Veertig jaar vooruit
Ze waren spontaan, direct, aanhankelijk. Ze zeggen wat ze
denken, ze doen wat ze willen doen. Je kon er mee dollen.
Er waren ook geen protocollen. In drie nachtdiensten waakten
we ’s nachts over 634 pupillen, maar dan vonden we genoeg
tijd om op de boerderij eieren te pikken of uit de slagerij vlees.
Dat gebeurde allemaal.’
Er waren toneelvoorstellingen, feesten, uitjes, er werd
gewerkt op de boerderij, in de slagerij, in de wasserij. Er was
een bijzondere onderwijsinstelling. Het was met een geheel
eigen ritme een levendig dorp. Er gebeurde eigenlijk altijd wel
wat. Never a dull moment, in de wereld van Piet Stevens en
consorten. Op een bepaald moment kon je lezen en schrijven
met die jongens, zegt Bart van Doveren. Dan zijn het jouw
jongens. Daar heb je wat mee. Dát was óók Assisië. Het was
ook geen gevangenis. Er waren wel degelijk jongens die op een
bepaald moment vertrokken. Dan hoorde je ineens dat ze
trouwden en een goed lopend schildersbedrijf waren begonnen.
En natuurlijk ging de moderne tijd niet ongemerkt aan
de gemeenschap in Biezenmortel voorbij. Er veranderde wel
iets op Assisië, maar niet abrupt, niet met schokken of heftige
vergaderingen. Terwijl in de rest van Nederland jonge gedrags
wetenschappers luidruchtig op de poort klopten van het medisch
bastion en de vanzelfsprekende machtspositie van de witte
jassen aan de orde stelden, voltrok de verandering zich op
Assisië geleidelijk. De financiering door de AWBZ, die vanaf
1968 de economische grondslag onder de instelling ingrijpend
12
Carel Muller
veranderde, zorgde voor een gestage professionalisering
van het personeel, er kwamen gedragswetenschappers
(psychologen, agogen, orthopedagogen) in de staf, er
moesten dossiers worden bijgehouden, declaraties opgesteld,
rapporten geschreven, er kwam laagbouw met sociowoningen,
maar dat alles was eerder een aanvulling dan een verandering.
De nieuwe tijd voegde zich heel langzaam in, zonder de
oude te verdrijven.
Sterker, voor het experiment in het Utrechtse Dennendal,
waar een radicale groep hulpverleners onder leiding van de
psycholoog Carel Muller de ouderwetse zwakzinnigenzorg
totaal over oop haalde, liep men in Huize Assisië totaal niet
h
warm. De Dennendallers beklommen de barricaden en
beweerden luidruchtig dat er geen reden was om de
bewoners apart te behandelen. Zij werkten aan een
zogenaamd ‘verdunnings xperiment’, waarin verstandelijk
e
gehandicapten te midden van andere burgers hun leven
zouden gaan leiden.
De Mullerianen waren daar onder de naam ‘Nieuw
Dennendal’ in feite al vanaf 1972 mee begonnen. Van de
slaapzalen hadden ze leefgroepen gemaakt, de besluitvorming
was gedemocratiseerd, iedereen – bewoner, verpleger,
hulpverlener, dokter – was gelijkwaardig. Daarbij geloofden
ze zo onvoorwaardelijk in hun eigen gelijk dat ze iedereen
die bedenkingen had, onder wie het bestuur van de overkoepelende Willem Arntsz Stichting en nogal wat ouders, tegen