. 60.
No. 58―60. Borduurpatronen voor knoopen.
No. 50. Gedeelte van een reep garnituur.
No. 51. Gedeelte van een garnituur.
No. 52. Gedeelte van een reep garnituur.
No. 53. Knoop met een
gehaakt overtrek.
No. 55. Knoop met een
garnituur van soutache
en kralen.
No. 49. Gedeelte van een garnituur.
No. 44. Rozet van grosgrain.
No. 46. Rozet met einden van zwart grosgrain.
No. 63.
No. 61―63. Borduurpatronen v. knoopen.
No. 56. Knoop met een garnituur
van soutache en kralen.
No. 57. Knoop met een garnituur
van soutache en kralen.
No. 58.
No. 59.
No. 61.
No. 62.