het zoek- en acceptatie-gedrag om die werknemers - jongeren - daadwerkelijk toe te laten. Hier is veel werk in te verzetten, omdat het daarmee een maatschappelijk probleem is. Wat moet er dan gebeuren met die jongeren? Hoe wij - die de samenleving en het onderwijs inrichten - blijkbaar opvattingen hanteren waardoor geaccepteerd wordt dat er jongeren uitvallen. Terwijl we ze ook als ontwikkelbaar kunnen opvatten!
Gedifferentieerd scholingsaanbod
aimond vertelt ook dat hij twee totaal
verschillende dochters heeft. De één is
meer theoretisch georiënteerd, de ander erg praktisch ingesteld. Beiden kunnen zich gelukkig ontwikkelen in bij hun passende opleidingen. Dat moet dan toch ook voor deze doelgroep mogelijk zijn? Het gehele scholingsaanbod moet zo worden samengesteld dat elk kind zich kan ontwikkelen.
Maar hier is ook een keerzijde te benoemen: als een stelsel uitval vertoont, dan bouw je daar een oplossing voor. De Amsterdamse Plus is daar een voorbeeld van. Oplossingen lopen achter de feiten aan. Bovendien brengt differentiatie in het onderwijs met zich mee dat het verschil tussen leerlingen versterkt wordt. Dat is ook een mechanisme. Daarnaast bestaat de kans dat er een wildgroei aan initiatieven binnen scholen ontstaat om bepaalde gebreken en specifieke doelgroepen op te vangen. Daar ligt ook het ontstaan van dit initiatief aan ten grondslag. Dit initiatief is door eerder genoemde krachten te veel opgeschoven richting regulier onderwijs. Het zou goed zijn als het regulier onderwijs hun zorgbreedte zou vergroten.
Zo is te zien dat op stelselniveau het ook een afwegen is tussen differentiëren en homogeniseren. De norm moet simpel zijn: iedereen moet worden bediend.
Welk probleem is met Amsterdamse Plus opgelost?
De zichtbaarheid van het maatschappelijke probleem van uitsluiting kwam aan de oppervlakte door de 9/11-aanslagen. Individuele leerlingen vielen uit en daar moest een passende voorziening voor komen. Dat is in enge zin gelukt. In brede zin niet, want het maatschappelijke probleem van uitsluiten is te groot. Er is natuurlijk ook een nieuw probleem ontstaan: de beperkte capaciteit leidt opnieuw naar een vorm van ‘uitsluiting’, want niet iedereen die aangemeld wordt kan worden geplaatst. Op lokaal niveau wordt onvoldoende naar een integraal inclusieve oplossing gestreefd.
Welke doelgroep?
r is verschil tussen de stadsdelen. In
Amsterdam Zuid-Oost is de groep die
binnenkomt erg gedifferentieerd. Dat is dan anders dan in Amsterdam West, waar veel meer Marokkaanse leerlingen binnenkomen. De doelgroep is zowel qua migratie-achtergrond als qua sociaal-economische achtergrond gekleurd. Het maakt eigenlijk ook niet uit: de doelgroep die binnenkomt is ….. is de doelgroep die binnenkomt!
Resultaten
60% van aangemelde en ingestroomde leerlingen slaagt. Maar er zit een subjectieve kant aan het verhaal. Veel ex-leerlingen die jaren na deelname aan scholing binnen Amsterdamse Plus gewoon goed terecht zijn gekomen, zijn bijvoorbeeld register-account, of docent Engels geworden. Dit zijn voorbeelden van de eerste groep uit 2003! Er zijn er ook die afvallen en uitvallen, of juist terugkeren naar regulier onderwijs. Maar daar worden ze nog niet goed aangenomen en geaccepteerd. Er is nog veel werk te verzetten.
Kennisoverdracht binnen ROC TOP?: Het Wibaut College heeft kennis van het scholingsprincipe van de Amsterdamse Plus, maar is ook een eigen weg gegaan.
15
R
E