Vrolijkheid jaarverslag | Page 66

Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans 2010 2009 Ontvangsten Uit eigen fondsenwerving 552.555 Uit acties derden 1.925.848 Uit subsidies van overheden 175.657 Rentebaten 23.061 Totaal van de ontvangsten 2.677.121 Uitgaven In het kader van de doelstelling 1.591.975 Fondsenwerving 48.887 Beheer en administratie 134.707 Totaal van de uitgaven 1.775.569 Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat 901.552 Aanpassingen voor: Afschrijvingen 5.011 Verandering in werkkapitaal Mutatie vorderingen 150.202 Mutatie kortlopende schulden 116.901 1.173.666 432.816 630.000 421.623 10.914 1.495.353 1.059.509 27.364 102.682 1.189.555 305.798 4.398 Activa 2010 2009 Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn 650 Fondsenwervende Instellingen. Materiële vaste activa Bedrijfsmiddelen Het verloopoverzicht van de bedrijfsmiddelen ziet er als volgt uit: Stand per 1 januari Aanschafwaarde 24.078 Cumulatieve afschrijvingen -16.170 7.908 Mutaties boekjaar Investeringen 23.316 Afschrijvingen -5.011 18.305 Stand per 31 december Aanschafwaarde 47.394 Cumulatieve afschrijvingen -21.181 26.213 20.437 -11.772 8.665 3.641 -4.398 -757 24.078 -16.170 7.908 De investeringen betreffen voornamelijk inrichting en aanschaf extra -178.996 47.644 178.844 computers in relatie tot het project De Werkelijkheid en de aanschaf van een nieuw boekhoudsysteem. Computers en software worden in twee jaar afgeschreven en inventaris in tien jaar. Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa 23.316 23.316 Mutatie liquide middelen 1.150.350 Liquide middelen per 1 januari 256.658 Liquide middelen per 31 december 2010 1.407.008 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 3.641 3.641 175.203 81.455 256.658 Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslagperiode van een jaar. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voorzover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat de directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onder­ liggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit inventaris en computers inclusief software. Deze worden over meerdere jaren lineair afgeschreven en via een verdeelsleutel doorbelast aan de doelstelling en aan beheer en admini­ stratie. De gehanteerde afschrijvings­ percen­ ages zijn 50% voor computers en t software en 10% voor inventaris. 66 67 Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, debiteuren en overige vorderingen, liquide middelen, crediteuren en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Eventueel direct toerekenbare transactiekosten maken deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, voor zover nodig onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit bank­ tegoeden. De stichting heeft een lopende rekening, een giftenrekening en een spaarrekening bij de ING Bank. Reserves en fondsen Door de benoeming van reserves wordt aangegeven hoe het de middelen gebruikt zullen worden. Richtlijn 650 onderscheidt de volgende door Stichting de Vrolijkheid gebruikte reserves: • Continuïteitsreserve • Bestemmingsreserves • Bestemmingsfonds De Vrolijkheid heeft geen herwaarderingsen overige reserves. Personeelsbeloningen / pensioenen Verplichtingen in verband met bijdragen aan pensioenregelingen op basis van toegezegde bijdragen worden als last in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarover de bijdragen zijn verschuldigd. Resultaatbepaling Het resultaat is het verschil tussen de totale baten en de totale lasten. We verantwoorden de baten in het jaar waarin ze zijn gerealiseerd en de lasten zodra ze te voorzien zijn. Staat van baten en lasten In de staat van baten en lasten is naast de gerealiseerde cijfers van 2010 ook de door het bestuur vastgestelde begroting voor het lopend boekjaar (2010) opgenomen. Ter vergelijking zijn de gerealiseerde cijfers opgenomen van het jaar 2009. Baten uit eigen fondsenwerving De baten van de stichting bestaan uit bijdragen van fondsen, projectsubsidies en giften. De lasten bestaan uit bijdragen aan door het bestuur goedgekeurde projecten, welke passen binnen de doelstellingen van de stichting, en de uitvoeringskosten die daarvoor gemaakt moeten worden. Toerekening kosten beheer en administratie De huisvestings- en kantoorkosten worden naar rato van het aantal medewerkers en personeelskosten verdeeld naar de projecten. Directe kosten voor werving fondsen en worden net als de personeelskosten direct geboekt, daarnaast wordt van de uitgaven voor communicatie een deel doorbelast aan fondsenwerving. Dit gebeurt aan de hand van de urenregi­ stratie van de medewerkers. Een deel van de kosten voor communicatiemiddelen wordt toegerekend aan fondsenwerving, omdat deze middelen ook een fondsenwervend effect hebben. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geld­ middelen in het kassstroomoverzicht bestaan uit de