Tijdschrift voor innovatief hoger onderwijs nummer 1 - jaargang 1 - 2018 | Page 13

flexibel afstandsonderwijs in Hogeschool PXL   Basisprincipe 8: het onderwijs ingericht vanuit multistakeholdersperspectief wordt een Bedrijven vragen om vakbekwame en tezelfdertijd flexibele, zelfgestuurde, en communicatieve medewerkers die zich kunnen aanpassen aan steeds veranderende situaties. Van afgestudeerden wordt verwacht dat zij hun leerresultaten in de vorm van kennis, attitudes en vaardigheden direct kunnen inzetten op de werkplek om zo doelgericht te werken, samen te werken en te reflecteren. Met het oog op deze competenties worden verschillende actoren betrokken bij de vormgeving van het onderwijs en verloopt het onderwijs in co-creatie met de buitenwereld. Leren op de werkplek wordt aldus een reële piste. Om deze reden moeten ook de leidinggevenden op de werkplek een duidelijke plaats en verantwoordelijkheid krijgen in het onderwijsleerproces. Leren op de werkplek kent dus een duidelijke school én bedrijfscontext. Theoretisch en praktisch leren worden geïntegreerd en studenten worden gestimuleerd om kennis in verschillende situaties op te doen en toe te passen. Studenten worden zowel vanuit de schoolse en bedrijfscontext gecoacht, waarbij voornamelijk reflectie over het eigen handelen gestimuleerd en sterk ondersteund wordt. Op deze manier resulteert het leren op de werkplek in permanente veranderingen in kennis, attitudes en vaardigheden. Leren op de werkplek wordt gezien als een innovatieve leeractiviteit in plaats van louter een reproductieve leeractiviteit. Naast het formele leren wordt, tijdens het leren op de werkplek, ook ingezet op het informele leren. Studenten bouwen best in hun schoolse opleiding al enige kennis op met informele leeraspecten uit het werkveld en vice versa. Een goede kruisbestuiving tussen de schoolse context en de bedrijfscontext is dus essentieel. Anderzijds dienen elementen van het formele studeren zoals het intentioneel leren, het bieden van leerondersteuning en -begeleiding, conceptualisering en het gebruik van probleem- of projectgestuurde benaderingen hun intrede te vinden op de werkplek. Anderzijds dient in de schoolse context vormen van werkplekleren geïmplementeerd te worden. Dit kan onder andere gebeuren middels ontwikkelingen op vlak van realistische probleem- of projectgestuurde leertaken, collaboratief leren en het inbedden 13   Hustinx, et al. van werk-gebaseerd leren in het curriculum. Er dient aldus een overgang plaats te vinden van traditionele leeromgevingen met de focus op kennisoverdracht naar activerende en krachtige leeromgevingen met de focus op zelfgestuurde kennis, attitude en vaardigheden-constructie. Dit kan middels reflecties en discussies met medestudenten, lectoren, leidinggevenden evenals door middel van groepsgesprekken of taken dagboeken, portfolio’s en zelf- evaluatieopdrachten. Om het leerproces op de werkplek efficiënt te laten verlopen is voldoende oriëntatie, planning, procesmatige opvolging door verschillende actoren en zelftoetsing vereist. Basisprincipe 9: de hogeschool ondersteuning aan lectoren biedt Professionalisering wordt gezien als de sleutel voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Onder professionalisering (Guskey 2003) wordt verstaan: “de processen en activiteiten die expliciet zijn ontworpen om de kennis, de houding en het lesgedrag van lectoren te versterken of te verbeteren om vervolgens het leren van studenten te verbeteren. Het gaat dus om doelgerichte interventies die de kwaliteit van lectoren en het leren van hun studenten versterken en/of bevorderen.” Een belangrijke voorwaarde voor het ontwikkelen van een effectief professionaliseringsbeleid is het creëren van een referentiekader waarin helder wordt geformuleerd welke competenties lectoren dienen te verwerven om op een professionele manier te functioneren. Daartoe worden drie uitgangspunten gehanteerd: Uitgangspunt 1: professionalisering verdient structurele aandacht, is geen doel maar een middel en staat nooit los van het leren binnen de school. Het HRM-beleid en professionalisering moeten samengebracht worden in een geïntegreerde aanpak. Professionalisering moet bijdragen aan het behalen van een gezamenlijke visie en doel en geankerd zijn in het HRM-beleid. Het omkaderingsmodel voor deze opleidingen moet ook evenwaardig zijn aan de omkadering van de reguliere opleidingen. Uitgangspunt 2: draagvlak voor een bepaalde professionaliseringsactiviteit zorgt voor meer effect. Wanneer professionaliseringsactiviteiten gekozen worden vanuit de behoefte van lectoren leidt dit tot meer betrokkenheid. Het