tst test | Page 33

AWBZ OP DE SCHOP De AWBZ gaat sterk op de schop. In het regeerakkoord staat dat een groot deel van de zorg wordt ondergebracht in de Wmo en onder regie komt van gemeenten. Andere delen worden verplaatst naar de Zvw en komen dus onder de verantwoordelijkheid van verzekeraars. ‘De vraag is wat dit gaat betekenen voor de indicatiestelling’, zegt Daan Hoefsmit, voorzitter van de raad van bestuur van het CIZ. ‘Want nota bene Zorgverzekeraars Nederland waarschuwt voor indicatiestelling door behandelaars en medisch specialisten.’ De vraag is immers hoe onafhankelijk die indicaties dan zijn. En wordt de indicatiestelling neergelegd bij gemeenten, dan speelt met name de professionaliteit een rol. Hoefsmit: ‘Indicaties stellen is een vak apart dat enerzijds veel kennis vereist van de zorg en anderzijds van de wet- en regelge- > potje dan de AWBZ moet komen, bijvoorbeeld van de Jeugdzorg. Deze functie wordt steeds belangrijker nu er zoveel wet- en regelgeving verandert. Tot slot geeft de screener aan op welke wijze een goede indicatie kan worden gesteld: via dossieronderzoek, via een aanvullend telefonisch gesprek of door middel van huisbezoek of een gesprek op het CIZ-kantoor. De afdeling planning voert een tussenstap uit: het roosteren van het werk van de indicatiestellers. Zij gebruiken hiervoor het pakket ZorRo. Het roosteren is een belangrijke taak waarmee veel efficiencyvoordelen kunnen worden behaald. Als het werk is ingepland kunnen de indicatiestellers aan de slag. Zij werken afwisselend in de buitendienst om huisbezoeken af te leggen en op kantoor, waar zij ving. Gemeenten hebben die kennis momenteel niet in huis.’ Onafhankelijkheid en professionaliteit zijn ook voor de SER aanleiding om te adviseren dat de indicatiestelling het best bij het CIZ kan blijven, mits CIZ deze taak tegen zo laag mogelijke kosten en hoog mogelijke kwaliteit uitvoert. Hoefsmit: ‘Wij zouden dit ook willen blijven doen voor de zorg die straks uit de AWBZ wordt overgeheveld naar de Wmo en Zvw. Wat daarmee gaat gebeuren is nog onduidelijk, omdat het regeerakkoord gemeenten en zorgverzekeraars maximale beleidsvrijheid geeft. Het enige dat wij in de tussentijd kunnen doen is zorgen dat we het proces zo kosten- en tijdsefficiënt mogelijk maken en daarbij de kwaliteit waarborgen.’ Daarin speelt vereenvoudiging van administratieve processen een belangrijke rol. Die vindt plaats dossieronderzoek doen en telefonische consults hebben met cliënten. In het systeem beantwoorden zij een keur aan vragen over de situatie van de cliënt, zowel de medische situatie, de woonsituatie als vragen over de omgeving van de cliënt, bijvoorbeeld de aanwezigheid van mantelzorg. Het systeem doet op basis van alle antwoorden een voorstel voor een zorgzwaartepakket (zzp), dat door de indicatiesteller wordt overgenomen of afgewezen. In de laatste stap van dit proces moet die beslissing worden onderbouwd. Als een indicatiesteller het voorstel niet overneemt, is deze onderbouwing nog belangrijker. Er vindt namelijk altijd nog een interne toetsing plaats met als doel de kwaliteit en consistentie nog verder te verhogen. Toetsers letten extra scherp op indicaties die afwijken van het voorstel dat het back- onder het motto: eenvoudig waar het kan, uitgebreid waar het moet. Zo kunnen zorgverleners onbetwistbare zorg, zoals wondverzorging of verpleging na ontslag uit het ziekenhuis, via een Standaard Indicatieprotocol online aanvragen en direct in werking stellen (zie ook kader Het proces bij CIZ). Het CIZ toetst achteraf. ‘Werk dat door zorgverleners gedaan kan worden, hebben we op deze manier ook bij hen neergelegd. Dat scheelt ons tijd en het is gebleken dat de kwaliteit er niet onder lijdt.’ Tijdwinst boekt het CIZ ook door het digitaliseren van het aanvraagproces. Het is nog altijd mogelijk om via een papieren formulier een indicatie aan te vragen, maar het leeuwendeel komt binnen als pdf via de website. In totaal maken 28 duizend zorgverleners gebruik van deze online methode. officesysteem doet. Het besluit wordt tot slot via het Berichtenloket dat door Cordys is gebouwd gecommuniceerd met het zorgkantoor. Dan is er in het primaire proces nog een laatste applicatie in gebruik, namelijk het BPM-systeem Protos. Hierin staan alle processen en de bijbehorende werkinstructies beschreven. Dit systeem is voor alle medewerkers toegankelijk en geeft hen behalve inzicht in hun eigen werk ook inzicht in hun rol in de gehele keten en de samenhang van processen. Het nieuw te bouwen systeem ter ondersteuning van de primaire processen wordt door Atos gebouwd met het Cordys BPM platform. Dit systeem bevat logisch geautomatiseerde processtappen. Hierdoor is het voor de gebruikers veel gebruikersvriendelijker. I DECEMBER 2012 • ZORGVISIEICT 06 ICT_12_06_p28-p31_Softwareontwikkeling.indd 31 31 11/27/2012 7:59:54 PM