Levensverwachting in Maastricht
Periode
gemiddelde levensverwachting in jaren*
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
Romeinse tijd
25
middeleeuwen
25-32 (afhankelijk van epidemieën)
late middeleeuwen
35
1680-1700
35-40
1794
38
1843
40
1900
51
1940
62
1960
74
1980
76
2000
79
2011
79.1
* geschatte aantal jaren op basis van literatuurgegevens uit Nederland en België
Bronnen: Mackenbach J. Ziekte in Nederland.Amsterdam:
Elsevier gezondheidszorg; / Mouria; 2010.
Ubachs PJH. Handboek voor de geschiedenis van Limburg.
Hilversum: Verloren; 2000 p.109 Nationaal kompas Volksgezondheid
RIVM Bilthoven versie 4.2 dec 2010
Levensverwachting Maastricht gemiddeld 79,1; manen 77.0;
vrouwen 81.0 jaar.
Devos I. Mortaliteit en Morbiditeit in Vlaanderen 18e -19e eeuw.
Gent: Academia Press; 2006.
Centraal Bureau voor de Statistiek. Historische overlevingstafels
voor Nederland (2005).
moet ook niet makkelijk zijn geweest in de dichtbevolkte stad
Maastrichtse magistratuur met de armenzorg leidde tot de
met overwegend kleine en overbevolkte huizen, overal
stedelijke Tafel van de Heilige Geest. Ziekenzorg was voor deze
waterpoelen, ongeplaveide straten als open riool en een
armentafels van ondergeschikt belang.
watervoorziening met putten op de stadspleinen.
Een uitzondering was de zorg voor zieken met lepra of met
De gemiddelde levensverwachting lag tussen 25 en 30 jaar.
pest. Lepra kwam nog tot laat in de middeleeuwen in
Zoals overal was de kindersterfte schrikbarend hoog. Het aardse
Maastricht voor. Tussen 1470 en 1670 werd de stad regelmatig
leven was slechts een pelgrimstocht vol ontberingen op weg
getroffen door ernstige besmettelijke ziekten waaraan men de
naar het eeuwige zielenheil. Veel interventie was daarbij
verzamelnaam pest gaf. Behalve om pest kon het ook gaan om
volgens de geldende christelijke leer ook niet nodig.
cholera, typhus en mazelen. Voor patiënten met lepra of pest
was de aanpak gericht op afzondering en isolatie. Angst voor
e zorg voor armen, besmettelijk zieken en
D
krankzinnigen
besmetting , beschouwd als straf en gesel Gods, leidde tot die
Het was lange tijd gebruikelijk dat zieken en gebrekkigen thuis
In tijden van pestepidemieën werden tijdelijke pestbarakken
door de familie werden verpleegd en verzorgd. In de groeiende
gebouwd voor de opvang buiten de woonbuurten,onder andere
steden en vooral voor de arme en oudere bevolking werd dat
op het toen nog bestaande Sint-Antoniuseiland in de Maas.
geleidelijk onmogelijk. In de loop van de zestiende eeuw, een
Er waren aparte pestdokters, herkenbaar aan een witte staf.
tijd dat het pelgrimswezen sterk aan betekenis verloor, kregen
De cellenbroeders, leken die leefden volgens de leer van
de gasthuizen daarom steeds meer als taak de langdurige
Augustinus, waren belast met het afvoeren van de vele
verzorging en huisvesting van gebrekkigen, vooral arme en
pestdoden.
alleenstaande ouderen. Hiertoe richtten de kloosterorden in
absolute ‘uitzondering’. De lepralijders werden vaak levenslang
opgenomen in de leproserie, in Maastricht Lazerij geheten.
Behalve de leprozen en de pestlijders was er nog
Maastricht en het stadsbestuur zogenaamde ‘tafels’ in.
een categorie patiënten die niet thuis werd verzorgd.
Verspreid over de verschillende parochies en buurten werden
De zinnelozen, patiënten met ernstige psychiatrische of
tafels en hospitalen ingericht als kleinere woonvoorzieningen,
gedragsstoornissen, werden door de cellenbroeders en later
soms hofjes, voor in de regel twaalf hulpbehoevende vrouwen
door particuliere inrichtingen opgenomen. Ook hierbij was
of mannen. Het Sint-Agathagasthuis werd Tafel van Sint Agatha
afzondering ter bescherming van de stedelijke samenleving
ofwel de Tafel van Sint-Aechten. De bemoeienis van de
belangrijker dan mogelijke behandeling.
15