Reader's Digest / Het Beste maart 2014 | Page 43

aan hun verplichting om een goed huurder te zijn. Nederlandse corporaties kunnen nu veel eerder naar de rechter om de nakoming van die verplichting af te dwingen met op maat gemaakte maatregelen.’ Toen haar buurvrouw weer het volume van de geluidsinstallatie vol opendraaide, belde Christi net zo lang bij haar aan tot ze open deed. ‘Ze stormde naar buiten en gaf me een kopstoot. Ik bloedde. Mijn zoontje huilde. Ik huilde. Ik was zó ontzettend boos. De politie heeft haar opgehaald. Daarna is het snel gegaan allemaal. Het gezin mocht van de woningcorporatie niet meer terugkeren. Het huis was weer rustig, maar het was mijn huis niet meer. Er hing zo’n nare sfeer. Kort daarna kreeg ik een andere woning in een andere buurt aangewezen. Het heeft een jaar, misschien wel twee jaar geduurd voor ik me weer op mijn gemak voelde. Soms hoor ik iemand schreeuwen en denk ik: O nee, niet weer.’ uit de school geklapt Ik studeerde kinderpsychologie en we leerden hoe we op allerlei manieren de ontwikkeling en zelfredzaamheid van kinderen konden meten. Ik bevond me in de ideale situatie omdat ik thuis een vijfjarig dochtertje had, en ’s avonds vroeg ik haar dikwijls of ze met een bepaald stuk speelgoed wilde spelen of een tekening wilde maken, waar ik dan weer iets mee kon doen voor mijn studie. Op een avond stelde ik een nieuwe activiteit voor, en Laura vroeg zich af of dat ook weer met mijn ‘school’ te maken had. Toen ik dat bevestigde, zei ze streng: ‘Weet je juf wel dat ik jouw huiswerk doe?’ C. Pryce, Calgary (Canada) Ik was onderweg met mijn 17-jarige zoon Cory, die autorijles had, toen we bij een stopbord kwamen. Ik stelde hem een aantal vragen over verkeersregels, onder andere wat ‘volledig tot stilstand komen’ betekende. Cory, die al heel wat uurtjes met andere bestuurders in spe had doorgebracht, zei: ‘Dat is als je hoofd naar voren gaat en dan weer naar achteren.’ Patti Parker Mijn zus, die net gescheiden was, passeerde met haar 6-jarig zoontje de Canadese grens. De douanier bekeek de schriftelijke overeenkomst die ze samen met haar ex-man had opgesteld en stelde een heleboel vragen. Vervolgens wendde hij zich tot haar zoontje en zei: ‘Jongeman, mag ik je een paar vragen stellen?’ ‘Ja, hoor,’ antwoordde hij. ‘Als het maar geen sommen zijn.’ Pearl Kaplan, Toronto (Canada) 41