Voor de workshop ‘ Vertel je verhaal ’ werken de leerlingen per vier een verhaallijn uit waarin de muzische sporen beeld , woord , muziek en drama elkaar versterken . In onderling overleg maken ze keuzes voor de creatie van hun muzikaal verhaal . De drie begeleiders modellen de verschillende stappen van het creatief proces . Ze gaan met elkaar in interactie om meerdere voorbeelden aan te reiken . vertel je verhaal
89
Leraar 1 ( L1 ) tekent een blij gezicht . Leraar 2 ( L2 ) tekent een blij gezicht op een andere manier . Leraar 3 ( L3 ) maakt geluiden bij de tekeningen . De leerlingen ( K ) reageren . L1 : ‘ Is dat al blij ?’ L2 : ‘ Ik denk dat ik dat op een andere manier kan tekenen .’ L1 : ‘ Hoe zou jij blij tekenen ? L2 : ‘ Als ik terugdenk aan straks ( de animatiefilm en het stripverhaal ), dan zou ik blij zo tekenen .’ L1 : ‘ Is dit ook blij ?’ ( Toont beide tekeningen aan de leerlingen ) ‘ Welke is blijer ? Waarom is dit gezicht blijer ?’ K1 : ‘ Omdat zijn mond groter is en die lacht zijn tanden bloot .’ L1 : ‘ Hij lacht zijn tanden bloot . Goed ! Goed ja .’ L2 : ‘ Hoe zie jij eruit als je blij bent ?’ ( Leerlingen dramatiseren de emotie ). ‘ Wie kan er nog blij zijn ? Ik zie daar nog eentje lachen . Heel goed ! Zij lacht een beetje harder . Dat is ook blij zijn .’ L1 : ‘ Welke emotie hadden we nog gezien ? K2 : ‘ Verdrietig .’ L1 : ‘ Verdrietig . Dat vind ik niet zo leuk om te tekenen ... Verdrietig . Daar misschien een traantje .’ K3 : ‘ Juf , mag ik ook eens tekenen ?’ ( Andere leerlingen reageren ). ‘ Ik ook !’ L1 : ‘ Neem maar een krijtje . Alsjeblieft .’ L2 : ‘ Kunnen we ook een verdrietig geluid maken ?’ ( Leerlingen maken geluiden . L3 weent luid ). ‘ Hoorde je een verschil ? Wat was het verschil ?’ K3 : ‘ Ene is zachter en ene is luider .’ L2 : ‘ Ja , eentje is stiller en eentje is luider . Is dat misschien met een andere emotie ook zo ? Wie kan er eens stil lachen ? ( Leerlingen reageren ). Kunnen jullie ook luid lachen ? ( Leerlingen reageren ). Goed ! Is er misschien nog een emotie die we stil kunnen doen ? Boos . Zeg maar . Boos ? Stil boos zijn ? Kan je ook luid boos zijn ? Kan je dat enkel met je stem ? Misschien kan je dat met je lichaam doen .’