procent in acht jaar tijd het papiertje. Havo-meisjes komen op 81 procent. Dus valt het rendement uiteindelijk in het voordeel van de havisten uit: na acht jaar heeft 73 procent van hen het diploma, tegen 68 procent van de mbo’ers. Maar zo extreem is dat niet: het verschil tussen jongens en meisjes is groter dan tussen mbo’ers en havisten. Bij de selectie hoort een betere voorlichting en matching van de aanstaande studenten. De mboinstellingen gaan bovendien keuzevakken aanbieden voor leerlingen die alvast willen voorsorteren op een bepaalde hbo-opleiding. Maar dat kan allemaal ook zonder het recht van mbo’ers aan te tasten. 'Sommige mensen doen het beter dan wij kunnen voorspellen. Nu al raden wij bij de intakegesprekken sommige mensen af om een bepaalde opleiding te volgen. Een deel daarvan komt toch en haalt het ook' Probleem niet zo groot ‘Als deze cijfers kloppen, dan hoeven we dat hele circus van selectie niet op te tuigen’, zegt Paul Rüpp van Avans Hogeschool. ‘We moeten niet met een kanon gaan schieten op wat misschien een mug is. Hogescholen kunnen zich dan beter richten op goede voorlichting en intakegesprekken, zodat studiekiezers precies weten waar ze aan beginnen. Volgens deze cijfers is het probleem niet zo groot als wij vermoedden. Bovendien doen sommige mensen het beter dan wij kunnen voorspellen. Nu al raden wij bij de intakegesprekken sommige mensen af om een bepaalde opleiding te volgen. Een deel daarvan komt toch en haalt het ook. Die mensen zou je dan kwijtraken.’ Maar daar willen de HBO-raad en de MBO Raad niets van horen. Ze hebben samen een compromis gesloten over de doorstroom en stellen dat liever niet meer ter discussie. Hun plannen zijn zelfs opgenomen in een wetsvoorstel (‘Kwaliteit in verscheidenheid’) dat binnenkort wordt besproken in de Tweede Kamer. ‘Deze aanpak geeft de hogescholen veel meer dan nu het geval is de mogelijkheid om iets te doen aan de grote uitval van mbo’ers’, houdt de HBO-raad vol. Gezond verstand Ook Jan van Zijl, voorzitter van de MBO Raad, blijft verdedigen dat het doorstroomrecht van mbo’ers gerust kan worden ingeperkt. ‘Het kan een goede zaak zijn, als er met gezond verstand mee om wordt gegaan. Als iemand na een alfa-achtige mbo-opleiding een technische hbo-opleiding wil volgen, is dat misschien geen goed idee. Dan moet je een goed gesprek voeren: hoe kansrijk is zo’n leerling?’ Van Zijl kende de cijfers niet, maar die brengen hem niet op andere gedachten, laat zijn woordvoerder namens hem weten. ‘We hebben een afspraak gemaakt. Punt.’ Het wetsvoorstel ligt intussen klaar. In de toelichting staat over mbo’ers: ‘Uit onderzoek van de Onderwijsraad blijkt dat juist de groep studenten die heeft gekozen voor een zogenaamde ‘nietverwante vervolgopleiding’ vaak uitvalt, terwijl het studieresultaat goed is als een student een verwante opleiding volgt.’ Alleen heeft de Onderwijsraad dit helemaal niet onderzocht. In het advies waar het ministerie naar verwijst, staat alleen dat hogescholen ‘merken dat deze aansluiting vooral goed gaat als opleidingen inhoudelijk op elkaar aansluiten’. ‘Bij dit soort ingrijpend beleid moet je in ieder geval de juiste cijfers erbij halen’, vindt Kai Heijneman van de Landelijke Studenten Vakb ??8?&[?YH?Y]????[?Y]Y\?\?H??][??[?[?[?]?H\??HX]?XZ?[?[???Y?Z??[??\????[?\?H??X\??Y?[?H\??[Y[?[????HXX]?Y?[?Z????&H????B??