Tijdschrift voor innovatief hoger onderwijs nummer 1 - jaargang 1 - 2018 | Page 9
flexibel afstandsonderwijs in Hogeschool PXL
studiemogelijkheden;
startcompetenties
(zelfsturend
vermogen,
taalbeheersing,
computervaardigheden,
mediawijsheid, rekenvaardigheden);
- eventuele
eerder
verworven
competenties en kwalificaties.
Deze informatie wordt verzameld tijdens het
intakeproces. Aan het begin van de opleiding
vult de student een online intakebevraging in.
Deze is een voorbereiding op het verplichte
intakegesprek dat hij samen met de
trajectbegeleider of de coördinator van het
flexibel afstandsonderwijs aangaat. Het
intakegesprek kan indien gewenst vanop
afstand plaatsvinden, bijvoorbeeld via Skype.
Het doel van dit intakegesprek is tweeledig.
Enerzijds leren de toekomstige student en de
opleiding elkaar beter kennen en spreken ze
wederzijdse verwachtingen uit. Anderzijds
resulteert het gesprek in een blauwdruk van
het individuele leertraject.
-
-
Deze blauwdruk bestaat uit een voorstel van
op te nemen opleidingsonderdelen over de
jaren,
een
overzicht
van
mogelijke
vrijstellingen (die verder onderzocht worden
binnen EVK en EVC) en een lijst van de
opleidingsonderdelen die in aanmerking
komen
voor een
alternatieve
aanpak
(bijvoorbeeld het uitvoeren van stages,
opdrachten, enz. op de werkvloer).
Als er voor een alternatieve aanpak van
opleidingsonderdelen wordt gekozen, dan zijn
er bijkomend gesprekken nodig met de
betrokken lectoren. Het individuele leertraject
wordt dan uitgebreid met een aangepast
studieplan per opleidingsonderdeel. Dit
studieplan wordt geformaliseerd door de
ondertekening van beide partijen. De ECTS-
fiche vermeldt dat het ondertekende
studieplan bindend is en het standaardtraject
vervangt.
Het individuele leertraject kan dus bijgestuurd
worden, zowel bij de start van een nieuw
semester als bij de aanvang van een
opleidingsonderdeel.
Deze individuele leertrajecten kunnen enkel
werken als er de nodige flexibiliteit is in het
curriculumontwerp. Dit betekent onder
andere
dat
er
minimale
volgtijdelijkheidsregels zijn. Ook is het een
optie om ‘jaardoorbrekend’ te werken en
studenten uit verschillende trajectschijven op
hetzelfde moment een opleidingsonderdeel te
laten volgen. Het is daarnaast een piste om
9
Hustinx, et al.
onderdelen uit een werktraject te combineren
met onderdelen uit het reguliere dagtraject.
Basisprincipe 4: het onderwijs gaat uit van
een krachtige leeromgeving met high
learner agency
Om
de
student
maximale
leer-
en
ontwikkelingskansen te bieden is het inzetten
op een krachtige leeromgeving essentieel.
Onderstaande omschrijving, gebaseerd op
Simons’ definitie (1999), wordt gehanteerd voor
een krachtige leeromgeving:
Een
krachtige
leeromgeving
is
een
leeromgeving
waarin
sprake
is
van
betekenisvolle
leeractiviteiten,
waarin
een
evenwicht
is
tussen
het
formele
leren,
het
actieleren
en
het
ervaringsleren,
en
waarin
de
student
uitgedaagd
en
in
staat
gesteld
wordt
om
het
leren
en
het
leerproces
zelfstandig
vorm
en
richting
te
geven.
Om een krachtige leeromgeving te creëren
wordt ingezet op zes uitgangspunten, met
name:
Uitgangspunt 1: Een krachtige leeromgeving
creëert een urgent en reëel probleem of
uitdaging
Studeren mag niet zomaar een ‘bezigheid’ zijn.
Het bieden van een probleem of een
uitdagende leersituatie nodigt de student uit
tot actie. Deze leersituaties dragen ertoe bij
dat de student het nut van het geleerde inziet
en/of inzet in een project dat op zijn beurt
resulteert in een extra energie-investering in
het eigen ontwikkelings- of leerproces.
Uitgangspunt 2: Een krachtige leeromgeving
stimuleert zelfregulerend gedrag (‘learner
agency’)
Studeren is meer dan louter lezen, kijken en
luisteren. De student initieert, stuurt en
reflecteert ten aanzien van zijn leerproces om
de gewenste leerresultaten te bereiken en
levenslang leren te faciliteren (d.i. leerweg-
onafhankelijkheid). Het als lector ‘loslaten’ van
de student om deze zelf controle te geven over
zijn leerproces moet mogelijk zijn in de
leersituatie.
Lectoren
zijn
niet
langer
‘overdragers van kennis’ maar coaches van
individuele
leerprocessen
die
het
zelfregulerend gedrag van de student
stimuleert, ondersteunt en begeleidt.
Uitgangspunt 3: Een krachtige leeromgeving
laat collaboratie, interactie en coaching toe
Studeren vindt plaats in een netwerk met
sociale interacties. Deze interactie met
‘anderen’ is enerzijds een samenwerking
tussen medestudenten en anderzijds een
samenwerking met de lector die het