Tijdschrift voor innovatief hoger onderwijs nummer 1 - jaargang 1 - 2018 | Page 59
Data-driven onderwijs
Tobe Baeyens & Servaas Tilkin
Expertisecentra Onderwijsinnovatie & smart-ict
F IGUUR 4: H ET UITEINDELIJKE DASHBOARD MET STOPLICHTENSYSTEEM
Tweede reeks focusgesprekken
In april 2018 vond opnieuw een reeks
focusgesprekken plaats met docenten. Deze
keer werd gekeken naar hoe docenten
communiceren en feedback geven op basis
van de data die ze tot hun beschikking
hebben. Niet elke vorm van feedback is even
effectief. Communicatie kan bovendien in
twee richtingen plaatsvinden. In de literatuur
zijn er enkele aanbevelingen met betrekking
tot de communicatie in een onderwijskundige
context.
Eerst en vooral is het belangrijk dat er
duidelijke afspraken gemaakt worden. Deze
afspraken geven aan wat de docent verwacht
van de student, en wat de student kan
verwachten van de docent met betrekking tot
communicatie.
Feedback geven op leervorderingen is één van
krachtigste leermiddelen die een docent kan
inzetten in het onderwijsleerproces. Door
feedback te geven kan een docent de
gedachtegang van een student bijsturen.
Indien een student op een effectieve manier
bezig is, kan feedback ervoor zorgen dat dit
proces verdergezet en versterkt wordt. Indien
dit niet het geval is, kan de docent de student
via feedback bijsturen.
Om effectief te zijn, moet de feedback een
inhoudelijke
terugkoppeling
bevatten.
Gewoon aangeven of een student goed of niet
59
goed bezig is, is niet voldoende en werkt in
veel gevallen contraproductief. Het kan ervoor
zorgen dat studenten afhaken omdat ze
denken dat de doelstellingen reeds behaald
zijn, of omdat ze niet meer weten hoe het
verder moet.
Het geven van goede feedback bestaat uit 4
fases (Hattie & Timperley, 2007):
1.
Aangeven
in
welke
mate
de
doelstellingen bereikt zijn.
2. Vertellen wat de student nog moet
doen.
3. Aangeven hoe de student dit moet
doen.
4. De student verwijzen naar bijkomend
ondersteunend instructiemateriaal.
Het uiteindelijk doel van het geven van
feedback is om de doelstellingen die een
docent heeft vastgelegd te verduidelijken,
waardoor de student deze doelstellingen op
dezelfde
manier
ziet.
Zo
worden
misconcepties rechtgezet, en ontstaat er een
afstemming tussen de doelstellingen van de
docent en de wijze waarop de student deze
interpreteert.
Uit de tweede reeds focusgesprekken bleek
dat docenten vooral gebruik maken van
externe tools voor het opvolgen en geven van
feedback. De data in Blackboard werd minder
gebruikt. Docenten gaven aan dat ze wel een
meerwaarde
zien
in
het
ontwikkelde