To ‘label’ or not to ‘label’
Binnen de thuiszitters bevindt zich een grote groep hoogbegaafden. Elke keer als ACT! hun verhalen en de verhalen van hun ouders of verzorgers hoort, raakt dat enorm. Waarom krijgen deze kinderen niet wat ze nodig hebben? Helpt het om vast te stellen of ze wel of niet hoogbegaafd zijn? Of helpt hun dat eerder van de wal in de sloot? Wanneer een kind zich ontpopt als een getalenteerd voetballer, weten we dit kind heel goed te begeleiden. Dan zou dat toch ook mogelijk moeten zijn met hoogbegaafde kinderen?
n het artikel ‘Leerlingen labelen als
hoogbegaafd is helemaal niet nodig.’ gaat
Hans Koppies in op het nut van het label hoogbegaafdheid. Het artikel gaat in op het feit, dat leerkrachten vaak heel goed weten wat een kind nodig heeft als het op de basisschool D- en E-scores haalt. Maar wanneer een kind goed presteert en allemaal A’s scoort, dan zit een leerkracht vaak met de handen in het haar!
Hans Koppies
et label hoogbegaafdheid kan
helderheid geven, maar kan anderzijds
ook een soort van exclusiviteit geven of aanleiding geven tot te hoge verwachtingen van een kind. Labelen heeft nut, wanneer het als doel heeft te weten te komen, wat een kind
nodig heeft. Ontwikkelingspsycholoog Lianne Hoogeveen pleit er voor om leerkrachten beter op te leiden. Leerkrachten die de kennis in huis hebben, om gedrag van kinderen te herkennen die te weinig worden uitgedaagd, en weten hoe ze daarmee om moeten gaan, hebben de zekerheid van een label niet nodig.
ennis over hoogbegaafdheid kunnen
leerkrachten opdoen op diverse
opleidingen. Voorbeelden zijn:
- ECHA-opleiding
- Novilo opleiding
- SLIM!EDUCATIEF
Coby van der Veen
I
H
K
30
Commentaar