Pioniers Magazine okt/nov/dec 2016 Thema: Liefde en relaties | Page 42

Ik kan me de ervaring van intimiteit die voortkomt uit zo’n onzelfzuchtig veld van levende relaties met mensen en alles wat zich voordoet nauwelijks voorstellen. Ons woord “intimiteit” raakt hier niet eens aan. Dit is waarom veel talen van stammen geen woord voor liefde hebben, niet in termen van romantisch verlangen of romantische vervulling. Het idee van “liefde”, het hebben van een woord dat de ervaring van verlangen naar eenheid en verbondenheid tastbaar maakt, is een abstractie. Wie aan iets denk dat “liefde” heet, is de ultieme naakte waarheid van het levende niet afgescheiden zijn, van liefde zelf, al kwijt. De overgang van intimiteit als in; opgenomen zijn in een geheel naar intimiteit met een ander, het opgeven van het hebben van relaties om een relatie te hebben, heeft behalve nieuwe vormen van liefde ook vervreemding gecreëerd. Vooral in het Westen hebben we intimiteit ingeruild voor bezitting en geworteldheid voor persoonlijke liefde en vrijheid.

I am neither of the East nor of the West, no boundaries exist within my breast. - Rumi

Tot in de late 19e eeuw hadden ook de Japanners geen woord voor liefde in de zin van een exclusieve, seksueel geladen intimiteit: ze beschouwden een dergelijke passie als waanzin. Het Westen heeft, beginnend bij de oude Grieken, deze specifieke vorm van intimiteit en waanzin geëxporteerd. De Grieken spraken van 3 soorten liefde: agape, eros en philia. Ergens thuishoren, of leven in een relationeel veld, zoals de voortdurende omhelzing van haar kinderen door en moeder, is een vorm van agape. Eros, dat we meer als seksuele intimiteit opvatten, richt zich op de individuele geliefde en zijn of haar partner. (Philia is een meer broederlijke liefde of vriendschap.) In het Westen is de dominante culturele expressie van intimiteit verschoven van agape naar eros. Tegelijkertijd vonden er twee dingen plaats: allereerst een toename van individuele vervreemding met tegelijkertijd een verdieping van interpersoonlijke intimiteit en ten tweede de erotisering van dominantie en onderwerping.

Naarmate de wereld minder magisch werd, zijn wij meer en meer een raadsel voor elkaar geworden. In de loop van de geschiedenis zijn mensen steeds verder losgezongen van de verbondenheid in een bezielde wereld en kosmos. De oude Grieken en Romeinen leefden nog in een wereld vol levende innerlijke en uiterlijke krachten: demonen, geniën en goden. Gevoed door de actiegerichte zucht van eros naar verovering, beheersing, stellingname en overheersing, bracht de overgang van het nomadische leven in stammen naar landbouw expansiedrift met zich mee. Zodra mensen bij aanvang van het Axiale tijdperk (de periode tussen 800 en 600 v. Chr. die gekenmerkt werd door grote vernieuwing in religie en filosofie) ontwaakten tot een absolute, alles overstijgende realiteit, verschrompelde de energetische levendigheid van de natuur-wereld. Het absolute, het fundament onder de grootste religies van de wereld, gaf in liederen en poëzie nieuwe woorden aan intimiteit: woorden van de mens tot één God. Rumi ziet God als de ultieme geliefde en zijn prachtige liefdespoëzie is een uitdrukking van zijn verscheurende en extatische liefde voor God.