BNL 2017-1 | Page 38

38 | BOUWENDNL | April 2017 Tekst | Jan Willem Kommer

OMGEVINGSWET: HAARLEMMEROLIE VOOR DE LEEFOMGEVING?

“ Het zal zeker om een omslag in gedrag vragen, zowel van onze leden als van gemeenten.”
Bouw en Infra-bedrijven kunnen vanaf 2019 aanzienlijk gemakkelijker hun werk in de leefomgeving doen. Het doolhof van wetten en regels, vergunningen en bezwaaren beroepsmogelijkheden wordt dan vervangen door de Omgevingswet. Die reduceert het papierwerk drastisch. Kortom; alles gaat straks beter, sneller en tegen minder kosten. Of het in de praktijk ook zo uitpakt?
“ Vanzelf zal het niet gaan, daarom wil Bouwend Nederland er graag een rol in spelen”, zegt Niels Ruyter. De manager Regio Randstad Zuid doelt onder meer op de implementatie van de nieuwe wet. Onderdeel daarvan is het opstellen van één omgevingsvisie en één omgevingsplan per gemeente.“ Het omgevingsplan vervangt straks de bestemmingsplannen. Maar het gaat veel verder dan regelen wat er op een bepaalde locatie mag. Er worden ook zaken in opgenomen die nu nog in allerlei aparte regels zijn vastgelegd. Denk bijvoorbeeld aan luchtkwaliteit, geluid, energiebesparing.”
Broodnodig overleg
Om zo’ n omgevingsplan tot stand te brengen, moet elke gemeente eerst een omgevingsvisie opstellen. Daarin worden voor de lange termijn ambities voor de fysieke leefomgeving vastgelegd; dus hoe zaken als ruimte, vervoer, infrastructuur, water en milieu met elkaar samenhangen. Ruyter:“ Voor een omgevingsvisie en vooral zo’ n omgevings ­ plan dat breed wordt gedragen is het zaak dat een gemeente dat sámen met haar omgeving opstelt; dus ook met bedrijven die daar gevestigd of actief zijn. We kunnen vanuit Bouwend Nederland niet voor onze leden met 390 gemeenten om de tafel gaan zitten, maar we kunnen ze wél ondersteunen bij die samenwerking.”
Meer ruimte voor kwaliteit
Hoewel gemeenten er voor kunnen kiezen om omgevingsvisie en omgevingsplan helemaal zelf op te stellen, heeft Ruyter de indruk dat de meeste de zaken serieus aanpakken. Veel gemeenten hebben een programmamanager voor de implementatie aangesteld en willen gezamenlijk tot een visie en een plan komen. Een van die programmamanagers is Maartje Scholten. Zij werkt voor de Drenthse gemeenten Hoogeveen en De Wolden. Ze is overtuigd van het belang om alle partijen die de stad of het dorp maken te betrekken bij het opstellen van visie en plan.“ Dat zijn dus inwoners en ondernemers maar ook partners als waterschappen, uitvoeringsdiensten, provincie en dergelijke”, zegt ze.“ Die gesprekken leiden tot spelregels in de visie. Hoe werken we met elkaar samen? Hoe en wanneer bespreken we ruimtelijke plannen en initiatieven?