Do’s en don’ts voor onderwijsprofessionals
2.2 Zelf-perfectionisme
(Actief, veel zelfvertrouwen)
Zelf-perfectionisme is het gevolg van een vergelijkbare
houding, met één groot verschil, dat gelegen is in de ma-
nier waarop de student zichzelf ziet ten opzichte van haar
collega’s. De zelf-perfectionist heeft net zulke onredelijke
verwachtingen als de taak-perfectionist, maar denkt dat
haar collega’s systematisch beneden peil presteren. De
taak-perfectionist zal zichzelf sneller als minder slim dan
haar collega’s typeren; de zelf-perfectionist vindt zichzelf
slimmer. Zelf-perfectionisten zullen actief kennis proberen
te vergaren en hebben veel zelfvertrouwen.
Hoe herken je deze student:
Een zelf-perfectionist
• zal nooit om hulp vragen;
• zal tijdens gesprekken veel taal gebruiken die wijst op
spijt en mogelijke alternatieven die hij/zij had kunnen
kiezen: ‘als ik ... had gedaan,’ ’misschien had ik...’
Karakteristieke uitspraken voor dit type student:
• “Ik weet dat ik het beter zou moeten doen, omdat ik beter
kan.”
• “De docent denkt dat ik slim ben, maar ik kan niet aan die
verwachting voldoen.”
• “Elke fout, hoe klein ook, is een ramp en ik zal erom
worden uitgelachen door de docenten.”
• “Onder mijn niveau presteren is onacceptabel.”
• “Ik kan mijn werk nog niet inleveren, want ik weet dat er
nog fouten in zitten.”
• “Om mijn tentamen te halen moet ik de stof perfect
kennen. Dit maakt het studeren zo lastig dat ik niet weet
waar ik moet beginnen.
Do’s en don’ts
Wel doen:
• Blijf positief; deze student heeft
uw steun nodig.
• Vraag de student zijn werk in te
leveren, anders blijft hij eraan
werken.
• Stel de verwachting van de stu
dent bij: perfectie wordt niet ver
wacht. Vertel de student dat nu
de tijd is om van fouten te leren.
Laat bijvoorbeeld fouten uit ei
gen werk zien en vertel hoe die
zijn opgelost.
• Vraag de student harde dead
lines in te stellen, zodat hij hier
van kan leren.
Niet doen:
• Vraag de student in een groep
te werken. De medestudenten
zullen hier niet erg blij mee zijn
omdat die het gevoel zullen
krijgen dat ze hun kwaliteiten
niet kunnen laten zien.
• Te joviaal zijn. Deze student
heeft afstand nodig, anders kan
hij denken dat zijn werk als een
persoonlijke belediging zal wor
den opgevat wanneer dit bene
den zijn niveau is.
• De student te veel beslissingen
zelf laten nemen, dan neemt hij
te veel hooi op zijn vork.
9