Reader's Digest / Het Beste maart 2014 | Page 60

Ik kom uit Saoedi-Arabië. Ik wil u vertellen over twee afzonderlijke hoofdstukken uit mijn leven. Het eerste is het verhaal van mijn generatie dat in 1979 begint, het jaar dat ik geboren ben. Op 20 november van dat jaar hadden de moslimextremist Juhayman al-Otaybi en 400 van zijn mannen de Al-Masjid al-Haram (de Grote Moskee) in Mekka ingenomen. Na drie weken maakten zwaarbewapende troepen er een einde aan en Juhayman en zijn mannen werden in het openbaar onthoofd. Hoewel de extremisten verslagen waren, vreesden de autoriteiten van de nog relatief jonge Saoedi-Arabische staat nieuwe opstanden. Het gedachtengoed van Juhayman werd immers breed gesteund in de samenleving. Die visie keerde zich tegen de verwestelijking die de extremisten meenden te herkennen in het beleid van de overheid. In plaats van een bestrijding van deze extremistische denkbeelden, koos de Saoedische regering voor concessies. Vrijheden die in voorgaande jaren waren getolereerd, werden teruggedraaid. Dat gold ook voor de geleidelijke versoepeling van de beperkingen voor vrouwen. In de weken na de opstand in Mekka werden vrouwelijke verslaggevers van de televisie geweerd. Foto’s van vrouwen werden verboden. Vrouwen mochten alleen nog in het onderwijs en de gezondheidszorg werken. 58 Alles wat tot contact tussen mannen en vrouwen kon leiden, werd ingeperkt: muziek mocht niet meer, bioscopen sloten de deuren, de scheiding tussen de geslachten werd overal streng gehandhaafd. De regering legde die scheiding ook wettelijk vast, van openbare gelegenheden tot overheidsgebouwen, banken, scholen en zelfs tot in onze eigen huizen. Na verloop van tijd had elk huis in Saoedi-Arabië twee ingangen: een voor mannen, een voor vrouwen. De extremisten zwommen intussen in de oliedollars, die ze gebruikten om haatimams over de hele wereld uit te zenden. Die predikten dat je je moest wijden aan de wereldwijde jihad en iedereen die deze idealen niet deelde, moest afwijzen. In eigen land kreeg de religieuze politie ongekende vrijheid. Met andere woorden, met de onthoofding van één extremist, hadden de autoriteiten de geest van het fanatisme uit de fles gelaten. De overheid probeerde de herinnering aan Juhayman uit te wissen door alle artikelen uit tijdschriften en kranten te vernietigen. Tevergeefs. Ik weet nog, het was hadj-tijd, dat ik de tawaaf deed met mijn moeder. Dit is een ritueel waarbij je in cirkels rond de Kaäba loopt, het belangrijkste islamitische heiligdom in Mekka, dat zich binnen de muren van de Al-Masjid al-Haram bevindt. Er was een gat in een van de muren van de Kaäba en toen we rondliepen, wees mama ernaar en zei: ‘Dat is een kogelgat uit de tijd van Juhayman.’ Reader’s Digest 03/14 foto voRige pagina: abDuljalil al-nasseR Mijn naam is Manal al-Sharif.