BEHIND THE STARS - DECEMBER 2023 DECEMBER 2023 | Page 31

HERKOMST EN ARCHIEFONDERZOEK

Herkomstonderzoek door het Rijksmuseum wees uit, dat de kleine ovale portretten op dezelfde veiling als de grotere kopieën in 1760 werden verkocht. In de regel waren collectioneurs, in ieder geval in de achttiende eeuw, niet geïnteresseerd in het verzamelen van meerdere portretten van dezelfde mensen, vooral een ouder echtpaar. De eigenaar die in 1760 de vier portretten verkocht, was dus hoogstwaarschijnlijk familie van de voorgestelde mensen en dit bleek ook te kloppen. Aanvullend archiefonderzoek bevestigde de geboortedata van het koppel. Jaapgen werd in 1565 geboren en was dus 70, Jan in 1555 of 56 en was dus 69, zoals op de schilderijtjes staat vermeld. Hierdoor kon met zekerheid worden gesteld dat het om Jan en Jaapgen ging.

VAN DE HAND VAN REMBRANDT

Rembrandt was op het moment dat hij de ovale portretten schilderde de meest gewilde portrettist van Amsterdam. Hij portretteerde het koppel hoogstwaarschijnlijk als vriendendienst, vanwege het kleine formaat en de snelle schetsmatige schilderstijl. Jan en Jaapgen hadden een innige band met Rembrandts familie, die in 1624 begon toen Jan en Jaapgens zoon Dominicus trouwde met Rembrandts nicht Cornelia Cornelisdr van Suytbroek. Vermoedens dat het portretten van de hand van Rembrandt waren, werden bevestigd na uitgebreid materiaal technisch onderzoek door het Rijksmuseum, waaronder röntgenfotografie, infraroodfotografie, infraroodreflectografie, macro-röntgenfluorescentie (macro-XRF), stereomicroscopie en analyse van verfmonsters.

Hieruit kwamen verschillende conclusies die samen overtuigend bewijs leverden; allereerst sloot de gedurfde, krachtige uitvoering van de portretten aan bij Rembrandts snelle uitvoering van portretten en tronies in de periode vanaf 1634. Ook de manier waarop hij wijzigingen tijdens het schilderen aanbracht, komt overeen met andere werken in zijn oeuvre. Deze wijzigingen zijn zichtbaar in de kragen en in de muts van Jaapgen. Onderzoek met een stereomicroscoop liet zien dat de portretten op dezelfde manier waren opgebouwd als andere portretten die Rembrandt in deze periode schilderde. Bovendien komen de pigmenten overeen met de pigmenten die vaker door Rembrandt werden gebruikt: loodwit, loodtingeel, beender- of ivoorzwart, verschillende aardpigmenten, vermiljoen en rode lak. Een identieke bruine, ijzerhoudende verf werd op beide portretten gebruikt voor de opschriften en voor de signatuur en datum op het portret van Jan. Tot slot vertoonden de portretten opvallende overeenkomsten in de opbouw en samenstelling van de verf in vergelijking met andere portretten van Rembrandt in de periode 1634 en 1635, zoals de constructie van de gelaatstrekken en de losse behandeling van de verf.  

De portretten zijn vanaf 13 december samen te zien met andere schilderijen van Rembrandt in zaal 2.8. 

Het Rijksmuseum is dankbaar voor alle vormen van steun die het mag ontvangen. Alleen dankzij schenkingen en bruiklenen is het mogelijk om topstukken zoals deze te laten zien aan het publiek.