Zorg op maat Veertig jaar vooruit | Page 26

Veertig jaar vooruit 26 toestand werd binnen gebracht. Het kindje was ontsnapt aan de aandacht van haar ouders, had een ongeluk gehad, was in het water terecht gekomen, half verdronken en in coma geraakt. Dat kindje paste eigenlijk helemaal niet in de setting van Charlotte Oord, waar alles toch gericht was op revalidatie en vooruitgang, met fysiotherapie, oefeningen, zwemmen. Zo’n onmogelijk geval als dit meisje was, daar kon men eigenlijk weinig mee. Maar de ouders waren totaal wanhopig. Ze hadden alles geprobeerd, waren zelfs in Spanje geweest en hadden hun laatste hoop op Charlotte Oord gevestigd. ‘We moesten iets’, vertelt Peter Nouwens, ‘we hebben toen in een weekend een soort prikkelingsprogramma ontwikkeld, een beetje gebaseerd op snoezelen, waarbij de zintuigen systematisch werden geactiveerd, een dag- en nachtritme werd nagebootst, met bijbehorende temperatuurverschillen. De resultaten zouden we systematisch gaan meten; ook om na verloop van tijd serieus met de ouders in gesprek te gaan over de zin van zo’n behandeling. Er was weinig bekend op dit terrein en we hebben dat toen zo precies mogelijk in elkaar gezet. Alleen toen we wilden beginnen overleed het meisje. Maar niet lang daarna kwam de volgende. Sebastiaan, zoon van een wethouder uit Werkendam, die zich jaren zonder resultaat had ingespannen voor een fietspad langs een gevaarlijke weg. Precies op die gevaarlijke plek had zijn zoon een fataal auto-ongeluk gekregen, waarna hij in een diepe coma was beland. Met Sebastiaan zijn we vervolgens met het programma aan de slag gegaan. Niet met veel hoop, maar het was het beste wat we te bieden hadden. En na een paar weken kwam Sebastiaan bij en vroeg hij om een boterham met pindakaas. Dat was ongelooflijk, wauw…het werkte. En op Sebastiaan volgde een tweede patiënt, een derde, een vierde, een vijfde...’ Charlotte Oord ontwikkelde zich tot een van de weinige plekken in Nederland waar men iets voor deze groep patiënten kon betekenen. Het ‘behandelprogramma’ kreeg de naam Vroege Intensieve Neurorevalidatie (VIN) en werd ook het onderwerp van het proefschrift waarop Eilander veel later, in 2008, promoveerde aan de faculteit van medische wetenschappen te Utrecht. Eilander geldt inmiddels als dé expert als het gaat om comateuze patiënten. Hij was veelvuldig op de televisie te bewonderen toen prins Johan Friso in begin 2012, nadat hij lang onder een lawine bedolven was geweest, in coma in het ziekenhuis was opgenomen. Om een breed publiek te bereiken, schreef hij samen met verpleeghuisarts Jacobien Erbrink het boek Een knuffel van Christel. Herstel­ ogelijkheden na ernstig hersenletsel. Christel m was in 1987 een van de eerste patiënten die met behulp van de methode tot leven kwam. Kortweg gaat het in VIN om vijf onderdelen: de lichamelijke conditie op peil houden en zo mogelijk verbeteren; lichaamshouding verbeteren; het creëren van een dagritme; stimuleren van zintuigen als de patiënt nog in een ‘vegetatieve’ toestand verkeert en/of het stimuleren van het denkvermogen; intensieve begeleiding van familieleden. Er loopt een rechte lijn tussen de voorzichtige experimenten met ander spelmateriaal waar Peter Nouwens eind jaren zeventig/begin jaren tachtig op de zolder van een van de paviljoens op Huize Assisië mee begon en het programma voor intensieve prikkelstimulering dat hij samen met Henk Sebastiaan kwam bij en hij vroeg om een boterham met pindakaas. Dat was ongelooflijk, wauw…het werkte. Henk Eilander