Controleverklaring
Aan: het Bestuur van Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid
Wij hebben de jaarrekening 2010 van Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid te
Amsterdam gecontroleerd, met uitzondering van de daarin opgenomen begroting. Deze jaar
rekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010
met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor
financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het
vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het
jaarverslag, beide in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving Fondsenwervende
instellingen (RJ 650). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne
beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken
zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze
controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht,
waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons
geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een
redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van
materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie
over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn
afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het
inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg
van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne
beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het
getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn
in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot
uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting.
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor
financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting
gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om
een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van
het vermogen van Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid per 31 december 2010 en
van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving
Fondsenwervende instellingen (RJ 650).
Wij melden dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de
jaarrekening.
Amstelveen, 28 februari 2011
KPMG ACCOUNTANTS N.V.
S. Haringa RA
80
81