www . nrc . nl , 27 mei 2013
Deze mbo-opleidingen kun je beter niet kiezen
Ongeveer 72.000 mbo-studenten volgen een opleiding waarmee ze 40 procent kans hebben op een baan , of minder . Voor zeven van de tien populairste mbo-opleidingen zijn de kansen op werk namelijk belabberd .
Dat blijkt vandaag uit een inventarisatie van jongerenvakbond FNV Jong . De top van populaire mboopleidingen met slechte arbeidskansen : 1 . Helpende zorg en welzijn ( niveau 2 ) 2 . Pedagogisch medewerker ( niveau 3 ) 3 . Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent ( niveau 1 ) 4 . Onderwijsassistent ( niveau 4 ) 5 . Medewerker maatschappelijke zorg ( niveau 3 ) 6 . Medewerker beheer ICT ( niveau 3 ) 7 . Marketing medewerker ( niveau 4 )
Werkgever wil hoger niveau De opleidingen tot helpende , pedagogisch medewerker en onderwijsassistent zagen het aantal studenten in 2012 zelfs toenemen ten opzichte van 2011 , terwijl de kans op een baan alleen maar afnam . Volgens Dennis Wiersma , voorzitter van FNV Jong , vragen veel banen waarvoor deze mboopleidingen voorheen voldeden , inmiddels om hoger opgeleid personeel . " Voor een baan als onderwijsassistent worden bijvoorbeeld steeds vaker hbo ' ers gevraagd . Tachtig procent van de mboonderwijsassistenten gaat dan ook door naar het hbo . Dat is natuurlijk prima , maar dan moet je de opleiding presenteren als een ' introductie ', niet als een volwaardige opleiding waarmee je daarna aan de bak komt ." Voor de mbo-opleiding tot helpende geldt hetzelfde . " In de zorg mag je met de opleiding helpende niveau twee geen medicijnen uitdelen . Werkgevers kiezen dus liever voor iemand met een niveau hoger ."
Slecht geïnformeerd Het probleem is dat mbo-studenten nog steeds en masse voor deze opleidingen kiezen . " De arbeidsrelevantie is verdwenen , maar de studenten niet ." De mbo ' ers kiezen volgens FNV Jong dan ook slecht geïnformeerd voor opleiding . " Ze zijn nog jong wanneer ze een vervolgopleiding kiezen , een deel van de verantwoordelijkheid ligt dan ook bij hun middelbare scholen . Ze moeten de leerlingen beter voorlichten ." Bovendien zouden de leerlingen op open dagen ook zelf meer kritische vragen moeten stellen . " Bijvoorbeeld hoe makkelijk je aan een stageplek komt - dat is vaak een goede indicatie voor de kans op een baan ." Ook vindt FNV Jong dat het maximaal aantal studenten moet worden gekoppeld aan het arbeidsmarktperspectief . Het bekostigingssysteem moet ook worden aangepast . Dat zou niet alleen moeten afhangen van het aantal studenten op een opleiding , maar ook van hun kans op een baan .