TAALDUIKEN EN ARTISTICULEREN | Page 12

Thema

17 17
• Betekenisvol
Creatief proces
Kies een prikkelend , betekenisvol thema waarbij de kinderen in kleine groepjes een creatief proces kunnen doorlopen op basis van ideeën die ze inbrengen in hun groepje en waarbij ze dankzij overleg met elkaar tot een consensus komen voor de uitwerking voor hun creatie . Brainstorm over onverwachte gebeurtenissen , aparte voorwerpen , persoonlijke belevingen en gebruik ze als insteek om kinderen te motiveren om aan de slag te gaan .
De individuele inbreng van de leerlingen staat nooit los van hun persoonlijke ervaringen . Zo zullen ook elementen van de persoonlijke identiteit gevaloriseerd worden in het groepswerk .
Taalstimulering
Maak afspraken over het kader waarbinnen de kinderen creatief aan de slag gaan . Benoem zorgvuldig en concreet wat je verwacht , expliciteer wat je belangrijk vindt . Visualiseer de instructies door de activiteiten in dialoog met een collega en met de leerlingen te modelen . Koppel je taal aan specifieke handelingen en concrete materialen voor de muzische workshop . Toon verschillende opties , zodat je de instructie kan parafraseren zonder het doel en de afspraken van de activiteit letterlijk te herhalen . Spreek langzaam , formuleer eenvoudige boodschappen met transparante woorden en articuleer duidelijk .
• Zelfsturend
Creatief proces
Kies een activiteit waarin verschillende domeinen van muzische vorming bij voorkeur gelijktijdig aan bod komen , zodat de verschillende impulsen elkaar versterken . Interdisciplinariteit tussen meerdere muzische sporen ( beeld , muziek , drama , dans ) zorgt voor kruisbestuiving en leren met alle zintuigen maakt het creatief proces krachtiger . Het resultaat van de opdracht mag bij aanvang van de workshop niet voorspelbaar zijn .
Taalstimulering
Laat kinderen samenwerken in heterogene groepen . Niet één iemand in de groep beslist , de leraar stimuleert onderling overleg om tot een gemeenschappelijk idee te komen . Als kinderen in interactie met elkaar niet de juiste woorden vinden , kunnen ze hun ideeën tekenen , uitbeelden of er een geluid bij verzinnen . Hun klasgenoten kunnen in vraagvorm taal aanreiken om de boodschap verwoorden : bedoel je ….?