AWBZ OP DE SCHOP
De AWBZ gaat sterk op de schop. In
het regeerakkoord staat dat een
groot deel van de zorg wordt
ondergebracht in de Wmo en onder
regie komt van gemeenten. Andere
delen worden verplaatst naar de Zvw
en komen dus onder de verantwoordelijkheid van verzekeraars. ‘De
vraag is wat dit gaat betekenen voor
de indicatiestelling’, zegt Daan
Hoefsmit, voorzitter van de raad van
bestuur van het CIZ. ‘Want nota bene
Zorgverzekeraars Nederland
waarschuwt voor indicatiestelling
door behandelaars en medisch
specialisten.’ De vraag is immers hoe
onafhankelijk die indicaties dan zijn.
En wordt de indicatiestelling
neergelegd bij gemeenten, dan
speelt met name de professionaliteit
een rol. Hoefsmit: ‘Indicaties stellen
is een vak apart dat enerzijds veel
kennis vereist van de zorg en
anderzijds van de wet- en regelge-
> potje dan de AWBZ moet komen,
bijvoorbeeld van de Jeugdzorg. Deze
functie wordt steeds belangrijker nu er
zoveel wet- en regelgeving verandert. Tot
slot geeft de screener aan op welke wijze
een goede indicatie kan worden gesteld: via
dossieronderzoek, via een aanvullend
telefonisch gesprek of door middel van
huisbezoek of een gesprek op het CIZ-kantoor.
De afdeling planning voert een tussenstap uit: het roosteren van het werk van de
indicatiestellers. Zij gebruiken hiervoor het
pakket ZorRo. Het roosteren is een belangrijke taak waarmee veel efficiencyvoordelen kunnen worden behaald.
Als het werk is ingepland kunnen de
indicatiestellers aan de slag. Zij werken
afwisselend in de buitendienst om huisbezoeken af te leggen en op kantoor, waar zij
ving. Gemeenten hebben die kennis
momenteel niet in huis.’
Onafhankelijkheid en professionaliteit zijn ook voor de SER aanleiding
om te adviseren dat de indicatiestelling het best bij het CIZ kan blijven,
mits CIZ deze taak tegen zo laag
mogelijke kosten en hoog mogelijke
kwaliteit uitvoert. Hoefsmit: ‘Wij
zouden dit ook willen blijven doen
voor de zorg die straks uit de AWBZ
wordt overgeheveld naar de Wmo en
Zvw. Wat daarmee gaat gebeuren is
nog onduidelijk, omdat het regeerakkoord gemeenten en zorgverzekeraars maximale beleidsvrijheid geeft.
Het enige dat wij in de tussentijd
kunnen doen is zorgen dat we het
proces zo kosten- en tijdsefficiënt
mogelijk maken en daarbij de
kwaliteit waarborgen.’
Daarin speelt vereenvoudiging van
administratieve processen een
belangrijke rol. Die vindt plaats
dossieronderzoek doen en telefonische
consults hebben met cliënten. In het
systeem beantwoorden zij een keur aan
vragen over de situatie van de cliënt, zowel
de medische situatie, de woonsituatie als
vragen over de omgeving van de cliënt,
bijvoorbeeld de aanwezigheid van mantelzorg. Het systeem doet op basis van alle
antwoorden een voorstel voor een zorgzwaartepakket (zzp), dat door de indicatiesteller wordt overgenomen of afgewezen. In
de laatste stap van dit proces moet die
beslissing worden onderbouwd. Als een
indicatiesteller het voorstel niet overneemt,
is deze onderbouwing nog belangrijker. Er
vindt namelijk altijd nog een interne
toetsing plaats met als doel de kwaliteit en
consistentie nog verder te verhogen.
Toetsers letten extra scherp op indicaties
die afwijken van het voorstel dat het back-
onder het motto: eenvoudig waar het
kan, uitgebreid waar het moet. Zo
kunnen zorgverleners onbetwistbare
zorg, zoals wondverzorging of
verpleging na ontslag uit het
ziekenhuis, via een Standaard Indicatieprotocol online aanvragen en
direct in werking stellen (zie ook
kader Het proces bij CIZ). Het CIZ
toetst achteraf. ‘Werk dat door
zorgverleners gedaan kan worden,
hebben we op deze manier ook bij
hen neergelegd. Dat scheelt ons tijd
en het is gebleken dat de kwaliteit er
niet onder lijdt.’
Tijdwinst boekt het CIZ ook door het
digitaliseren van het aanvraagproces. Het is nog altijd mogelijk om via
een papieren formulier een indicatie
aan te vragen, maar het leeuwendeel
komt binnen als pdf via de website.
In totaal maken 28 duizend zorgverleners gebruik van deze online
methode.
officesysteem doet. Het besluit wordt tot
slot via het Berichtenloket dat door Cordys
is gebouwd gecommuniceerd met het
zorgkantoor.
Dan is er in het primaire proces nog een
laatste applicatie in gebruik, namelijk het
BPM-systeem Protos. Hierin staan alle
processen en de bijbehorende werkinstructies beschreven. Dit systeem is voor alle
medewerkers toegankelijk en geeft hen
behalve inzicht in hun eigen werk ook
inzicht in hun rol in de gehele keten en de
samenhang van processen.
Het nieuw te bouwen systeem ter ondersteuning van de primaire processen wordt
door Atos gebouwd met het Cordys BPM
platform. Dit systeem bevat logisch geautomatiseerde processtappen. Hierdoor is het
voor de gebruikers veel gebruikersvriendelijker. I
DECEMBER 2012 • ZORGVISIEICT 06
ICT_12_06_p28-p31_Softwareontwikkeling.indd 31
31
11/27/2012 7:59:54 PM