Wedstrijdregels
Regel 13, Vrij blijven tijdens het Overstag gaan of Gijpen :
DEFINITIES
Juiste koers: Een koers die de boot nodig heeft om zo spoedig
mogelijk te finishen
Regel 14, Voorkom contact : Een boot moet aanraking met een
Gebaseerd op
“THE RACING RULES OF SAILING 2009–2012”, uitgegeven door de ISAF.
Ruimte: De ruimte die een boot nodig heeft onder de heer-
sende toestanden terwijl hij met goed zeemanschap manoeuvreert. Bij een merkteken houdt dit in ruimte voor een boot om
naar het merkteken te zeilen, en daarna ruimte om zijn juiste
koers bij het merkteken te zeilen dit wordt ook wel merktekenruimte genoemd
Vrij achter en Vrij voor, Overlap: Een boot is vrij achter een
andere wanneer zijn romp achter een lijn dwarsscheeps getrokken door het achterste punt van de romp van de andere boot.
De andere boot is dan vrij voor. Zij hebben een overlap als geen
van beide vrij achter ligt.
Vrij blijven: Een boot blijft vrij van een ander als de andere
zijn koers kan zeilen zonder de noodzaak van uitwijkendehandelingen.
REGELS:
Regel 2 , Sportief en eerlijk zeilen : De regels spreken over
voorrang krijgen en niet over voorrang nemen. Een inschattingsfout is dan ook heel snel gemaakt en iedereen maakt wel
eens een foutje. Wees daarom altijd sportief en eerlijk. Maak
je een fout, ga hier dan niet over discussiëren, maar herstel je
fout zonder gezeur.
- Aanvaringen altijd proberen te vermijden, ook als je voorrang
hebt.Voorkom ten allen tijde schade door aanvaringen. Je mag
een andere boot niet in de problemen brengen en moet hem
altijd de kans geven om vrij te blijven.
- Een andere boot aanroepen. Wanneer je een andere boot aanroept omdat je voorrang hebt, moet je dit duidelijk en tijdig
doen.
Regel 10, Over verschillende boeg :
Wanneer twee boten, die over
verschillende boeg liggen elkaar
tegenkomen, moet een boot met
Bakboord
haar zeil over Stuurboord uitwijken Stuurboord
(heeft
voor een boot met zeil over bakboord. voorrang)
Regel 11, Loef wijkt voor Lij :
Wanneer twee boten over deLoefwaardse
zelfde boeg liggen moet de
boot (Loef wijkt
Loefwaartse boot (de boot die
voor Lij)
aan de loef kant van de andere
boot vaart) vrij blijven van de
Lijwaartse boot. Als de boot aan
Lijwaardse boot
Lij gaat oploeven moet de Loef(heeft voorrang)
waartse boot mee. Dus de boot die het
hoogst aan de wind vaart (de lijwaartse boot) heeft voorrang.
Regel 12, Over dezelfde boeg, geen overlap :
Wanneer twee boten over dezelfde boeg varen maar geen overlap hebben, dan moet de achterste boot vrij blijven van de
voorste.
Achterste boot moet uitwijken
12
Wanneer je Overstag gaat of Gijpt heb je geen voorrangsrechten, pas wanneer je weer duidelijk over een boeg ligt kun je
weer voorrangsrechten krijgen.
andere boot vermijden als dit redelijkerwijs mogelijk is. hij mag
echter niet op grond van deze regel gestraft worden tenzij er
ernstige schade of letsel is ontstaan.
Regel 15, Verkrijgen van voorrang : Wanneer een boot voor-
rang verkrijgt moet hij aanvankelijk de andere boot ruimte
geven om vrij te blijven, tenzij hij voorrang verkrijgt door de
handelingen van de andere boot.
Regel 16, Veranderen van koers : Wanneer een boot met voor-
rang van koers verandert, moet hij de andere boot de ruimte
geven om vrij te blijven.
Regel 18.2 , Het ronden van boeien : Er wordt een denkbeel-
dige cirkel van 3 romplengten om de boei geprojecteerd. Wanneer je deze zone binnenvaart moet je de boten die tussen
jouw boot en de boei liggen en overlap hebben ruimte geven
om de boei goed te kunnen ronden. Boten die bij het betreden
van de zone nog vrij achter liggen mogen zich niet meer tussen
jouw boot en de boei binnendringen, ook niet als er binnen de
zone alsnog overlap verkregen wordt.
Deze boot ligt niet vrij achter en heeft
daarom recht op ruimte om de boei te
ronden Ditzelfde geldt voor obstructies.
Boten die tussen jouw boot en de obstructie varen en overlap hebben moet je ruimte
geven om de obstructie te ontwijken.
Regel 18.3, Overstag gaan vlakbij een
boei : Ga niet overstag binnen de 3 bootlengtes van de boven-
windse boei indien je daarmee een andere boot dwingt om op
te loeven tot in de wind om jou te ontwijken terwijl die op
koers ligt om de boei te ronden, of als je de andere boot verhindert om de boei te ronden.
18.4, Gijpen bij een boei : Bij de voorrangsregel 18.2 hoort ook
het recht om te gijpen van de binnenste boot, mits niet meer
ruimte gebruikt wordt dan nodig is om deze gijp uit te voeren.
Regel 19.1 en regel 20, Ruimte bij een hindernis : Wanneer
boten naar een hindernis varen heeft de boot die op de hindernis dreigt te stranden recht op ruimte om overstag te gaan
of te gijpen. De boot die ruimte wil hebben moet de andere
wel tijdig aanroepen. de aangeroepen boot reageren door zo
spoedig mogelijk zelf overstag te gaan of door onmiddellijk te
antwoorden ‘ jij overstag’ en dan de aanroepende boot ruimte
te geven om overstag te kunnen gaan.
Z u id w a l 2 0 1 3
Regel 30, Een merkteken raken : Tijdens het wedstrijdzeilen
mag een boot een merkteken dat het rak van de baan waarop
hij zeilt begint of eindigt niet raken.
Regel 44, Een straf nemen : Na zo snel mogelijk na het inci-
dent ruim vrij te zijn gevaren van andere boten neemt een boot
een eén-ronde straf waarbij eenmaal overstag wordt gegaan en
eenmaal gegijpt.
13