Zorg op maat Veertig jaar vooruit | Page 61

steeds verschillende ­ org­egimes in het vizier, onder steeds z r wisselende benamingen. Niemand heeft het overzicht. De mannen en vrouwen die uiteindelijk bij Prisma komen hebben vaak vier of vijf ­nstellingen en zorginstanties versleten. Ze zijn i overal uitbehandeld, maar nergens geholpen.’ Wie Peter Nouwens ooit over dit onderwerp los heeft horen gaan, zal niet verbaasd zijn dat hij met zijn promotie­ onderzoek daar iets aan wil doen. Hij wil begrijpen hoe het komt dat mensen met een licht verstandelijke beperking het zo moeilijk hebben om zich staande te houden in de samen­eving. l En hoe komt het dat ze in toenemende mate een beroep doen op structurele zorg? Deze nog wat algemene vragen zijn echter voor hem niet voldoende. Hij is geen samenlevings­ duider, maar een doe-wetenschapper. Hij wil bijdragen aan een praktijk waarin wat gedaan kan worden aan al die dramatische carrières die eindigen in gebroken gezinnen, de gevangenis, jeugdzorg, daklozenzorg, de Wajong of andere misère. Hoe? Daarvoor raapt hij al de lessen uit zijn loopbaan bij elkaar. Ontdekte de jonge Nouwens op de zolder van de A ­ ssisië-paviljoens dat het loont om heel goed naar mensen te kijken en ze intensief aandacht te geven; in zijn onderzoek gaat hij hetzelfde doen: precies kijken wat er aan de hand is, een goede bril opzetten. Sterkte het klassieke werk van Wim ter Horst hem in het onderkennen van het belang van het herstel van het gewone leven; in zijn onderzoek richt hij zich op bescher­ ende factoren die het gewone leven in stand m ‘Er komen per jaar 30.000 zwak-­ begaafde mensen bij. Als er dit jaar 30.000 mensen een hartinfarct krijgen dan openen we een nieuw ziekenhuis, dan halen we alles uit de kast, en dit… dit laten we gewoon gebeuren.’ Veertig jaar vooruit provincies, met woningcorporaties om met hen de vraag te beantwoorden hoe het komt dat we steeds meer mensen met een licht verstandelijke beperking krijgen. Bij Prisma krijgen we zo’n honderd aanmeldingen per maand, 60 tot 70 procent daarvan komt uit deze doelgroep. Tien, vijftien jaar geleden was dat nog maar 10 procent. Let wel, die mensen komen bij ons met een indicatie, dus dan is het al op een of andere manier misgelopen. Wij zijn niet de instantie die deze zorg genereren. Het komt op ons af. Maar vrijwel niemand stelt daar vragen over. Wat gebeurt er in onze samenleving? Wat is er aan de hand dat dit kan gebeuren?’ Het is een onderwerp waar hij zich echt boos over kan maken. ‘Er komen per jaar 30.000 zwakbegaafde mensen bij die een beroep doen op langdurige zorg. Dertigduizend!! Als er dit jaar 30.000 mensen bij komen die een hartinfarct krijgen dan openen we een nieuw ziekenhuis, dan halen we alles uit de kast, en dit…dit laten we gewoon gebeuren. Dat kost handenvol geld, maar dat is niet eens het belangrijkste. Het gaat hier om gebroken gezinnen, waar kinderen uit weg worden gehaald. Het gaat om ellende voor ouders, ellende voor jongeren, het gaat om overlast, om criminaliteit, om het wegzetten van een grote groep jongeren in de Wajong. Mensen met een lichte ­ erstan­ elijke beperking (LVB) zijn v d oververtegenwoordigd in de gevangenissen, in de daklozenzorg, in de jeugdzorg, in de Wajong. Ze duiken in alle sectoren op. Ze zijn van iedereen en dus van niemand. Ze komen onder 61