Pioniers Magazine juli/aug/sept 2018 | Zelfsturing & Authenticiteit | Page 24

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL

Ik voelde me niks waard, ik was al niks waard, had mijn huwelijk kapot gemaakt en de relatie van die andere man met zijn vrouw. Vanuit mijn opvoeding had ik daar zo’n zwaar oordeel over. Ondanks mijn verzet tegen al dat slechte in mij, kon ik me daar niet tegen verzette en mijn thuisfront veroordeelde alleen maar, voor mijn gevoel. Mijn eigen geweten, ook gevoed door het dogmatisch christelijke van mijn jeugd, deed me mezelf zo slecht voelen. Ik heb geschreeuwd naar God me te helpen, maar kreeg geen antwoord en dat bracht me tot mijn conclusie dat ik er beter niet kon zijn. Hoe diep kan je vallen? Vanuit die tijd heb ik geleerd nederig te zijn. Wie ben ik om te oordelen over een ander. In mijn uitzichtloze situatie heb ik geleerd nooit meer te oordelen omdat je niet weet wat voor weg de ander te gaan heeft.”

Wat was je dieptepunt?

“Dat was toen ik zelfmoord wilde plegen en ik bedacht hoe ik dat zou doen. Op het punt dat ik dat wilde doen hoorde ik een stem, heel zuiver en heel duidelijk die zei: “Rintske, je hebt het recht om gelukkig te zijn.” Super helder, out of the blue, in de badkamer. Ik had altijd het idee dat geluk voor iedereen was behalve voor mij en dan krijg je zo’n boodschap. Dus het was er ook voor mij.”

Wat deed je met die boodschap?

“Op dat moment heb ik besloten: oké dan blijf ik leven maar dan moet alles, maar dan ook alles anders. Dat was de deal. Toen ben ik begonnen met mijn zoektocht. Wat maakt een ander gelukkig en waarom ben ik het niet? Ik heb toen ladingen boeken besteld over positieve psychologie en ik ben YouTube filmpjes gaan kijken over geluk. Ik zat in die tijd ziek thuis en dan zette ik de filmpjes aan en begon met schilderen. Hele dagen totdat ik mijn kind van de BSO moest halen. Schilderen en luisteren. Ik heb dat maanden gedaan.

Zo leerde ik hoe je mind werkt en hoe het werkt met paradigma’s. Er vielen zoveel dingen op z’n plek. Mijn onderbewuste bleek vol te zitten met rotzooi en foute programmering. Ik kwam er ook achter hoe je die programmering kon herprogrammeren en dat ben ik gaan uitproberen. Gewoon doen. Vaststellen wat mijn overtuigingen waren en beginnen met een dialoog.

Tegenover elke negatieve gedachte over mijzelf of mijn omstandigheden zette ik er een positieve affirmatie tegenover.

Mijn diepste overtuiging was dat ik minder waard was dan niets en realiseerde me dat dit door de buitenwereld, met name de kerk, was aangepraat, terwijl ik ook weinig bevestiging in mijn jeugd kreeg dat ik iets goed deed. Alles kon beter.

Bovenal mocht ik niet trots zijn op mezelf. Al het goede is van God en al het kwade kwam van mij. Je kon dus nooit iets goed doen want als je iets goed deed ging de credit naar God.”

Hoe heb je dat omgezet?

“Door mijn affirmaties te blijven herhalen, namelijk dat ik oneindig veel waard was. Die overtuiging moest enorm worden.”

Je deed dit allemaal alleen. Heb je ooit nagedacht over de vraag waar je die kracht vandaan hebt gehaald?