steeds verschillende orgegimes in het vizier, onder steeds
z r
wisselende benamingen. Niemand heeft het overzicht. De
mannen en vrouwen die uiteindelijk bij Prisma komen hebben
vaak vier of vijf nstellingen en zorginstanties versleten. Ze zijn
i
overal uitbehandeld, maar nergens geholpen.’
Wie Peter Nouwens ooit over dit onderwerp los heeft
horen gaan, zal niet verbaasd zijn dat hij met zijn promotie
onderzoek daar iets aan wil doen. Hij wil begrijpen hoe het
komt dat mensen met een licht verstandelijke beperking het zo
moeilijk hebben om zich staande te houden in de sameneving.
l
En hoe komt het dat ze in toenemende mate een beroep doen
op structurele zorg? Deze nog wat algemene vragen zijn
echter voor hem niet voldoende. Hij is geen samenlevings
duider, maar een doe-wetenschapper. Hij wil bijdragen aan een
praktijk waarin wat gedaan kan worden aan al die dramatische
carrières die eindigen in gebroken gezinnen, de gevangenis,
jeugdzorg, daklozenzorg, de Wajong of andere misère.
Hoe? Daarvoor raapt hij al de lessen uit zijn loopbaan
bij elkaar. Ontdekte de jonge Nouwens op de zolder van de
A
ssisië-paviljoens dat het loont om heel goed naar mensen te
kijken en ze intensief aandacht te geven; in zijn onderzoek
gaat hij hetzelfde doen: precies kijken wat er aan de hand is,
een goede bril opzetten. Sterkte het klassieke werk van Wim
ter Horst hem in het onderkennen van het belang van het
herstel van het gewone leven; in zijn onderzoek richt hij zich
op bescher ende factoren die het gewone leven in stand
m
‘Er komen per jaar 30.000 zwak-
begaafde mensen bij. Als er dit jaar
30.000 mensen een hartinfarct krijgen
dan openen we een nieuw ziekenhuis,
dan halen we alles uit de kast, en dit…
dit laten we gewoon gebeuren.’
Veertig jaar vooruit
provincies, met woningcorporaties om met hen de vraag te
beantwoorden hoe het komt dat we steeds meer mensen
met een licht verstandelijke beperking krijgen. Bij Prisma
krijgen we zo’n honderd aanmeldingen per maand, 60 tot 70
procent daarvan komt uit deze doelgroep. Tien, vijftien jaar
geleden was dat nog maar 10 procent. Let wel, die mensen
komen bij ons met een indicatie, dus dan is het al op een of
andere manier misgelopen. Wij zijn niet de instantie die deze
zorg genereren. Het komt op ons af. Maar vrijwel niemand
stelt daar vragen over. Wat gebeurt er in onze samenleving?
Wat is er aan de hand dat dit kan gebeuren?’
Het is een onderwerp waar hij zich echt boos over kan
maken. ‘Er komen per jaar 30.000 zwakbegaafde mensen
bij die een beroep doen op langdurige zorg. Dertigduizend!!
Als er dit jaar 30.000 mensen bij komen die een hartinfarct
krijgen dan openen we een nieuw ziekenhuis, dan halen we
alles uit de kast, en dit…dit laten we gewoon gebeuren.
Dat kost handenvol geld, maar dat is niet eens het belangrijkste.
Het gaat hier om gebroken gezinnen, waar kinderen uit weg
worden gehaald. Het gaat om ellende voor ouders, ellende
voor jongeren, het gaat om overlast, om criminaliteit, om
het wegzetten van een grote groep jongeren in de Wajong.
Mensen met een lichte erstan elijke beperking (LVB) zijn
v
d
oververtegenwoordigd in de gevangenissen, in de daklozenzorg,
in de jeugdzorg, in de Wajong. Ze duiken in alle sectoren op.
Ze zijn van iedereen en dus van niemand. Ze komen onder
61