44 AGA
WEEK 2 - DAG 6
Maandag 6 februari
Op maandag is Eric er altijd, dus
dat betekent dat we verder kunnen
met de ets van vorige week! Vorige
keer hebben we dus de tekening in
de waslaag gekrast, en nu is het tijd
om het zinkplaatje in zout te laten
bijten en zo de tekening in het zink te
etsen. Je laat het plaatje in fases in
het bad zinken zodat het uit bijt, wij
hebben het in 2 minuten, 3 minuten,
5 minuten, 8 minuten en daarna
uiteindelijk 10 minuten gedaan. Je
kunt in de fases verschillende stukjes
afdekken waardoor daar de lijnen
dikker of juist minder dik worden. Hoe
langer het in het bad ligt, hoe dieper
de groeven worden.
Nadat we tevreden zijn met de
diepte van de groeven hebben we
geleerd hoe je het plaatje op de juiste
manier beïnkt. Dit doe je namelijk
met een speciale ets-inkt, omdat
andere inkten niet dik of juist niet
dun genoeg zijn. De inkt maak je
aan met een beetje olie, waardoor hij
iets vloeibaarder wordt. Dan breng
je de inkt met een rubber sponsje
aan op het plaatje en maak je het
helemaal zwart, zodat er geen te
groot verschil ontstaat tussen het
geëtste en niet geëtste gedeelte.
Daarna veeg je het grootste gedeelte
van de inkt af met een zogenaamde
kaasdoek. Dit is een doek dat uit een
soort gaasachtig materiaal bestaat
en vrij stug aanvoelt. Je wrijft in
kleine ronddraaiende bewegingen de
inkt van het plaatje af, maar niet uit
de groeven, dus je moet zorgvuldig
te werk gaan. Dit wissel je dan af
met krantenpapier waarmee je
de resterende inkt van het plaatje
afneemt, ook dit moet met zorg
gedaan worden en met ronddraaiende
bewegingen. Je maakt het af door
met de muis van je hand een beetje
kalk op te nemen, zodat je hand
goed droog wordt. Deze dep je af
aan een oud stuk katoen en strijk je
met je hand over het plaatje om het
echt goed schoon te poetsen. Als
je al deze stappen hebt volbracht
is het tijd om te gaan drukken! Heel
belangrijk is, is dat je van tevoren al
het speciale etspapier (wat een heel
stuk dikker is dan het papier wat je uit
de gewone printer haalt) klaarmaakt
voor gebruik door het in een bak
water onder te dompelen. Het papier
moet ongeveer een halfuur weken,
eer je het laat drogen tussen wat
onbedrukt krantenpapier. Handig is
als je dit de dag van tevoren al doet,
of bijvoorbeeld voor je met het bijten
begint.
Het drukken is eigenlijk het
allereenvoudigst en het snelst gedaan
van al het werk dat je met etsen
doet, maar van het grootste belang
uiteraard. Zodra het plaatje juist is
beïnkt, leg je het op een plastic plaat
met daarover heen het papier waarop
je het gaat drukken. Dan plaats je
over het papier een grote, dikke
vilten lap en rol je met behulp van de
drukpers een zware kegel over het
vilt met daaronder het papier en het
plaatje. Dit moet je rustig aandoen,
maar er vooral voor zorgen dat de
kegel niet in het midden blijft staan,
aangezien dan de druk te hoog wordt
en je dan je werk (en overigens ook de
pers) stuk maakt.
Het resultaat mag er wezen! Zeker
voor de eerste keer, ben ik erg
tevreden met hoe het er uit is komen
te zien. Het papier is natuurlijk nat,
dus ik kan het printje nog niet mee
naar huis nemen. Eerst moet het twee
dagen tussen twee viltachtige matten
liggen onder een houten plank en
twee zware stenen zodat het vocht er
goed uit komt. Daarna kan je met de
afdruk doen wat je wilt.