Pioniers Magazine juli/ augustus/ september 2020 | Impact | Page 73

"Net als veel mensen voel ik me behoorlijk geraakt door de moord op George Floyd - de zoveelste in een lange rij - en de daaropvolgende gebeurtenissen in Amerika en door heel Europa. Het confronteert me voor de zoveelste keer met de intense onrechtvaardigheid in onze westerse maatschappelijke systemen, zowel in de VS, waar die overduidelijk zichtbaar is, als hier in Nederland/Europa, waar die iets minder extreem is, maar ook heel duidelijk aanwezig. En niet alleen in de maatschappelijke structuren en systemen. Ook in onze sociaal-culturele en psychische structuren, of misschien beter gezegd: in onze bewustzijnsstructuren heeft de erfenis van het kolonialisme zich diep genesteld, vaak zonder dat we er ons als witte mens bewust van zijn. Zo ook in mij. Hieronder een illustratie van de impact van deze erfenis op mijn/ons leven nu.

Nieuwsgierig naar ‘het andere’
Opgegroeid als arbeiderskind in de jaren zestig, de tijd van de veelbelovende revoluties op het gebied van burgerrechten voor ‘minderheden’ als vrouwen en zwarte mensen, heb ik me altijd ingezet voor emancipatie van ‘minder bedeelden’ in onze samenleving. Zowel via mijn werk als privé.


Toen ik als kind voor het eerst in aanraking kwam met mensen met

een kleurtje, doordat mijn oom een Indische vrouw trouwde, vond ik dat super interessant en wilde ik heel graag vriendinnetje zijn met haar zusjes. Ik vond ze prachtig en was reuze nieuwsgierig naar ‘het andere’. Vanaf die tijd voelde ik me altijd aangetrokken tot Indische en Indonesische mensen. Ik hield van hun eten en van hun cultuur. Mijn eerste man was half Indonesisch en mijn dochter heeft een Indische vader. Kortom, ik heb mezelf altijd beschouwd als ruimdenkend mens die zeker niet discrimineerde op ras, afkomst of seksuele voorkeur.

Unheimisch
Toen ik twaalf jaar geleden in de Bijlmer ging wonen als één van de weinige witten in een zeer multiculturele en gekleurde buurt, voelde ik voor het eerst dat ik hier echt tot de minderheid behoorde. Ik woonde toen al veertien jaar in Amsterdam en had in diverse, zeer gemêleerde, buurten gewoond, onder andere

in Oud-West. Toch merkte ik nu voor het eerst, nu ik met de metro ver buiten de ring ging reizen, dat ik me bewust was dat ik daar voornamelijk tussen donkere mensen zat. En dat ik daar aan moest wennen, om me daar ook gewoon veilig te kunnen voelen. Het voelde aanvankelijk een beetje unheimisch in de metro. Toch vond ik het op mentaal niveau heel cool om in de Bijlmer te wonen en me meer te

mengen met andere culturen. Ik hield van de levendigheid en de kleurrijkheid in de Amsterdamse Poort bijvoorbeeld. Maar ik merkte wel dat het niet zo makkelijk was om echt contact te maken met mensen van andere culturen, behalve een oppervlakkig praatje hier of daar. Pas veel later, toen ik meer actief werd in de buurt, ontdekte ik dat dit een goeie manier is om meer contact te krijgen met mensen van andere culturen en kleuren. En tegelijkertijd begon het mij ook meer te dagen, dat het echt moeite kost om samen te werken

en leven met mensen met verschillende culturen, talen, gewoonten, manieren van denken, sociaal/economische klasse. Op een gelijkwaardige manier, en niet vanuit een soort van ‘opbouwwerkers- of coach rol’. Ik begon steeds meer het

spanningsveld te ervaren tussen enerzijds ‘hoogverheven idealen’ van een multiculturele samenleving waar alle culturen gelijkwaardig en vreedzaam met en door elkaar leven en anderzijds

"Ik heb mezelf altijd beschouwd als ruimdenkend mens die zeker niet discrimineerde op ras, afkomst of seksuele voorkeur."

de weerbarstige praktijk –en niet alleen op institutioneel niveau-

waarin het niet eenvoudig blijkt

om elkaar goed te verstaan en

respect te hebben voor de soms grote verschillen in beleving en waardering van dezelfde gebeurtenissen en situaties.

Ingebouwde witte superioriteit
Mede dankzij het feit dat mijn dochter een zwarte geliefde kreeg met Surinaamse wortels, werd ik mij de laatste jaren heel langzaam bewust van mijn witte privileges en mijn ingebouwde witte superioriteit. Opeens kwam er een zwarte persoon dichterbij en kreeg ik de kans om iets meer te zien en begrijpen van zijn beleving en manier van denken en voelen…


Toch werd ik door deze relatie ook geconfronteerd met mijn eigen superieure denken, in de zin van de vanzelfsprekendheid van mijn normen en waarden waarmee ik naar die relatie kijk. En wat ik graag wil voor mijn dochter.

Gesprek met mijn schoonzoon
Door de demonstraties en de vele uitingen –ook van witte mensen- dat racisme nu eindelijk moet stoppen, lijkt er opeens een golf in bewustzijn te zijn ontstaan, waardoor we spontaan in gesprek raken en opeens dingen kunnen zeggen die daarvoor moeilijker toegankelijk waren…

Zo heb ik op een zaterdagochtend

gevoeligheid voor uitingen van witte superioriteit ook als die niet bewust zo bedoeld waren. En hij kan zeggen dat de grootmoeder van zijn grootmoeder nog een slavin op een Surinaamse plantage was, wat nog niet zo lang geleden is. En dat het pijn doet als dat duistere verleden niet erkend wordt, als de pijn van zwarte mensen niet erkend wordt.

In dat gesprek realiseer ik me eindelijk dat het ook een vorm van witte superioriteit is om te denken: ‘kom op jongen, natuurlijk zijn er verschrikkelijke dingen gebeurd in het verleden, maar daar is niks meer aan te doen. Ga nu zorgen dat jij kansen pakt, dat je iets van je leven maakt en dat je geen slachtoffer bent’. En dat kan ik nu ook tegen hem zeggen. En hij kan zeggen dat hij wel snapt dat daar iets in zit, en dat hij ook geen slachtoffer wil zijn, maar dat het zo belangrijk is om de pijn te erkennen. En dat is ook de pijn van je leven lang racistisch bejegend te worden in een dominant witte wereld, begrijp ik nu.

Erfenis van het kolonialisme is diep verankerd in onze psyche

Column: Josephine van den Bogaard

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL

Foto: bigstockphoto Soloveva Anastasiia