Daar kwam nog eens bij dat Prisma met de gevolgen kampte
van haar eigen vernieuwingsdrift. Vanuit de community caregedachte was in de hele organisatie het idee leidend geworden
dat cliënten zelf moesten kunnen kiezen, en dus
in principe overal konden wonen. Maar cliënten kennen een
enorme iversiteit en op meer dan honderdvijftig locaties in
d
ruim veertig plaatsen in Brabant was die heterogeniteit niet
meer te behapstukken. Er moest dus op enigerlei wijze meer
ordening komen, waarbij de behoeften van cliënten het
uitgangspunt vormden.
Om dat voor elkaar te krijgen en tegelijkertijd een
orga nisatie tot stand te brengen die de bezuinigingen
kon opvangen, zette Prisma zich in 2009 aan een enorme
operatie. Er werd met zo ongeveer iedereen, met cliënten,
met ouders, met medewerkers, gesproken over de vraag wat
vinden we nu belangrijk? Wat zijn eigenlijk onze waarden?
Meer dan 1.500 mensen namen op allerlei verschillende
manieren aan deze gespreksronde deel. Dat leverde uiteraard
heel veel op. Maar twee zaken sprongen er uit.
In de eerste plaats het belang van wat de Academie voor
Toegewijde Zorg eerder het zachte register noemde, de warme
kant van de zorg. De zorg moet meer vanuit een presentie
filosofie georganiseerd worden dan vanuit een kloppend
dienstrooster. Om dat voor elkaar te krijgen werden de
teamleiders in een centrale positie gebracht. Ze moesten het
menselijke gezicht worden van de organisatie; het aanspreekpunt voor cliënten, medewerkers en familieleden. Door bij de
teams zo laag mogelijk in de organisatie ook meer verantwoordelijkheid te leggen om het werk met elkaar in te richten kon
vervolgens een aantal tussenlagen in de organisatie worden
weggesneden. Daarmee kon een deel van de financiële tegenvallers worden weggepoetst.
In de tweede plaats was er behoefte aan overzicht wat
de organisatie nu eigenlijk te bieden had. De zorg van Prisma
was – wat gechargeerd uitgedrukt – eigenlijk de optelsom van
alle individuele zorgplannen, plus de expertise van een aantal
specialistische professionals gekoppeld aan verschillende
groepen cliënten. Welbeschouwd was die aanpak eerder
toevallig divers dan doordacht systematisch. Om daar eran
v
dering in aan te brengen werd besloten om tien zorgprogramma’s te formuleren, die nauwgezet en systematisch werden
beschreven, en daarmee ook beter onderzoekbaar zouden
zijn. Het is te vergelijken, maar dan op de schaal van een
organisatie, met het intensieve prikkelingsprogramma dat
Peter Nouwens en Henk Eilander midden jaren tachtig in
Charlotte Oord voor hun comapatiëntje in elkaar knutselden.
Met deze twee basisingrediënten werd vervolgens een
nieuw Prisma op de kaart gezet. Wat hebben medewerkers
Er werden tien zorg rogramma’s
p
geformuleerd, die nauwgezet en
systematisch werden beschreven,
en daarmee ook beter onderzoekbaar
zouden zijn.
Veertig jaar vooruit
zorg om zou moeten draaien. Het nieuwe ‘ontharkte’ Prisma
wilde zich laten leiden door een andere vraag: wat hebben
cliënten nodig?
59