Jay Gatsby stond bekend om zijn grote feesten. Er was altijd veel drank en live muziek aanwezig. Muziek die in die tijd populair werd was jazz. Die werd door marching of dance bands gespeeld. Het duurde wel even voor dat iedereen eraan gewend was, vooral de oudere generaties vonden het niet heel geweldig. Jazz was hele uitbundige muziek, waar de individu centraal stond. Louis Armstrong was een van de eerste artiesten die een beetje vrijheid had in het kiezen van zijn nummers, daarvoor werd dat allemaal door de platenmaatschappijen bedacht.
Door die nieuwe muziek werden er ook veel nieuwe dansen bedacht. Heel bekend waren de Charleston, Quickstep, Foxtrot en Black Bottom. Wil je dit nou zelf doen? Bekijk dan eens dit filmpje
Tijdens het dansen ging het er vooral om om gewoon lol te hebben en niet teveel na te denken. Dat paste dan ook weer goed bij de mentaliteit van de 1920s. Die werd ook veel losser en mensen kwamen meer voor zichzelf op.
Grote feesten, lol hebben en
niet teveel nadenken
Jay Gatsby:
10