Brochure Studiemeesters brochure SM | Page 9

Do’s en don’ts voor onderwijsprofessionals 2.2 Zelf-perfectionisme (Actief, veel zelfvertrouwen) Zelf-perfectionisme is het gevolg van een vergelijkbare houding, met één groot verschil, dat gelegen is in de ma- nier waarop de student zichzelf ziet ten opzichte van haar collega’s. De zelf-perfectionist heeft net zulke onredelijke verwachtingen als de taak-perfectionist, maar denkt dat haar collega’s systematisch beneden peil presteren. De taak-perfectionist zal zichzelf sneller als minder slim dan haar collega’s typeren; de zelf-perfectionist vindt zichzelf slimmer. Zelf-perfectionisten zullen actief kennis proberen te vergaren en hebben veel zelfvertrouwen. Hoe herken je deze student: Een zelf-perfectionist • zal nooit om hulp vragen; • zal tijdens gesprekken veel taal gebruiken die wijst op spijt en mogelijke alternatieven die hij/zij had kunnen kiezen: ‘als ik ... had gedaan,’ ’misschien had ik...’ Karakteristieke uitspraken voor dit type student: • “Ik weet dat ik het beter zou moeten doen, omdat ik beter kan.” • “De docent denkt dat ik slim ben, maar ik kan niet aan die verwachting voldoen.” • “Elke fout, hoe klein ook, is een ramp en ik zal erom worden uitgelachen door de docenten.” • “Onder mijn niveau presteren is onacceptabel.” • “Ik kan mijn werk nog niet inleveren, want ik weet dat er nog fouten in zitten.” • “Om mijn tentamen te halen moet ik de stof perfect kennen. Dit maakt het studeren zo lastig dat ik niet weet waar ik moet beginnen. Do’s en don’ts Wel doen: • Blijf positief; deze student heeft uw steun nodig. • Vraag de student zijn werk in te leveren, anders blijft hij eraan werken. • Stel de verwachting van de stu dent bij: perfectie wordt niet ver wacht. Vertel de student dat nu de tijd is om van fouten te leren. Laat bijvoorbeeld fouten uit ei gen werk zien en vertel hoe die zijn opgelost. • Vraag de student harde dead lines in te stellen, zodat hij hier van kan leren. Niet doen: • Vraag de student in een groep te werken. De medestudenten zullen hier niet erg blij mee zijn omdat die het gevoel zullen krijgen dat ze hun kwaliteiten niet kunnen laten zien. • Te joviaal zijn. Deze student heeft afstand nodig, anders kan hij denken dat zijn werk als een persoonlijke belediging zal wor den opgevat wanneer dit bene den zijn niveau is. • De student te veel beslissingen zelf laten nemen, dan neemt hij te veel hooi op zijn vork. 9