aan hun verplichting om een goed
huurder te zijn. Nederlandse corporaties kunnen nu veel eerder naar de
rechter om de nakoming van die verplichting af te dwingen met op maat
gemaakte maatregelen.’
Toen haar buurvrouw weer het volume
van de geluidsinstallatie vol opendraaide, belde Christi net zo lang bij
haar aan tot ze open deed. ‘Ze stormde
naar buiten en gaf me een kopstoot. Ik
bloedde. Mijn zoontje huilde. Ik huilde.
Ik was zó ontzettend boos. De politie
heeft haar opgehaald. Daarna is het
snel gegaan allemaal. Het gezin mocht
van de woningcorporatie niet meer
terugkeren. Het huis was weer rustig,
maar het was mijn huis niet meer. Er
hing zo’n nare sfeer. Kort daarna kreeg
ik een andere woning in een andere
buurt aangewezen. Het heeft een jaar,
misschien wel twee jaar geduurd voor
ik me weer op mijn gemak voelde.
Soms hoor ik iemand schreeuwen en
denk ik: O nee, niet weer.’
uit de school geklapt
Ik studeerde kinderpsychologie en we leerden hoe we op allerlei manieren de ontwikkeling en zelfredzaamheid van kinderen konden meten.
Ik bevond me in de ideale situatie omdat ik thuis een vijfjarig dochtertje
had, en ’s avonds vroeg ik haar dikwijls of ze met een bepaald stuk speelgoed wilde spelen of een tekening wilde maken, waar ik dan weer iets
mee kon doen voor mijn studie.
Op een avond stelde ik een nieuwe activiteit voor, en Laura vroeg zich
af of dat ook weer met mijn ‘school’ te maken had. Toen ik dat bevestigde, zei ze streng: ‘Weet je juf wel dat ik jouw huiswerk doe?’
C. Pryce, Calgary (Canada)
Ik was onderweg met mijn 17-jarige zoon Cory, die autorijles had, toen
we bij een stopbord kwamen. Ik stelde hem een aantal vragen over verkeersregels, onder andere wat ‘volledig tot stilstand komen’ betekende.
Cory, die al heel wat uurtjes met andere bestuurders in spe had
doorgebracht, zei: ‘Dat is als je hoofd naar voren gaat en dan weer naar
achteren.’
Patti Parker
Mijn zus, die net gescheiden was, passeerde met haar 6-jarig zoontje de
Canadese grens. De douanier bekeek de schriftelijke overeenkomst die
ze samen met haar ex-man had opgesteld en stelde een heleboel vragen.
Vervolgens wendde hij zich tot haar zoontje en zei: ‘Jongeman, mag ik je
een paar vragen stellen?’
‘Ja, hoor,’ antwoordde hij. ‘Als het maar geen sommen zijn.’
Pearl Kaplan, Toronto (Canada)
41