TAALDUIKEN EN ARTISTICULEREN | Page 14

Interactie

Taalstimulering
19
• Interactief leren
Creatief proces
De leraar kiest werkvormen die uitwisseling van ideeën faciliteert . Dankzij het delen van persoonlijke voorstellen in heterogene groepen komt er een kruisbestuiving tot stand . Kinderen moeten overleggen om tot een gezamenlijk idee te komen en een aanpak overeenkomen om hun creatie samen vorm te geven . Tijdens het proces zoeken ze samen oplossingen voor mogelijke problemen die opduiken . Hierbij is het van belang dat kinderen naar elkaar luisteren , hun beurt afwachten en reageren met een vraag als een klasgenoot een inbreng doet . Deze samenwerking zal het creatief proces verrijken en de persoonlijke groei van elke leerling een boost geven . Kinderen helpen elkaar om hun gezamenlijke creatie tot een hoger niveau te tillen .
Creatief proces
• Scaffolding
De leraar stelt authentieke vragen om de verbeelding van de kinderen te prikkelen . Hij linkt deze aan de verschillende muzische sporen en herhaalt regelmatig dezelfde vraag wanneer hij beurtelings in de verschillende groepjes het proces begeleidt .
Leerlingen stellen veel open vragen aan elkaar om een beter inzicht te krijgen in de voorstellen van hun klasgenoten . Door vragen te stellen en actief te luisteren naar antwoorden , kunnen ze hun creatie vormgeven . Samen exploreren ze meerdere opties en komen ze tot een gemeenschappelijk project .
Zowel verbale als artistieke talen zijn het communicatiemiddel om tot een gezamenlijk idee te komen . Woordenschat wordt aangereikt om leerlingen te ondersteunen in het verwoorden van hun ideeën en hun keuzes in het creatief proces . De leraar stelt een open vraag waarbij hij meerdere opties aanreikt opdat de leerling zijn boodschap kan herformuleren . Hij vult aan , parafraseert , reageert zoals in een natuurlijk dialoog .
Taal beschrijft de creatieve handeling , maar mag het proces niet doorbreken . Omdat taal de actie volgt , wordt taal aangereikt en systematisch ingeoefend op een functioneel moment in het proces , zodat kinderen tot actief taalgebruik komen tijdens de reflectie .
Taalstimulering
De leraar zet in op productieve interactie , waarbij hij vragen stelt waarop hijzelf het antwoord nog niet kent . Wat leerlingen niet onder woorden kunnen brengen , kunnen ze non-verbaal communiceren bij voorkeur via artistieke talen drama , beweging , tekenen , geluiden maken . De leraar reikt vraaggestuurd nieuwe woorden aan die functioneel zijn voor de activiteit en moedigt de leerlingen aan de vragen te beantwoorden met een volledige zin . Hij spreekt traag en duidelijk en visualiseert zijn boodschap bij voorkeur met artistieke talen uit de domeinen beeld , drama , muziek , dans en beweging .